Waar vult de Kamer haar dagen eigenlijk mee? En zijn er nog zaken die extra aandacht van lokale bestuurders verdienen? Eens in de maand licht senior-beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen interessante zaken uit de schijnbaar onuitputtelijke stroom van moties, amendementen en spoeddebatten. Ditmaal over de kromme herverdeling van het gemeentefonds en het onduidelijke giftenbeleid in de bijstand.


Karig gevulde pot

Het is iets wat de landelijke politiek, maar vooral ook de gemeenten al jarenlang bezighoudt: de herverdeling van het gemeentefonds. Volgens de bestaande normen viel de verdeling voor sommige gemeenten te positief uit, terwijl andere gemeenten sterk in het nadeel waren. De pot moest dus anders verdeeld worden en meer rekening houden met tal van variabelen en taken die gemeenten hebben.

Tegelijkertijd speelde de vraag of de pot wel groot genoeg was. Zeker na de decentralisaties blijkt elk jaar weer dat het voor veel gemeenten nauwelijks te doen is om de begroting sluitend te krijgen en de voorzieningen op peil te houden. Gevolg is dat ze moeten bezuinigen en veel buurtbibliotheek de deuren dreigen te moeten sluiten.

De herverdeling van het gemeentefonds is door het demissionaire kabinet doorgeschoven naar het volgende. Wel vroeg demissionair minister Ollongren aan de Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) alvast advies over een verdeelvoorstel voor een ‘herijkt gemeentefonds’. Hieruit bleek dat vooral de gemeenten met relatief gezien de meeste armste inwoners in het noorden van het land gekort zouden worden.

Het door Ollongren geboden perspectief is bijzonder mager

In een schriftelijke vragenronde lieten Henk Nijboer en Attje Kuiken namens de PvdA weten veel vraagtekens te hebben bij dit voorstel. Zij delen de observatie van het demissionaire kabinet dat gemeenten de komende tijd voor behoorlijk wat uitdagingen en opgaven staan, maar vinden het door Ollongren geboden perspectief bijzonder karig. Op de korte termijn zijn de gemeenten weliswaar enigszins voor de gevolgen van de coronacrisis gecompenseerd, maar op de lange termijn blijven structurele en dringend nodige verbeteringen uit.

Met alleen een herverdeling van de bestaande middelen in het gemeentefonds wordt de ‘disbalans tussen enerzijds de wettelijke verantwoordelijkheden en anderzijds de niet-toereikende financiële middelen’ volgens de VNG niet opgelost. Of zoals de burgemeester van Zeist het wat minder cryptisch omschreef: ‘De ellende waar gemeenten in financieel opzicht mee te kampen hebben, los je niet op door de ellende anders te verdelen’. Nijboer en Kuiken wilden van de minister weten of zij het met de Zeister burgemeester eens is.

De minister schreef de financiering van gemeenten in breder perspectief te bezien en noemde de mogelijkheid om het gemeentelijk belastinggebied te herzien. Wat Nijboer en Kuiken betreft een uitermate risicovol plan: ze willen niet dat de financiële problemen van gemeenten, die ontstaan zijn door onder-financiering vanuit het Rijk, met hogere lokale belastingen op de bewoners worden afgeschoven.


Boodschappenboete

Het bericht dat een bijstandsgerechtigde maar liefst € 7.000 plus een boete aan de gemeente moest terugbetalen, omdat ze boodschappen ontving van haar moeder, veroorzaakte begin dit jaar nogal wat beroering. Ook Kamerlid Gijs van Dijk was meer dan ontstemd en vroeg demissionair minister Koolmees om opheldering.

De D66’er beloofde om op korte termijn te kijken welke onderdelen van de Participatiewet in de praktijk te hard uitpakken en hoe dit in overleg met gemeenten anders kan. Daarbij had hij in het bijzonder aandacht voor het giftenbeleid: kleine giften, zoals af en toe een boodschappentas, of een verjaardag- en sinterklaascadeau mogen geen gevolgen hebben, maar een maandelijkse gift van een hoog bedrag wel. Of beperktere giften in natura mogen, is volgens de minister afhankelijk van de omstandigheden van betrokkene.

Het giftenbeleid in de bijstand is behoorlijk onduidelijk

Op de vraag van Van Dijk of het bieden van hulp aan familie, vrienden en vreemden niet eerder beloond dan bestraft zou moeten worden, antwoordde de demissionaire minister dat de Participatiewet de vrijgevigheid van instellingen of personen niet ontmoedigt. Maar dat er gezien ‘het minimumbehoeftekarakter van de bijstand’ wel grenzen aan de vrijgevigheid moeten worden gesteld. Desondanks gaat Koolmees samen met gemeenten meer algemene kaders over wat wel en wat niet is toegestaan opstellen, zodat zowel de bijstandsgerechtigden als de gemeenten meer duidelijkheid hebben.

Afbeelding: Bart Maat | ANP

Ton Contactgegevens:

T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl