Lukt het PvdA-wethouders onderwijs nog om klassieke sociaal-democratische waarden als verheffing en gelijke kansen voor iedereen te realiseren? Met meer onderwijswethouders dan in de vorige periode zou wethouderssocialisme weer kansrijk moeten zijn. Maar is dat ook zo? Waar lopen wethouders tegenaan, waar liggen de uitdagingen en hoe pakken ze hun rol?

Honderdzestien dagen. Dat is de periode waarin Marjolein Moorman nu wethouder onderwijs is in Amsterdam. Een stad waarin veel speelt en waarin onderwijs een meer dan uitdagende portefeuille is. De lijnen waarlangs de diversiteit zich in de hoofdstad aftekent zijn veelvuldig en veelkleurig: overwegend wit in het algemeen bijzonder onderwijs, zoals Dalton- en Montessorischolen, en anderskleurig in bijvoorbeeld het Islamitisch onderwijs. ‘Uit onderzoek van de gemeente blijkt heel duidelijk dat de keuze van ouders niet zozeer afhankelijk is van het soort school, maar van de groep kinderen die al op een school aanwezig is.’

Segregatie in welke vorm dan ook is Moorman een doorn in het oog. ‘We leven met 180 verschillende nationaliteiten in deze stad en dat geeft een enorme rijkdom. Je kan veel van elkaar leren, over en weer. Daarom vind ik het onbestaanbaar dat je die verschillende culturen niet terugvindt in de klas.’ Ouders dwingen om hun kinderen naar een andere school te sturen, ziet Moorman niet zitten. ‘In Amerika zijn experimenten gedaan om kinderen vanuit de hele stad bij elkaar in scholen te zetten. Dat is faliekant mislukt. Je kunt ze wel verleiden. Door te zorgen dat je investeert, daar waar dat het hardste nodig is.’

Moorman: 'Het zou niet mogen uitmaken waar in de stad je naar school gaat'

Dat is in het verleden te weinig gebeurd, zegt Moorman. ‘Het zou niet uit mogen maken waar in de stad je naar school gaat. Niet voor de kwaliteit, maar ook niet voor hoe er wordt omgegaan met burgerschap. Onderwijs moet de grote gelijkmaker zijn en moet echt gelijke kansen bieden. Nu zien we te vaak dat het de grote ongelijkmaker is.’ Kinderen die uit een heel kansrijke omgeving komen, worden op school in staat gesteld om die kansen te pakken. ‘Kijk maar eens naar de enorme bijlescultuur die aan het ontstaan is.’

Of de categorale gymnasia. ‘We hebben er op dit moment zeven. Zeven! De kinderen die daar op zitten zijn voor 80% van hoogopgeleide ouders. Kinderen van lager opgeleide ouders gaan vaak naar een brede scholengemeenschap.’  In feite is er dus sprake van dubbele segregatie: leerlingen op verschillende schoolniveaus treffen elkaar niet en leerlingen op hetzelfde niveau, maar met een verschillende sociaal-economische achtergrond komen elkaar ook niet tegen.

Moorman: 'Ik doe het gewoon wel, dat sturen'

De wettelijke mogelijkheden zijn niet heel ruim. ‘We gaan vooral over de schoolgebouwen en te weinig over de kwaliteit,’ erkent Moorman. Dat zou moeten veranderen. ‘Maar ik doe het gewoon wel, dat sturen. Ongeveer 20% van de middelen van scholen in Amsterdam is gemeentelijk geld. Dan wil ik daar ook iets van invloed voor terug. Ik wil duidelijkheid over de kwaliteit en over hoe we omgaan met segregatie.’

Moorman kijkt ook uitdrukkelijk naar het Rijk. ‘Stel ons nou in staat om dit op lokaal niveau zo goed mogelijk te doen. Het lerarentekort is hier bijvoorbeeld het grootst. Dan heb ik niet zoveel aan generiek beleid maar aan maatregelen waar ik mee uit de voeten kan. Daar verwacht ik dat het Rijk mij meer armslag geeft.’

Schoolstrijd honderd jaar na dato

Dat segregatie vele vormen kent en lang niet altijd om kleur gaat, weet de Steenwijkerlandse wethouder Trijn Jongman als geen ander. Steenwijkerland kent verschillende kernen waar het voor veel kleine scholen vaak lastig is om open te blijven. ‘Diversiteit is hier meer een zaak van denominaties (bijzonder en openbaar onderwijs, red.) dan van mensen met een andere dan Nederlandse achtergrond.’

De uitdaging is om deze twee groepen dichter bij elkaar te brengen, zegt Jongman. Soms lukt dat, zoals in het dorp Wanneperveen waar de medezeggenschapsraad de wens uitte om van twee scholen één te maken. Soms ook niet. ‘Als je scholen in kleine kernen open wil houden dan moet je bereid zijn om samen te werken. Een voorbeeld is de school in het kleine Scheerwolde met ongeveer 24 leerlingen. Hoewel ik me er sterk voor maak, is het nog maar de vraag of we die open kunnen houden. Daar zou ik graag meer op willen kunnen sturen. Nu ben ik vooral een bemiddelaar. Kinderen moeten wat mij betreft zo dicht mogelijk bij elkaar opgroeien, zodat je hechting en saamhorigheid kweekt in plaats van verschillen uit te vergroten.’

Jongman: 'Nu ben ik vooral bemiddelaar'

In de gemeente Hardenberg heeft Gitta Luiten onderwijs in haar portefeuille. Ook hier geen grote diversiteit aan nationaliteiten. ‘We hebben wel een azc van enige omvang, maar die heeft een eigen school voor primair onderwijs. Verder krijgen we steeds meer statushouders. In het onderwijs hier gaat het om de verschillen tussen openbaar, christelijk en gereformeerd. Die hebben allemaal hun eigen scholen. Enkele van onze 29 kernen zijn zelfs grotendeels rooms-katholiek.’

Inmiddels is de gemeente Hardenberg zover dat sommige scholen nu een gebouw delen. ‘Wij investeren in huisvesting voor de scholen, maar we verbinden daar wel eisen aan. Met alle scholen in het primair onderwijs hebben we een huisvestingsplan gemaakt en daarin wordt gesproken over samen in één gebouw, maar dat betekent niet altijd fusie of inhoudelijke samenwerking.’

In twee kernen lijkt het er trouwens op dat er de stap wordt gemaakt om letterlijk samen te gaan, zegt Luiten. ‘Een fusie tussen een openbare en een christelijke school is een grote stap. De belangrijkste reden daarvoor is dat de ouders zien dat de scholen zo klein worden dat het ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs.’

Gewoon doen

‘Gewoon doen, dat sturen,’ vindt Tweede Kamerlid en onderwijswoordvoerder Kirsten van den Hul. ‘Ik herken de handelingsverlegenheid bij wethouders. Ik hoor ze vaak zeggen dat ze alleen maar over de stenen gaan. Dat is een wijdverbreid misverstand. Er zijn hele inspirerende voorbeelden van wethouders die de handschoen oppakken en die die bescheidenheid aan de kant schuiven. Dan denk ik ook aan Lodewijk Asscher toen hij onderwijswethouder was in Amsterdam. Hij zei “uitval is wel degelijk mijn pakje aan.”’

Van den Hul: Dat wethouders alleen over de stenen gaan, is een wijdverbreid misverstand

We hebben er allemaal baat bij om de problemen aan te pakken, vindt Van den Hul. ‘Het lerarentekort is een probleem. waar we landelijk mee aan de slag moeten. Maar het is ook iets waar je lokaal iets mee kunt en moet.’ Samenwerking tussen de verschillende bestuurslagen en wethouders onderling kan daarin veel verschil maken, gelooft Van den Hul. Het Kamerlid vindt het mooi om te zien dat de samenwerking lokaal, landelijk en landelijk steeds meer vorm begint te krijgen. ‘Ik stel steeds vaker Kamervragen naar aanleiding van situaties die ik krijg aangereikt vanuit de lokale fracties. En als ik zelf een kans krijg om iets lokaal op te pakken, dan zet ik dat uit via de appgroep.’

 

Ben je ook wethouder onderwijs, maar nog geen lid van de Whatsappgroep? Meld je dan nu aan via deze link


Afbeelding: Werry Crone | Hollandse Hoogte