Ze bestaan. Letterlijk op één hand te tellen, maar toch: in vijf gemeenten is er bij de wethouders geen man te bekennen. Hoe is dat zo gekomen? Waarom is het zo belangrijk? En hoe groot is het contrast met de gemeenten waar alleen maar mannelijke bestuurders aan het roer staan?


Toevallig zo gelopen 

Portret Elsbeth KoekElsbeth Koek

Wethouder in Teylingen


Je bent één van de vier vrouwelijke wethouders in Teylingen geworden. Is daar bewust op gestuurd?

‘Nee. Heel toevallig had elke partij een vrouwelijke wethouderskandidaat. Twee van hen waren al wethouder.’

Er is ook niet gezegd: moet er dan niet nog een man bij?

‘Ook niet. Het is echt helemaal niet ter sprake gekomen. De gemeenteraad is overigens wel divers en de gemeentesecretaris en griffier zijn mannen. Ik vind een geheel vrouwelijk college eigenlijk wel leuk. Daar komt bij: je wilt natuurlijk bestuurders kiezen op kwaliteit en dat hebben we hier gewoon gedaan.’

Een geheel vrouwelijk college is natuurlijk ook geen toonbeeld van diversiteit.

‘Ik snap wat je zegt hoor, maar als je naar diversiteit wilt kijken, kijk dan eerst naar al die volledig mannelijke colleges. Mijn puberzoon zei laatst: “Mam, je bent een feminist.” Toen zei ik: “Zeker.”’

Denk je dat een mannelijk college andere besluiten neemt dan een vrouwelijk bestuur?

‘Of je man of vrouw bent bepaalt maar voor een klein deel je standpunten. Als het goed is, heb je een achterban die je voedt met standpunten, ideeën en vraagstukken. Je moet dus vooral zorgen dat die achterban divers is. Dan maakt het voor de besluitvorming niet meer uit of je man of vrouw bent.’

Er wordt vaak gezegd dat vergaderprocessen wel anders zijn als er meer of minder vrouwen in een team zitten. Herken je dat wel?

‘Nee. Ik werk in omgevingen zowel met vrouwen als met mannen en merk weinig verschil. Maar ja, ik ben de dochter van een hele feministische moeder. Man-vrouw verschillen zijn voor mij nooit een issue geweest.’

Hoe bedoel je dat?

‘Hoe je er naar kijkt, ligt ook aan waar je vandaan komt. Mijn moeder komt uit een arbeidsgezin, mocht niet gaan werken en werd op haar eenentwintigste moeder. In onze opvoeding heeft ze er alles aan gedaan om ons alle kansen te geven en ervoor te zorgen dat wij wel financieel onafhankelijk zouden zijn. Dat is gelukt.’

Dat klinkt goed, maar wat is daar feministisch aan?

‘Ze maakte daarin geen verschil tussen haar zoons en dochters. Wij waren allemaal individuen met eigen kwaliteiten en wensen. Zo kijk ik ook naar de wereld en naar ons nieuwe college. Natuurlijk vind ik het wél stoer dat we met alleen maar vrouwen zijn, maar dat is het ook.’

Vind je het dan ook geen probleem dat er zoveel gemeenten zijn met alleen maar mannelijke bestuurders?

‘Ik denk wel dat sollicitatie- en kandidatencommissies te vaak een kopie van zichzelf zoeken. Vrouwen hebben zelf ook een verantwoordelijkheid om hun vinger op te steken. Niet alleen door je kandidaat te stellen als wethouder, maar door als vrouw ook eens in zo’n commissie te gaan zitten. Zo kan je helpen een goede afspiegeling te krijgen.’

Hoe zou je in de volle breedte meer diversiteit kunnen krijgen?

‘Teylingen is best een witte gemeente. Dus dat is lastig. Op leeftijdsgebied is het dan wel weer makkelijker sturen. We zijn daarom bewust op zoek naar jongeren, die actief willen worden. Een diverse afspiegeling is belangrijk, omdat zij in hun omgeving andere zaken horen dan oudere inwoners. Een goede mix is altijd belangrijk.’


Acht mannen op een rij 

Portret Cindy VorselmanCindy Vorselman

Fractievoorzitter in Assen


Assen kent een volledig mannelijk college van B&W. Hoe komt dat?

‘Zelfs de griffier en gemeentesecretaris zijn mannen. We zitten met acht mannen op een rij. Iedere fractie draagt natuurlijk zijn eigen wethouder voor en in dit geval waren het allemaal mannen.’

Hoe kijk je daarnaar?

‘Daar vind ik wat van. Maar ja, wij hadden zelf ook een mannelijke wethouderskandidaat, dus hoe hard mag je daar dan wat van zeggen? We hebben de partijen er wel informeel op aangesproken en gevraagd of het echt niet anders kon. Maar dan krijg je het standaard antwoord dat het om kwaliteit gaat en dit nu eenmaal de besten waren. Dus zitten we met allemaal witte mannen en weinig diversiteit. In de raad ontbreekt die diversiteit helaas ook. Het wordt wel de uitdaging voor de komende periode om daar een oplossing voor te vinden.’

Was dat de vorige periode ook zo?

‘Het vorige college begon juist met veel vrouwen, maar ook dat was niet altijd goed. Ik denk dat je gewoon een gezonde mix moet hebben. Hoe diverser de groep, hoe groter de kans dat de wijze van communiceren en de manier waarop zaken worden aangevlogen dat ook zijn.’

Is dat belangrijk?

‘Ja, alleen de SP had een vrouwelijke onderhandelaar. Zij gaf aan dat er meer vrouwen bij moeten komen de volgende keer, omdat mannen zaken op een andere manier oppakken en communiceren. De stelligheid van de mannen tegenover de nuancering van haar. Ze denkt dat de gesprekken anders waren gelopen met meer diversiteit in stijl van communiceren.’

Had je dan echt een ander resultaat gehad?  

‘De vraag blijft of het resultaat anders zou zijn geweest. Er wordt vaak gezegd dat mannen zakelijker zijn, ook wat harder naar elkaar. Ze laten emoties minder meespelen, ze zijn minder van het verbinden. Nu weet ik uit ervaring dat dit ook juist andersom kan zijn. Niet alle clichés zijn waar. Maar als je meer een mix hebt, is de kans groter dat er mensen met verschillende stijlen in zitten.’

Even advocaat van de duivel spelen: wat maakt een andere stijl uit als de besluiten uiteindelijk hetzelfde zijn?

‘We hebben zelf een fractie van drie, maar we bereiden de vergaderingen met zes mensen voor. Ik zit met vijf mannen aan tafel. Sommigen daarvan zijn recht-door-zee, de activisten zeg maar. Die zeggen dat ze X vinden en dat er dús Y moet gebeuren. Anderen zeggen juist dat ze X vinden en dat we daarom met andere partijen de verbinding moeten zoeken.’

Die begrijp ik niet helemaal.

‘De aanvliegroute is anders. De standpunten zijn misschien hetzelfde, maar als je meer aandacht hebt voor het relationele kant, haalt een college waarschijnlijk ook eerder de eindstreep. Onze vorige periode was heel roerig. Met verschillende wethouderswisselingen, een motie van wantrouwen en ook nog een onder toezichtplaatsing van de provincie.

Eigenlijk hebben alle partijen aangegeven dat ze die polarisatie tussen oppositie en coalitie niet meer willen. En ik denk echt dat je die harmonie eerder bereikt met een diversere samenstelling van het college, de raad en andere gremia.’


Ook in de raad is het merendeel vrouw 

Portret Joyce LangenackerJoyce Langenacker

Burgemeester in Ouder-Amstel


Ouder-Amstel heeft een volledig vrouwelijk college. Maakt het dat extra leuk om er burgemeester te zijn?

‘Haha, ik vind het wel bijzonder ja. Het vorige college was ook erg leuk. Daar zaten drie vrouwen en één man in en het college daarvoor bestond ook alleen uit vrouwen. Dus wat dat betreft kan je het niet eens meer echt bijzonder kunnen noemen.’

Hoe verklaar je dat?

‘We hebben ook een meerderheid aan vrouwen in de gemeenteraad. De aanwas van wethouders komt vaak uit de raad, dus dan heb je wel een natuurlijke doorstroming. Hoe het dan weer komt dat hier relatief veel vrouwen in de raad zitten, weet ik niet. Maar ik hoop dat het komt doordat er kennelijk een klimaat is, waardoor vrouwen zich geroepen voelen hier mee te doen.’

Is het ook echt anders met alleen maar vrouwen?

‘Dat denk ik wel. Uiteindelijk denk ik dat iedereen naar de besluitvorming en vraagstukken kijkt vanuit de politieke kleur, kennis én de eigen ervaring. Een voorbeeld: als vrouw voel je je misschien sneller onveilig bij een onverlicht pad, waar mannen gewoon overheen fietsen. Als je dan praat over straatverlichting, dan is daar vanuit vrouwen wellicht wat meer aandacht voor.’

Zonder vrouwen geen lantaarnpalen?

‘Dat is wat overdreven. Het is niet zo dat een mannencollege betere verlichting wegstemt, maar vrouwen kijken er misschien wel op een andere manier naar. Je krijgt dus ook andere punten op de politieke agenda. Ik ben in zowel Haarlem als Ouder-Amstel actief geweest en daar zie je dat de Internationale Vrouwendag, emancipatie en gelijke betaling echt op de agenda zijn gezet.’

Dat zijn wel de typische emancipatoire onderwerpen die gaan over de verschillen tussen mannen en vrouwen. Zijn er ook ‘reguliere’ onderwerpen waar je verschillen op ziet?

‘Ik denk het wel, maar ik heb er zo geen een paraat. Er zijn natuurlijk ook wel verschillen in de wijze, waarop er wordt gedebatteerd. Vrouwen praten over het algemeen wat korter, is mijn ervaring. Ik zie dat ook als ik naar de burgemeesterskring kijk, daar zijn de mannen ook langer aan het woord. Vrouwen zijn meer to the point.’

Hoe komt dat?

‘Ik weet het niet. Mannen vinden het fijner om uitgebreid het woord te hebben. Natuurlijk is het erg algemeen wat ik nu zeg en zijn er altijd uitzonderingen, maar het is wel het beeld dat ik heb. Ik zie overigens ook dat vrouwen soms wat schroom hebben om lang te praten, mannen doen dat over het algemeen van nature wat makkelijker.’

En vrouwen niet?

‘Vrouwen kunnen en doen dat ook. Maar ik zie wel dat als vrouwen vinden dat ze een punt hebben, ze dat punt gewoon maken. Ze praten er niet omheen.’

Is dat beter?

‘Ik vind van wel. To the point betekent natuurlijk niet dat je geen mooi betoog kan houden. Je moet tijdig tot de kern komen, maar ik houd wel van een doorvlochten verhaal, waar je je argumenten aan je idealen koppelt.’

Heb je daar als burgemeester nog een rol in?

‘Als burgemeester wil je natuurlijk iedereen dezelfde kansen geven. Je kunt dus laten doorpraten, of ingrijpen als er teveel of te snel wordt geïnterrumpeerd. Verder is het belangrijk om elkaar als vrouwen onderling te steunen.’

Hoe doe je dat?

‘Dat kun je bijvoorbeeld doen door als vrouw te herhalen wat een andere vrouw heeft gezegd in een gesprek of debat. Dus niet altijd een man aanhalen die iets zinnigs heeft gezegd, maar pik er juist een vrouw uit.’

Waarom is dat belangrijk?

‘We moeten als vrouwen elkaar daarin helpen. Zeker in mannengezelschappen. Dat gebeurt nu nog onvoldoende. Hier in Ouder-Amstel zal dat niet zo’n probleem zijn. De vraag of je als vrouwelijke wethouder wel voldoende het woord krijgt speelt hier natuurlijk helemaal niet.’

Heb je nog andere tips om meer vrouwen actief te krijgen?

‘Een van de lokale partijen had 25 mensen op de lijst, waarvan de overgrote meerderheid vrouw was. Hun vrouwelijke lijsttrekker zoekt ook echt vrouwen op. Alleen een oproep doen in de krant werkt niet. We weten altijd duizend en één redenen te bedenken om níet politiek actief te worden, maar als je vrouwen actief benadert met een concreet en aansprekend onderwerp zijn ze vaak wel geneigd en bereid om hun steentje bij te dragen. Gewoon doen dus: wacht niet tot vrouwen naar je toekomen, maar benader ze zelf.’


Bijschrift afbeelding: de wethoudersploeg in Teylingen.

Afbeelding: PvdA Teylingen