Veel gemeenten staat het water aan de lippen. Het indienen van een sluitende begroting is al jaren geen eenvoudige klus en in steeds meer gemeenten wordt bezuinigd, ook op voor de PvdA belangrijke onderwerpen. Daarom deed het CLB een onderzoek naar welke keuzes er zijn gemaakt op een aantal van deze thema’s. Daarbij is onderzocht of deze keuzes verschillend zijn, afhankelijk van of de PvdA al dan niet in de coalitie zit.

Om dit te onderzoeken werd een enquête uitgezet onder alle PvdA fractievoorzitters. Ruim 25% van de fractievoorzitters heeft deze enquête ingevuld. Van de respondenten maakt 59,21% deel uit van de oppositie, 39,47% van de coalitie en in 1,32% van de gevallen is er een zakencollege.

Aan de respondenten die deel uitmaken van de coalitie vroegen we welke portefeuilles de PvdA wethouder heeft. Dat geeft het volgende beeld:

tabel_1.png

De bezuinigingen

Allereerst vroegen we de respondenten of er bezuinigd is op het gebied van  inkomensondersteuning. In één op de tien gemeenten is dat het geval. Er werd bijvoorbeeld bezuinigd door het afschaffen van de bovenwettelijke regelingen bijzondere bijstand en door de grens tot waar mensen in aanmerking komen voor inkomensondersteuning te verlagen van 130% naar 110%. In alle gemeenten waar bezuinigd werd, zit de PvdA in de oppositie.

grafiek_1_1.pngIn één gemeente wist de PvdA vanuit de oppositie de bezuinigingen tegen te houden. Hier was het college van plan om de norm van het minimabeleid in twee jaar te verlagen van 120% naar 110%.

Daarnaast vroegen we de respondenten of er is bezuinigd op het gebied van het kindpakket/ondersteuning van kinderen in armoede. In iets minder dan één op de twaalf gemeenten is dat het geval. In al deze gemeenten zit de PvdA in de oppositie. Er werd onder andere bezuinigd door de middelen die bedoeld zijn voor de bestrijding van kinderarmoede niet daarvoor in te zetten, maar naar de algemene reserve te laten vloeien.  

grafiek_3.pngVervolgens stelden we de vraag of er is bezuinigd op de collectieve/voorliggende voorzieningen in de Wmo. Op de volgende zaken werd onder andere bezuinigd: verlagen tarieven PGB, bezuinigen op cursussen voor mantelzorgers, bezuiniging op mantelzorgcompliment, afschaffing indicaties en schuldhulpverlening. In 22% van de gemeenten werd bezuinigd. In 28% van de gemeenten waar bezuinigd werd, maakt de PvdA deel uit van de coalitie.

Ook op de maatwerkvoorzieningen in de Wmo werd bezuinigd. Bijvoorbeeld door de toegang te beperken, de aanpassing van de norm huishoudelijke hulp (minder uren), een verlaging van het aantal te vergoeden kilometers in het doelgroepenvervoer, strengere indicering bij de individuele wasservice en een verlaging van de tarieven PGB. In bijna een kwart van de gemeenten vonden deze bezuinigingen plaats. En in de groep gemeenten waar hierop bezuinigd werd, zit de PvdA in iets minder dan een kwart gevallen in de coalitie.  

grafiek_4.pngIn één op de vijf gemeenten is bezuinigd op de sociale infrastructuur. In een kwart van deze gemeenten zit de PvdA in de coalitie. Er werd onder andere bezuinigd op sport, activeringscoaches, jongerenwerk, welzijn en het onderhoud van wegen en fietspaden.

Bovenstaande cijfers geven een indruk van de bezuinigingen in de gemeenten. Op het gebied van kinderen in armoede is in de minste gemeenten bezuinigd (7,89%). In geen van de gemeenten waar bezuinigd werd, maakt de PvdA deel uit van de coalitie. Op inkomensondersteuning werd eveneens in relatief weinig gemeenten bezuinigd, namelijk 10,53%. Ook hier geldt dat in geen van de gemeenten die bezuinigden de PvdA in de coalitie zit.

grafiek_6.pngOp de collectieve/voorliggende voorzieningen werd in 22% van de gemeenten bezuinigd. Voor de maatwerkvoorzieningen Wmo vonden bezuinigingen in 23,68% van de gemeenten plaats. Tot slot werd er in 20% van de gemeenten bezuinigd op de sociale infrastructuur. Op deze zaken werd zowel bezuinigd in gemeenten waar de PvdA in de oppositie zit als in gemeenten waar de PvdA deel uitmaakt van de coalitie.

Hoe werd de begrotingsbehandeling ervaren?

Naast bovenstaande vragen over bezuinigingen vroegen we de respondenten ook naar hun ervaringen tijdens de begrotingsbehandeling: wat hebben ze bereikt waar ze trots op zijn? Wat was het dieptepunt en wat het meest bijzondere moment? 

grafiek_6.png

Hoogtepunten

Bij de respondenten die deel uitmaken van de coalitie was er veel reden om trots te zijn. Dingen die vaak genoemd worden zijn het in stand houden van voorzieningen (bijvoorbeeld cultuur, sport, bibliotheek, zwembad) en het voorkomen van bezuinigingen (in het sociaal domein).

Bij de oppositie is het antwoord op deze vraag verdeelder. Er zijn gemeenten waar de PvdA vanuit de oppositie kleinere en grotere successen heeft behaald. Een greep uit de successen: een onderzoek en maatregelenpakket om de energietransitie ook haalbaar te maken voor minima, het aanscherpen van de aanpak huiselijk geweld, behoud bibliotheek, budget voor biodiversiteit, extra geld voor de voedselbank, extra geld voor de regionale omroep, extra geld voor de horeca om de winter door te komen, extraatje van €30 voor de minima, meer aandacht voor betaalbare woningen en verhoging coronacompensatie voor amateursportverenigingen. Een gemene deler van de gemeenten waarin de PvdA deze successen behaalden is dat er niet bezuinigd werd op de Wmo, inkomensondersteuning en de basisinfrastructuur.

Een tiental respondenten geeft aan eigenlijk niets bereikt te hebben waar ze trots op zijn. Er werden wel moties en amendementen ingediend, maar deze werden allemaal tegengehouden door de coalitie. De moties en amendementen waren wel een manier voor de PvdA om zich te profileren.

Dieptepunten

Daarnaast waren er ook dieptepunten bij de begrotingsbehandeling. De respondenten die deel uitmaken van de coalitie noemen meermaals als dieptepunt het ongemotiveerd tegen de begroting stemmen door de oppositie. Ook de moeizame samenwerking tussen oppositie en coalitie en de verdeeldheid in de raad worden genoemd. In twee gemeenten waar de PvdA dit jaar tot de coalitie toetrad, is de verhouding met de partijen die nu niet meer tot de coalitie behoren niet al te best. Een ander dieptepunt zijn de vele bezuinigingen die noodzakelijk waren om de begroting sluitend te krijgen. 

Van bezuinigingen tot niet serieus genomen worden door de coalitie: begroten is niet altijd even leuk

De respondenten die deel uitmaken van de oppositie noemen een aantal specifieke dieptepunten, bijvoorbeeld het uitgeven van veel geld aan een klimaatinstallatie in het gemeentehuis terwijl er flink bezuinigd wordt, het gebrek aan aandacht voor kunst en cultuur en de bezuiniging op de bemensing van de fietsenstalling. Meer algemeen noemen deze respondenten als dieptepunt dat hun voorstellen niet serieus genomen werden door de coalitie. Moties en amendementen werden niet serieus genomen, afgedaan als overbodig of de coalitie wilde er zelfs niet eens over praten. Dat leidt tot een gevoel van machteloosheid en koele verhoudingen tussen oppositie en coalitie.

De stemming over de begroting

Naast de ervaringen tijdens de begrotingsbehandeling vroegen we de respondenten naar de stemming over de begroting. Ten eerste vroegen we de respondenten of de gemeente een sluitende begroting heeft ingediend. In het grootste deel van de gemeenten, iets meer dan 80%, is dat het geval. In de meeste gevallen waarin de begroting niet sluitend is, betreft het bepaalde jaren uit het meerjarenperspectief die niet sluiten (bijvoorbeeld: 2021 en 2024 wel sluitend, 2022 en 2023 niet).

Eén gemeente heeft een ‘claim Rijk’ opgenomen in de begroting voor de tekorten in de Wmo (€ 4 miljoen) en de jeugdzorg (€ 2 miljoen), omdat de gemeente het zat is telkens te moeten bezuinigen op taken waarvoor vanuit het Rijk te weinig middelen komen. Als de claim wordt ingewilligd, dan sluit de begroting. Is dat niet het geval, dan is er een fors tekort dat vanuit de algemene reserve kan worden opgelost.

Hoe de begroting werd aangenomen verschilt per gemeente. In ruim 20% van de gemeenten stemde alleen de coalitie voor. In bijna 27% van de gevallen werd de begroting unaniem aangenomen. In meer dan de helft van de gevallen lagen de stemverhoudingen anders, maar stemde in ieder geval de coalitiepartijen en een deel van de oppositiepartijen voor.

Niet iedere gemeente dient een sluitende begroting in 

In de gemeenten, waar alleen de coalitie voor de begroting stemde, maakt de PvdA in 44,4% van de gevallen deel uit van de coalitie en in 55,6% van de oppositie. In de gemeenten waar de begroting unaniem werd aangenomen maakt de PvdA in 25% van de gevallen deel uit van de coalitie en 75% van de oppositie.

In de gemeenten waar de PvdA in de coalitie zit, stemde de fractie altijd voor de begroting. De fracties die deel uitmaken van de oppositie stemden ook in het merendeel voor, namelijk 66,7%. De 33,3% van de PvdA fracties die tegen de begroting stemden hadden daar uiteenlopende redenen voor. Bijvoorbeeld onaanvaardbare bezuinigingen op het sociaal domein, niet goed onderbouwde bezuinigingen, het niet kunnen vinden in de gemaakte keuzes of het feit dat geen enkele motie of amendement werd aangenomen. De oppositiefracties die voor stemden deden dit met name, omdat er een realistische begroting voor lag waarin essentiële zaken niet (te hard) geraakt werden.

Conclusie

Worden er andere keuzes gemaakt met betrekking tot bezuinigingen in de gemeenten waar de PvdA in de coalitie zit? Dat is de vraag waar dit onderzoek om draait. Deze vraag werd onderzocht aan de hand van een vijftal mogelijke bezuinigingen in het sociaal domein:

  • Bezuinigingen op inkomensondersteuning
  • Bezuinigingen op het kindpakket/kinderen in armoede
  • Bezuinigingen op de collectieve/voorliggende voorzieningen
  • Bezuinigingen op de maatwerkvoorzieningen in de Wmo
  • Bezuinigingen op de sociale basisinfrastructuur

Bezuinigingen op inkomensondersteuning en kinderen in armoede kwamen niet voor in de gemeenten waar de PvdA deel uitmaakt van de coalitie. Maar, de PvdA kon de bezuinigingen niet op alle vlakken tegenhouden. Op de andere drie terreinen – collectieve/voorliggende voorzieningen, maatwerkvoorzieningen in de Wmo en sociale basisinfrastructuur – werd wel bezuinigd door gemeenten waar de PvdA deel uitmaakt van de coalitie. Het aandeel gemeenten met de PvdA in de coalitie waarin bezuinigd werd, is echter klein. De PvdA maakt in 25-28% van de gevallen deel uit van de coalitie in de gemeenten waar bezuinigd werd op deze drie terreinen. En dat betekent dus dat in het merendeel van de gemeenten waar de PvdA in de coalitie zit, hierop niet bezuinigd werd. 

Uit het bovenstaande kan je voorzichtig concluderen dat er andere keuzes worden gemaakt in gemeenten waar de PvdA deel uitmaakt van de coalitie. Bezuinigingen op inkomensondersteuning en kinderen in armoede zijn ontoelaatbaar voor gemeenten met sociaal-democraten in de coalitie. Bezuinigingen op de collectieve/voorliggende voorzieningen, de maatwerkvoorzieningen in de Wmo en de sociale basisinfrastructuur konden in de meeste gevallen voorkomen worden. Slechts in 25-28% van de gevallen waar de PvdA in de coalitie zit, werd op deze zaken bezuinigd.

 

Bijschrift afbeelding: De raad van Breda vergadert in het Chassétheater

Afbeelding: Branko de Lang | ANP