kalkklein.jpgIneens was die er weer: de discussie over kernenergie. Waarom? Omdat Lubach voorstander is? Omdat Klaas Dijkhoff dit riep? Of omdat we met onze handen in het haar zitten als het gaat om de energietransitie en de traagheid hiervan? Blijkbaar heb ik iets gemist, want het hernieuwde pleidooi voor kernenergie kwam voor mij compleet uit de lucht vallen.

Het feit dat er weer over kernenergie gepraat wordt, voelt eerlijk gezegd een beetje unheimisch. Meteen komen de vreselijke beelden van de verwoeste omgeving bij de reactor van Tsjernobyl weer naar boven en moet ik denken aan de waarschuwingen om niet naar buiten te gaan vanwege de radioactieve regen. Volstrekt logisch dus dat je dat niet nog een keer wil en tegen kernenergie bent.

Dacht ik. Tot deze week, want kernenergie is, zo ontdekte ik, echt een generatiedingetje. Tsjernobyl is niet meteen iets waar mijn jongere collega’s aan denken. Zij zien vooral het gebrek aan C02-uitstoot. En ja, natuurlijk is er afval, maar dat is toch veel minder dan vroeger? Als je Lubach en de andere pleitbezorgers mag geloven, bestaat er geen efficiëntere en schonere vorm van energieopwekking.

En Fukushima dan? Ja, daar ging het mis en zorgde een volkomen op hol geslagen reactor voor een aaneenschakeling van verschillende rampen. Maar dat was niet omdat de kernreactor zo onveilig of ouderwets was. Nee, dat kwam door een van de zwaarste aardbevingen en tsunami’s ooit. Een unieke samenloop van omstandigheden. En bovendien: de nieuwe generatie kerncentrales zullen tegen alle vormen van natuurrampen bestendig zijn.

Geruststellend, ware het niet dat die natuurrampen in de toekomst met de klimaatverandering alleen maar heftiger zullen zijn en vaker voorkomen. En ook voor het afval blijkt er geen betere oplossing dan 20 jaar geleden. Het materiaal blijft nog steeds duizenden jaren radioactief. Maar wordt dan meteen gezegd: er is heel weinig afval en we stoppen het diep onder de grond.

Het verschil zit hem er dus niet in dat de risico’s van kernenergie anders of minder zijn geworden. Het generatiedingetje is meer dat er anders naar gekeken wordt. Bij Fukushima zou volgens Lubach maar één iemand door de straling overleden zijn. De dodelijke slachtoffers vielen door de aardbeving en tsunami. Nog los van de vraag of dat van die ene stralingsdode klopt, zijn er meer gevolgen dan dodelijke slachtoffers alleen. Door de ramp in de kernreactor is een enorm gebied onbewoonbaar verklaard en moesten honderdduizenden mensen vluchten. De grond is afgegraven en opgestapeld in zakken, want wat moet je ermee?

Dus vind ik het onbegrijpelijk dat mensen nu massaal achter Lubach aanlopen. Net zoals ik het volkomen begrijpelijk vind dat veel Japanners hun overheid nog niet vertrouwen als die zeggen dat ze weer terug kunnen naar hun woning. Daarbij is kernenergie duur. Niet alleen het bouwen van een kerncentrale kost enorm veel geld, ook als het misgaat zijn de (maatschappelijke) kosten hoog. Bij Fukushima gaat men inmiddels uit van $ 188 miljard. Een aardig bedrag dat je ook in de energietransitie had kunnen steken.

Maar goed, deze week bleek het doorbreken van de taboesfeer belangrijker. Het is hip en tegendraads om voor kernenergie te zijn en met allerlei leuke staaltjes, slimme retorische trucs en humor worden we rijp gemaakt voor meer investeringen in kernenergie. Natuurlijk is het altijd goed om taboes tegen het licht te houden en kan het heel belangrijk zijn om ze te doorbreken. Maar ergens voor zijn, enkel en alleen omdat het een taboe is, vind ik gewoon raar.

 

Bijschrift afbeelding: De Belgische kerncentrale TIhange (vlak over de grens) is al vaak negatief in het nieuws geweest

Afbeelding: Maikel Samuels | Hollandse Hoogte