Waar vult de Kamer haar dagen eigenlijk mee? En zijn er nog zaken die extra aandacht van lokale bestuurders verdienen? Eens in de maand licht senior-beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen twee interessante zaken uit de schijnbaar onuitputtelijke stroom van moties, amendementen en spoeddebatten. Ditmaal zijn dat de verkiezingen tijdens corona en intimidatie bij abortusklinieken.

Verkiezingen tijdens een pandemie

Dat corona nagenoeg niets ongemoeid raakt, zien we al een tijdje. Ook onze democratie ontkomt er niet aan. Van praktisch ongemak als de beperking van het aantal zittingen en het digitale vergaderen tot de meer fundamentele neiging van sommige bestuurders om de gekozen volksvertegenwoordiging op een afstand te zetten. Denk bijvoorbeeld aan de oorspronkelijke coronawet waarin minister de Jonge bij decreet dacht te kunnen gaan regeren.

Gelukkig heeft de Kamer hier een stokje voor gestoken en ligt er nu wel een wet die in balans is. Maar het blijft opletten. Zo komen de Kamerverkiezingen eraan en staan in november al een aantal herindelingsverkiezingen op de agenda. Attje Kuiken maakt zich grote zorgen. De organisatie van de landelijke verkiezingen levert enorme hoofdbrekens op: in veel stemlokalen is coronaproof stemmen onmogelijk en als iedereen tegelijkertijd gaat stemmen is afstand houden er niet meer bij en wordt het lastig om de looproutes te volgen. 

Of alleen nieuwe locaties voldoende zijn, valt nog te bezien

Minister Ollongren zoekt daarom samen met gemeenten naar oplossingen, zoals nieuwe locaties. De eerdere optie van uitstel is gelukkig van tafel, maar het is wel de vraag of alleen nieuwe stembureaus voldoende zijn. Kuiken vindt van niet en heeft samen met D66-woordvoerder Jan Patternotte voorgesteld om ‘early voting’ mogelijk te maken. Door op een centrale plek al enkele weken voor 17 maart een stemlokaal te openen, kan de spreiding van het aantal kiezers worden bereikt en de verwachte congestie bij stemlokalen worden voorkomen. Of Ollongren dit ook een goed idee vindt, wordt later duidelijk.

Intimidatie bij abortusklinieken

Het komt regelmatig voor dat zwangere vrouwen, die naar een abortuskliniek gaan met tegenstanders worden geconfronteerd. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar deze anti-abortus activisten gaan veel verder dan dat. Vrouwen worden belemmerd om de kliniek te betreden, worden voor alles en nog wat uitgescholden, krijgen plastic embryo’s in hun handen gedrukt of worden agressief nageroepen. Lilianne Ploumen vindt dat er een einde aan deze intimidering moet komen en wil samen met een Kamermeerderheid bufferzones rond abortusklinieken inrichten waar dit soort praktijken niet zijn toegestaan.

Een bufferzone rond klinieken zou een goed idee zijn

Ook de rechter – zij het in een voorlopig vonnis – heeft inmiddels geoordeeld dat als demonstranten zwangere vrouwen aanspreken, zij daarmee ‘de bezoeksters onevenredig in hun vrijheid, in het bijzonder in het ongestoord gebruik maken van hun rechten uit de Wet afbreking zwangerschap’ beperken. Reden voor Ploumen om minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vragen te stellen. Zij wilde weten of de minister het met haar eens was dat naar aanleiding van de rechterlijke uitspraak alle gemeenten bufferzones zouden moeten instellen.

De minister hield de boot echter af en antwoordde dat op grond van de Wet openbare manifestaties het in eerste instantie aan de burgemeester is om demonstraties bij abortusklinieken in goede banen te leiden. Daarmee zijn landelijke regels niet nodig, vindt De Jonge. Burgemeester kunnen zelf het beste inschatten wat nodig is. Wel wilde de minister kwijt dat hij ook vindt dat het zeer kwalijk is als vrouwen lastig worden gevallen en in hun vrijheid belemmerd worden. Maar voor echt aanvullende actie is het nu wachten op de definitieve uitspraak van de rechter.

Afbeelding: Remko de Waal | ANP

ton langenhuyzen

Contactgegevens:

T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl