Het reces van de Tweede Kamer zit er 15 januari weer op. Maar echt stil hebben de Kamerleden niet gezeten. Terecht, want er staat genoeg op de agenda. Senior Ton Langenhuyzen licht in de eerste Uit de Kamer van 2023 weer twee belangrijke punten toe.


Zware jeugdcriminaliteit vraagt specialistische aanpak

Jongeren die zware misdaden plegen, halen regelmatig het nieuws. Of het nu de ophalers van drugs in de Rotterdamse haven, overvallers of drillrappers die elkaar met messen te lijf gaan: het lijkt erop dat de jeugdcriminaliteit een vlucht neemt. Het goede nieuws is dat dit niet uit het aantal delicten blijft. Dat daalt al jaren.

Maar helaas zijn de delicten die overblijven juist zwaarder van aard. Het aantal jonge daders van ernstige misdrijven neemt toe. Het gaat hierbij niet om kattenkwaad of kruimeldiefstal, maar om zogenaamde high impact crimes, zoals straatroven, overvallen en inbraken. En alsof dat nog niet zorgelijk genoeg is, is ook het gebruik van vuurwapens al lang niet meer uitzonderlijk.

Hoewel deze negatieve ontwikkeling opvalt, weet nog niemand precies hoe deze toename verklaard moet worden. In de Monitor Jeugdcriminaliteit van het ministerie van Justitie en Veiligheid zijn de trends weliswaar goed in beeld, maar verklaringen over de achterliggende oorzaken blijven achterwege. Om jeugdcriminaliteit terug te dringen is dat natuurlijk wel nodig. Daarom hameren wetenschappers, de Raad voor de Kinderbescherming, politie en het openbaar ministerie op een overkoepelend onderzoek naar deze verharding. Kamerlid Songül Mutluer eist daarom van het kabinet dat ze dit nu eindelijk gaan regelen.

We weten niet waarom de zware jeugdcriminaliteit toeneemt

In haar bijdrage aan het debat wees ze er verder op dat deze jongeren vaak in een onveilige omgeving opgroeien, problemen op school hebben, zwichten onder de druk van social media en vallen voor de verlokkingen van het gemakkelijke criminele geld. Om deze jongeren op het rechte pad te houden of ze weer terug te brengen, is veel tijd en energie nodig. Ouders, scholen, politie, reclassering en jongerenwerkers hebben daarin allemaal een belangrijke rol.

Jongerenwerkers kennen de problemen als geen ander, zegt Mutluer. Het probleem is echter dat het reguliere jongerenwerk maar geen grip kan krijgen op de groep jongeren – zo’n 2% van de jongeren – die is afgegleden naar zware criminaliteit. Voor deze groep is meer specialistisch jongerenwerk nodig. Waar de huidige jongerenwerkers zich voornamelijk richten op een groep jongeren, moet de specialistische jongerenwerker als een persoonlijke mentor gaan werken. Een individuele begeleider met ervaring die de wereld van die jongere door en door kent, die kan zorgen voor het (her)opvoeden en bijsturen.

Bovendien moet de specialistische jongerenwerker de schakel worden tussen de jongere en wat hij nodig heeft aan opleiding, zorg, huisvesting, werk, schuldhulpverlening, contacten met politie, justitie, reclassering en noem maar op. Geen ‘van kastje naar de muur’ meer, maar gerichte en effectieve hulp dus. Mutluer probeert de komende tijd de verantwoordelijke bewindspersonen voor deze manier van werken te winnen.

Verzekeringsdiscriminatie?

We kennen allemaal de spotjes op de radio voor verzekeringen voor hoger opgeleiden. Alleen wanneer je wetenschappelijk bent opgeleid, kan je je laten verzekeren. Los van de vraag hoe ethisch dit is, bestaat bij veel mensen twijfel of het überhaupt mag. Zo ook bij Kamerlid Henk Nijboer. Mag je als verzekeraar iemand op basis van zijn of haar opleiding zomaar weigeren? Is dat geen discriminatie van lager opgeleiden? Moeten verzekeraars niet gewoon iedereen voor dezelfde premies accepteren?

Uit de antwoorden van minister Kaag van financiën blijkt dat dat op een uitzondering na ‘gewoon’ mag. Voor de basiszorgverzekering en bij de WA-verzekering van motorvoertuigen kunnen verzekeraars je niet weigeren, omdat je je voor die twee wettelijk verplicht moet verzekeren. Bij andere verzekeringen is dat niet het geval en zijn verzekeraars dus ook niet verplicht iedereen te accepteren. Zolang ze een objectieve rechtvaardiging hanteren, mogen ze mensen weigeren. En of het nu ethisch helemaal door de beugel kan of niet: iemands opleiding is zo’n objectieve rechtvaardiging.

Ethisch is het niet, maar verzekeraars mogen wel selecteren op opleidingsniveau

Helemaal blind voor de negatieve gevolgen is Kaag niet. Volgens haar bestaat het risico dat ‘bepaalde groepen in de maatschappij zich niet meer kunnen verzekeren omdat de premies voor hen te hoog worden’. Met verzekeringen die alleen bedoeld zijn voor hoger opgeleiden zou dat inderdaad kunnen gaan spelen, maar zover is het echter nog niet. Daarom volgt de minister samen met de AFM en DNB de ontwikkelingen ‘nauwgezet.’ Want ook Kaag vindt zo’n ontwikkeling, waarbij de verschillen tussen laag- en hoogopgeleiden nog groter worden, onwenselijk.


Bijschrift afbeelding: Jeugdwerker spreekt met jongeren

Afbeelding: Koen Verheijden | ANP


Portret Ton LangenhuyzenContactgegevens:


T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekam