columnHet blijft een rare club, de VNG. Aangevoerd door gewichtige mannen, die met enige regelmaat aan tafel mogen schuiven bij een van onze vele talkshows. Zo ook weer deze week, toen VNG-voorzitter Jan van Zanen aankondigde dat de door hem in april beloofde ‘volledige compensatie voor gemeenten van alle aan corona gerelateerde kosten door het Rijk’ toch iets minder volledig zal zijn.

Op zijn aanvankelijk heel stoere woorden volgde nu een uiterst begripvolle Van Zanen, die ook wel begreep dat alles niet zo maar kan en dat de compensatie van het Rijk niet in één keer zal gaan. Door eerst een hele grote broek aan te trekken, hoog in te zetten en vervolgens terug te krabbelen, past de VNG-voorzitter (en kersverse Haagse burgemeester) in een lange traditie. Of het nu gaat om het bestuursakkoord, de decentralisaties of de budgetten voor de jeugdzorg, telkens is de gekozen strategie van de VNG hetzelfde: hard roepen en veel eisen, om even later de keutel weer in te trekken.

Je kan je met recht afvragen of dit wel zo’n verstandige onderhandelingstactiek is. Natuurlijk doet de VNG ook heel goede dingen, maar onderhandelen is er daar niet een van. Ten tijde van de decentralisaties zaten we als land in zwaar weer. Er moest gekort worden en de VNG liep voorop: niet alleen konden de gemeenten de decentralisaties van de Wmo, jeugdzorg en participatiewet aan, lokaal kon het ook voor 25% minder dan het Rijk.

Grote woorden, waar menigeen ongetwijfeld al snel spijt van had. Zeker toen de tekorten in de jeugdzorg razendsnel heel hoog opliepen, werd de roep om actie groot. Ook hier nam de VNG het voortouw: als er niet heel snel redelijke en structurele budgetten kwamen, zouden de gemeenten de jeugdzorg terug aan het Rijk geven. Nogal een stellingname, maar toen het kabinet met veel zuchten en steunen heel mondjesmaat geld tot 2021 vrijmaakte en een structurele oplossing achterwege liet, bleef het stil.

Natuurlijk heeft de VNG geen gemakkelijke taak. Zie maar eens alle gemeenten met hun verschillende en vaak tegengestelde belangen op één lijn te krijgen. Discussies over de verdeelmodellen stranden hier in de regel ook op. Als er immers geen geld bij komt en het totale budget voor de alle gemeenten gezamenlijk gelijk blijft, zal het extra geld voor de ene gemeente ten koste gaan van de andere. Wie criteria die vooral in stedelijke gebieden spelen hanteert, weet dat het platteland ontevreden zal zijn. En dan vergeten we nog maar de verschillen tussen de G4/G6, G40, P10 en al die andere netwerken van gemeenten, die vaak op ondoorzichtige manier tot stand zijn gekomen, ook binnen de VNG. 

Net als iedere organisatie moet de VNG zich door corona aanpassen. Zo is er dit jaar geen VNG-congres. Menig bestuurder zal dit jammer vinden. Het moeten missen van de vele leuke netwerkcontacten en -momentjes, van het inhoudelijke programma met de talloze excursies, boottochtjes en andere leuke uitstapjes, en het moeten missen van de vele gadgets op de informatiemarkt.

Jammer genoeg, geen feest dit jaar. En ook geen ALV. In plaats daarvan is er een digitale ledenraadpleging. Ook hierin zien we het handelsmerk van de VNG en wordt meer beloofd dan waargemaakt. De ledenraadpleging gaat namelijk alleen over huishoudelijke en organisatorische zaken. Voor inhoudelijke inbreng is geen ruimte. Juist nu de gemeenten voor een ongekende klus staan, de al voor corona opgelopen financiële tekorten steeds groter worden en we middenin een gezondheids-, economische én maatschappelijke crisis zitten, kunnen leden geen moties indienen en wordt er niet over de inhoud gepraat.

En dat brengt ons weer bij het begin van dit betoog. Afgelopen donderdag kwam minister Ollongren met een brief over de voorlopig afgesproken compensatie voor gemeenten. € 566 miljoen trekt het kabinet uit. Dat klinkt als een enorm bedrag, maar als je bedenkt dat er per gemeente nog geen € 2 miljoen overblijft en de kosten een veelvoud daarvan zijn, weet je dat het verre van genoeg is. En de VNG? Die was bij monde van de begripvolle voorzitter nog tijdens het onderhandelingsproces teruggekrabbeld. Nee, van mannen als Van Zanen en vicevoorzitter Bruls heeft Rutte weinig te vrezen. Gemeenten en hun inwoners des te meer. Hun belangenbehartiger laat het ook hier weer afweten.

 

Afbeelding: Sem van der Wal | Hollandse Hoogte