kalkkleinVolgens ministers De Jonge en Dekker zijn de beloften van de Jeugdwet niet ingelost. Een behoorlijk hard oordeel. En eigenlijk ook een beetje raar. Want gemeenten zijn er wel degelijk in geslaagd om in vier jaar tijd meer kinderen die zorg nodig hebben in beeld te krijgen. Natuurlijk zijn we er nog niet. Niet elk kind krijgt de goede zorg, de bureaucratie is te groot en de werkdruk hoog. Maar het is niet zo dat die problemen nieuw zijn. Nee, deze problemen waren juist mede aanleiding om te gaan decentraliseren. 

Terug naar het begin. In 2013 en 2014 ging bestuurlijk Nederland op werkbezoek naar Denemarken om daar de kunst van het decentraliseren af te kijken. Het waren mooie bezoeken en uit de gesprekken met de Denen kregen we twee grote adviezen mee. Als je decentraliseert moet je niet bezuinigen, maar geef je extra budget voor een zachte landing. En denk daarnaast vooraf na over hoe je specialistische jeugdzorg wilt organiseren.

Beide adviezen zijn niet opgevolgd. Niet door het Rijk én niet door de gemeenten. Tot het einde probeerden de provincies te voorkomen dat ze de specialistische jeugdzorg moesten overdragen, omdat de schaal voor het organiseren en bekostigen van deze vorm van jeugdzorg voor gemeenten te groot zou zijn. Op hun beurt wilden de gemeenten - onder aanvoering van de VNG - deze nieuwe taken zo graag, dat zij betoogden voor flink wat minder geld betere zorg te kunnen leveren. En het Rijk verzuimde de achterliggende cijfers op orde te maken en ging decentraliseren zonder dat het aantal jongeren, die gebruik zouden gaan maken van de jeugdzorg, en de kosten, die hiermee gemoeid zouden zijn, duidelijk waren.

En nu, nog geen vier jaar later is er deze brief waarin het lijkt alsof we geen steek verder zijn gekomen. Misschien klinkt dit allemaal wat teleurgesteld en een tikkeltje zuur, maar dat maakt het niet minder waar. Vooral omdat de ministers het grootste probleem niet eens benoemen. De Denen waarschuwden ons al: ‘Wat jullie gaan doen, kan helemaal niet. Een korting van meer dan 20% is waanzin.’ En ze hebben gelijk gekregen. Op een enkele uitzondering na kampt elke gemeente met grote tekorten en het is nog steeds een crime om de cijfers boven water te krijgen. Wethouders staan met de handen in het haar en raadsleden al helemaal.

Het is waar, dat de solidariteit binnen de jeugdzorgregio’s onder druk staat. Maar dat komt niet omdat gemeenten de voordelen van samenwerking niet zien maar omdat de financiële posities niet gelijkwaardig meer zijn. De bureaucratie is inderdaad niet afgenomen. En ook die toename heeft haar oorsprong in het gebrek aan geld. Gemeenten proberen vat te krijgen op de vraag en zien vraagsturing op basis van verantwoording en grip op de toegang van de jeugdzorg en de verwijzers als de mogelijkheid om dat te doen. Waar je ook kijkt, telkens is te weinig budget een van de verklaringen voor de problemen. De marktwerking verergert dit. Juist die marktwerking zorgt voor een enorme druk op de tarieven. Open house aanbesteden heeft ook perverse kanten.

In 2014 werd er al gedreigd met het aanwijzen van regio’s, toen omdat het leek dat niet elke gemeente hierin een plek wist te vinden. De Jonge en Dekker gaan drie stappen verder. Zij vinden, dat ‘een niet vrijblijvende manier van (boven)regionale samenwerking van gemeenten nodig is om de continuïteit van de specialistische vormen van jeugdhulp, jeugdbescherming en -reclassering, te borgen’. Dit is een dwingend voorschrijven. Voor deze regio’s moeten alle taken worden vastgelegd in het schaalniveau (lokaal, regionaal of bovenregionaal) waarop de zorg is belegd, en de inkoop moet worden geregeld met door de landelijke overheid gestelde voorwaarden en eisen aan de toegang.

Nee, niet alle voorwaarden zullen verkeerd zijn, faire tarieven zijn wij immers ook voor. Maar of deze maatregelen wel leiden tot de juiste zorg voor elk kind en minder kinderen in de jeugdzorg is maar zeer de vraag. Wel zeker is dat er weer meer schotten komen en dat was nu net niet de bedoeling.

In mei dreigde de VNG bij monde van haar voorzitter de jeugdzorg terug te geven aan het Rijk als er niet snel veel geld bijkwam. En hoewel er voor de komende drie jaar een klein beetje geld is bijgekomen, lijkt het kabinet dat dreigement heel serieus te nemen en heeft ze zelf weer de touwtjes in handen genomen. De gemeenten raken hun beleidsvrijheid voor een groot deel kwijt. Je kan je ondertussen af gaan vragen wat er overblijft van de idealen achter de decentralisaties. Niet omdat de decentralisaties zijn mislukt, maar omdat Den Haag het allemaal weer wil gaan regelen.

 

Afbeelding: Werry Crone | Hollandse Hoogte