Het zomerreces is weer voorbij en de Kamer is uit de startblokken. De wereld ziet er ineens anders uit. Letterlijk. De fractie heeft het historische pand van het voormalig ministerie van Koloniën aan het Plein moeten verlaten. De nieuwe behuizing is – voorzichtig uitgedrukt – nog even wennen. Het hectische Kamerwerk is dan weer als vanouds, dus ook in dit nieuwe politieke seizoen zal Ton Langenhuyzen maandelijks de meest opmerkelijke en lokaal relevante Haagse onderwerpen belichten. Ditmaal: het lerarentekort en Tata Steel.


Zoveelste noodkreet lerarentekort

Onlangs trokken de onderwijswethouders van Den Haag, Rotterdam en Amsterdam aan de bel over scholen in hun gemeenten die vanwege het lerarentekort op korte termijn in de problemen dreigen te komen. Zij schetsen doemscenario’s van scholen, die klassen naar huis moeten sturen, tot scholen die moeten gaan sluiten. De aanvankelijke reactie van minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media gaf weinig vertrouwen.

Reden genoeg voor Habtamu de Hoop om hem aan de te tand te voelen. De minister liet in antwoord op zijn schriftelijke vragen weten dat hij verbaasd was over het feit dat de wethouders de noodklok luiden. In een convenant heeft hij vorig jaar immers nog meerjarige afspraken met de grote steden gemaakt en is in totaal € 116 miljoen extra vrijgemaakt. Ondanks ‘wat opstartproblemen’ heeft Slob er vertrouwen in dat de afspraken in het convenant gaan helpen om het lerarentekort aan te pakken en schoolsluitingen te voorkomen.

Wel heeft hij met de wethouders gesproken en ‘bevestigd dat indien nodig de maatregelen uit het convenant bijgesteld kunnen worden’. Hopelijk heeft de noodkreet van de wethouders er dan toch nog toe geleid dat er meer gaat gebeuren om het lerarentekort tegen te gaan. Voor nu is het wachten tot december. De Kamer krijgt dan te horen hoe het er met de arbeidsmarkt in het onderwijs en het lerarentekort voor staat.

Bemoedigende ontwikkelingen rond Tata

Dat dit bedrijf in de IJmond tot de grotere vervuilers behoorde was al langer bekend. Bij de uitstoot van CO2 heeft Tata de dubieuze eer koploper te zijn. Toch sloeg het rapport van het RIVM over de gezondheidsrisico’s van omwonenden in als een bom. Het RIVM stelt onomstotelijk vast, dat de fabriek onverantwoord hoge concentraties van kankerverwekkende stoffen en metalen uitstoot. Met als gevolg dat in de omliggende gemeenten longkanker 25 tot 50% vaker voorkomt.

Onder de huidige vorm kan het bedrijf eigenlijk niet blijven bestaan. Maar sluiting is alleen al vanwege de grote gevolgen voor de werkgelegenheid – ruim 9000 banen – geen ideale optie. Wat dan wel? Als het aan Joris Thijssen ligt kan het bedrijf prima verduurzaamd worden en zonder risico’s voor omwonenden en klimaat werken.

De optie om de CO2-uitstoot op te vangen en in lege gasvelden op te slaan heeft niet zijn voorkeur: dan blijft er nog vervuilend worden geproduceerd en moet met veel subsidiegeld de schade onder de grond gestopt worden. Zet dan meteen de grote en groene stap naar een bedrijf dat echt aan het vergroenen is.

Dat dat een realistische optie is blijkt uit plannen die de FNV maanden geleden al presenteerde. Het voorstel komt er in heel grote lijnen op neer dat steenkool als brandstof op termijn moet worden vervangen door groene waterstof. Dat is alleen niet meteen te realiseren, daarom moet voor de tussenperiode gas worden gebruikt.

Thijssen ziet dit als de voorkeursoptie. Na het debat in de Kamer bleek dat Tata zelf ook voor die optie wil kiezen. Het bedrijf wilde aanvankelijk de weg van CO2-opslag op, maar koos toch voor de 'waterstofroute'. Thijssen is daar heel blij mee: ‘Hiermee kiest Tata voor een toekomstbestendige staalfabriek, met ook banen voor de lange termijn en minder vervuiling naar de omgeving’.

De transitie zal alleen zeker niet vanzelf gaan. De technologie en capaciteit voor groene waterstof moet eerst nog verder ontwikkeld worden. En dat vergt investeringen van vele miljarden. Dat zal het bedrijf niet allemaal zelf gaan opbrengen. Subsidies van de overheid zijn daarbij nodig. Om die subsidies op de juiste plek terecht te laten komen, zijn nog wel wat aanpassingen nodig, stelt Thijssen. Het grootste subsidie-instrument (SDE++) is namelijk ingericht voor CO2-dumping en niet voor het groene alternatief van waterstof en duurzame stroom. Om te voorkomen dat de miljarden belastinggeld naar meer fossiel in plaats van groen stromen, wil hij dus zo snel mogelijk in debat.

En, zoals Thijssen terecht opmerkte, met het groene staal op de lange termijn wordt het vervuilingsprobleem voor de omgeving op de korte termijn nog niet opgelost. Hij wil van staatssecretaris Van Weyenberg daarom weten wat hij gaat doen om de omgeving van Tata snel veilig voor omwonenden en hun kinderen te maken.


Afbeelding: Robin van Lankhuijsen | ANP


Portret Ton LangenhuyzenContactgegevens:


T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl