Het rapport van het RIVM over Tata Steel dat begin september verscheen sloeg in als een bom. Ineens stond zwart op wit dat de concentraties lood en enkele andere schadelijke stoffen in de omgeving schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van kinderen. Het leek de druppel die de emmer deed overlopen: er waren vrijwel direct oproepen tot sluiting van Tata Steel. De Tweede Kamer wil zo snel mogelijk strengere uitstootnormen. En ook Tata Steel zelf kwam met een reactie: ze stappen eerder over op waterstof en zien af van de opslag en het afvangen van CO2. Grote vraag: is het genoeg?


Gezondheid moet centraal staan 

Portret Jeroen OlthofJeroen Olthof

Gedeputeerde in Noord-Holland


Ben je voor sluiting, of voor aanpassingen in de productie-opstelling?

‘Ik ben niet voor sluiting. Er is toekomst voor Tata Steel, mits het schoner wordt. Er zijn dus meer maatregelen nodig: alle vergunningen worden tegen het licht gehouden en aangescherpt.’

Wat is het grootste probleem?

‘De aansluiting tussen uitstoot van schadelijke stoffen en gezondheid. Het gaat vaak niet om één fabriek die schadelijke stoffen uitstoot – waar regelgeving voor is – , maar om een optelsom van al die schoorstenen. Daar is nu geen normering voor, dat moet anders. Milieuwetgeving en gezondheidskundige waarden lopen uit elkaar. Een voorbeeld daarvan is dat er teveel schadelijke stoffen in de neerslag in Wijk aan Zee zitten, tot wel honderd keer meer dan op andere locaties. De conclusie is dat dit boven het verwaarloosbare risico zit, maar onder het maximaal toelaatbare risico. Juridisch gezien voldoe je dan aan de grenzen, maar gezondheidskundig is alles boven het verwaarloosbaar risico iets wat je zou moeten vermijden volgens het RIVM.’

Dus gezondheid krijgt onvoldoende aandacht?

‘Ja. Ik loop van incident naar incident en word elke dag aangesproken door bewoners. Elke keer gaat het eigenlijk over normering. Er zijn veel ZZS (Zeer Zorgwekkende Stoffen) die gewoon niet eens genormeerd zíjn.’

Dus je kunt niet handhaven, terwijl je wel een verantwoordelijkheid hebt voor de gezondheid van inwoners?

‘Precies. Uiteindelijk, in het bredere kader, zul je altijd met gezondheidsrisico’s te maken hebben. Dat geeft niet, maar je moet dan wel heel helder aangeven wat je wel en niet vindt kunnen, en waar. Het Rijk is nu echter niet altijd even helder over hoe en welke bevoegdheden en normeringen ze als oplossing zien.

Tegelijkertijd gaat er wel heel veel geld naar het terugdringen van stikstof en CO2, maar als het om gezondheid gaat, blijft het eigenlijk stil. Tata wil sneller overgaan naar waterstof. Dat is prima, maar dat doet voor de gezondheid natuurlijk niet zoveel, want COis geen stof die schadelijk is voor de gezondheid. Het beleid moet dus veel meer worden geïntegreerd: welvaart en economische ontwikkeling staan altijd centraal. Nu heeft gezondheid de nadruk nodig. Je kunt economische ontwikkeling en gezondheid niet los van elkaar zien.’

Als alle maatregelen die Tata zou moeten nemen ze te duur of teveel gedoe worden en ze gaan weg. Wat zou dat betekenen ?

‘Tata Steel is de IJmond. Het bestaat al ruim honderd jaar, er werken ruim 9000 mensen direct bij Tata en nog veel anderen bij daaraan gelieerde bedrijven, zoals de logistiek. Tata is dus erg belangrijk voor de werkgelegenheid. Maar we kunnen de vraag of Tata ook in de toekomst handhaafbaar is niet voor ons uit blijven schuiven. Mochten ze ooit weg gaan: er werkt veel hoogopgeleid personeel, daar zal uiteindelijk wel ruimte voor zijn, maar dat kost tijd. Het zou een grote, maar hopelijk tijdelijke economische klap zijn.’

Wat zou je er voor in de plaats kunnen zetten?

‘Je kunt er bijvoorbeeld woningen bouwen, of havengebonden activiteiten ontplooien. Of je transformeert het toch naar een afgeslankt, maar specialistischer Tata Steel, dat hoogwaardige producten levert. Maar ook doorgaan op de huidige manier, maar dan duurzamer en gezonder kan. Al dat soort scenario’s moeten we verkennen, om te zien wat dat met werkgelegenheid, gezondheid en economie doet. Maar we zijn nu vanuit de provincie dus vooral bezig om te kijken hoe het gezonder kan.’

Is het dossier te vergelijken met het aardbevingsdossier, waarbij de gezondheid van omwonenden telkens het onderspit delft ten opzichte van economische belangen? 

‘Misschien wel. En daarom moet er nú wat gaan gebeuren. Tata is nog maar het begin van deze discussie. Chemours, Schiphol en andere industriële complexen hebben te maken met dezelfde problematiek. Het Rijk schuift het voor zich uit en zoekt het in processen. Als decentrale overheden staan we toch een beetje met onze rug tegen de muur, het moet echt anders.’


Groen of weg 

Portret Joris ThijssenJoris Thijssen

Lid Tweede Kamer


Hoe kijk jij vanuit de Kamer naar het Tata dossier?

‘Het eerste wat nu aan de orde is, is dat omwonenden in een gezonde leefomgeving moeten kunnen wonen. Het stof, dat nu neerdwarrelt is giftig. Dat moeten we oplossen. Daarnaast is Tata de grootste CO2-vervuiler van Nederland en ook daar moeten we nu snel iets mee doen. Kortom: we moeten richting groen staal. Dat is ook door de FNV en werknemers zelf geopperd. Daarvoor moeten de installaties dus omgebouwd worden.’

Dat zal Tata Steel niet leuk vinden, want dat kost veel geld?

‘Dat is zeker niet leuk voor ze, maar ze lijken er nu toch wel echt van doordrongen dat er iets moet gebeuren. Het afzien van de afvang en opslag van COis een goede stap, maar voor de korte termijn wordt het vervuilingsprobleem niet opgelost.’

Wat moet daarvoor gebeuren?

‘De staalfabriek, zoals die nu is, kan zo gewoon niet langer doorgaan. Het klimaat verandert steeds verder, omwonenden zitten in het gif: dat is onhoudbaar. Als Tata niet wil bewegen, dan is het einde oefening.’

Wat zou dat betekenen voor de omgeving?

‘We gebruiken nu veel staal, dat zal in de toekomst zo blijven. De vraag is dus alleen waar en hoe je het maakt. Ik vind dat je serieus moet onderzoeken of het levensvatbaar is om een staalfabriek in Nederland te hebben en wat dat dan kost als je dat op verantwoorde wijze wil doen. Het hoeft niet per se weg, want je wil ook niet afhankelijk worden van productie in het buitenland. Daarom onderzoeken we dus of we groen staal kunnen maken, of we dat in Nederland concurrerend kunnen doen en hoe we lokale vervuiling met schadelijke stoffen kunnen aanpakken.’

Wat gaat Den Haag daarmee doen?

‘Ik zie twee juridische aanknopingspunten om het te regelen. De eerste is dat je zegt dat zo’n fabriek niet mag vervuilen in Nederland. En indien wel, dat dit op minimale wijze gebeurt. Het plan dat Tata daarvoor heeft ingediend is niet voldoende. Kooksfabriek 2 is in de jaren ’70 gebouwd, als Rijk kun je misschien wel zeggen dat die dicht moet. Die is namelijk sterk vervuilend.

Een tweede juridische insteek is dat mensen recht hebben op een gezonde leefomgeving. Daar moet het Rijk toch iets mee kunnen richting een vervuilende fabriek. Als we namelijk eerst wetten moeten aanpassen, zijn we weer jaren verder. Daarom is het ook zo goed dat onze motie, waarin het kabinet opgeroepen wordt om samen met de provincie zo snel mogelijk met een plan van aanpak te komen om de gezondheidsrisico’s terug te dringen.’

Wat zou je lokale politici willen adviseren die met vergelijkbare issues te maken hebben waar het om een afweging tussen economie en gezondheid gaat?

‘Het RIVM-rapport is echt een doorbraak geweest, omdat er een één op één relatie wordt gelegd met de fabriek. Gemeenten zouden natuurlijk ook het RIVM of een andere organisatie onderzoek kunnen laten doen. Problematiseer het en zet zo druk op het dossier.’


Het RIVM-rapport is echt een steun in de rug 

Portret Marianne SteijnMarianne Steijn

Wethouder in Velsen


Waar maak jij je als wethouder in Velsen het meeste zorgen over?

‘Ik maak me de meeste zorgen over de gezondheid van de inwoners in de IJmond. Dit dossier begon voor mij 3,5 jaar geleden, toen ik voor het eerst een overleg had over milieu en gezondheid. Daar ging het eigenlijk alleen over milieu, met metingen over fijnstof, die allemaal keurig binnen de milieuwetgeving lagen.

Maar er was ook een lijntje WHO-normen getekend en die metingen over fijnstof gingen daar ver over heen. Dat vond ik raar: voor wie meten we die luchtkwaliteit nu en wat proberen we ermee te bereiken? Het gaat toch om de gezondheid van onze inwoners? Waarom dan niet de WHO-normen als uitgangspunt?’

Hoe verklaar je dat?

‘Discussies gingen altijd over milieu en werkgelegenheid. Gezondheid speelde eigenlijk geen rol. Ik heb er sinds die tijd voor gepleit om in de vergunningenverlening de WHO-normen voor fijnstof en de gezondheidskundige advieswaarden van het RIVM voor Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) als basis te nemen.’

Hoe ging het verder?

‘In het ene na het andere onderzoek werd bevestigd dat de klachten over luchtkwaliteit en gezondheidsproblemen gewoon terecht waren. Dan is het voor een bestuurder belangrijk om rustig te blijven en het niet direct toe te schrijven aan Tata. Maar het werd langzaam maar zeker steeds duidelijker dat Tata hier wel een rol in móest spelen. Het helpt ons enorm dat de relatie nu ook duidelijk is gelegd door het RIVM.’

Hoe kan het dat gezondheid pas een paar jaar geleden op de agenda is komen te staan? Waarom wordt het nu politiek ineens ook breed opgepikt?

‘Ik denk dat het de kracht van de lange adem en volhouden is. Ik heb er zelf dus ook jarenlang voor moeten knokken om gezondheidsnormen belangrijk te maken in de wetgeving. De focus lag echt altijd op werkgelegenheid en milieu en dan werd er min of meer geaccepteerd, dat Tata met gezondheidsproblemen gepaard ging. Er was formeel nog relatief weinig bekend over de schadelijkheid van bepaalde uitstoot van de industrie. Overigens geldt dit ook voor lucht-, weg- en scheepvaartverkeer.

Daarnaast zijn inwoners ook mondiger geworden: ze pikken het niet meer. Ze trekken op naar politici en de media en die pakken het dan ook meer op. Het balletje gaat steeds harder rollen.’

Wat kun je als wethouder concreet doen voor je inwoners?

‘Altijd minder dan je zou willen. Als lokale bestuurders kunnen wij niet de vergunningverlening aanpassen, dat ligt bij de provincie. De provincie moet zich weer aan landelijke en Europese wetgeving houden. Als er schadelijke lucht is en gezondheidswaarden staan niet in milieuwetgeving, kunnen we niets. Tata zegt dat ze zich aan de vergunningen houden, die zijn namelijk niet gebaseerd op de WHO-norm. Gezondheidskundige grenswaarden staan gewoon niet in de vergunningen. Het zijn dus niet-genormeerde stoffen. Kortom: dat moet door het kabinet worden aangepast.’

Moet Tata weg, als ze niet bewegen?

‘Er is best plek voor de staalindustrie hier. Er is veel innovatie mogelijk en we hebben veel kennis en kunde waar we trots op mogen zijn. Dus Tata hoeft niet weg. Maar er moet wel veel gebeuren: groen staal en waterstof in de toekomst en nu aandacht voor onze gezondheid. Voor sommige ZZS zijn niet eens normen. Of ze zijn er voor uitstoot van één specifieke stof, maar niet voor wat er gebeurt als ze gecombineerd worden uitgestoten. Dat moet echt anders.’

Worden omwonenden gecompenseerd, nu is aangetoond dat er schadelijke stoffen van Tata vandaan komen?

‘Dat is een lastige. Die vraag ligt er nog niet in ieder geval. Ik denk dat het heel ingewikkeld wordt, omdat je lastig kunt bepalen of een ziekte nu door Tata komt of door iets anders. Ik denk dat we ons nu vooral moeten richten op ervoor zorgen dat de uitstoot snel stopt. Als er niet heel snel wordt gewerkt naar nieuwe milieu en gezondheidsvergunningen kan dat ook betekenen dat de fabriek dicht moet. Maar dat is niet ons doel. Alle overheden zijn het eens: Tata moet nu echt aan de bak, anders is het over en uit. Dat wil natuurlijk niemand.’


Afbeelding: Kim van Dam | ANP