kalkklein.jpgGeld: de één vindt het belangrijker dan de ander, maar voor iedereen geldt dat je er wel genoeg van moet hebben. Jij en ik, maar bijvoorbeeld ook de gemeenten. Vandaar de eeuwige discussie over de verdienmodellen. Want zijn die wel eerlijk? Houden ze genoeg rekening met de omstandigheden in de regio en met de bevolkingssamenstelling? Worden de stedelijke gebieden of juist het platteland bevoordeeld? En wat betekent het eigenlijk als je een ‘voordeelgemeente’ bent, maar wel wordt geacht solidair te zijn met de nadeelgemeenten in jouw regio?

Genoeg vragen, maar tot voor kort weinig antwoorden. Daarom kreeg onderzoeksbureau Andersson, Effers, Felix van het ministerie van Binnenlandse Zaken opdracht om nu toch eindelijk eens kwalitatief onderzoek te gaan doen. En wat blijkt? De verdeelmodellen moeten op de schop, zijn kostengericht, houden geen rekening met autonome veranderingen en worden door gemeenten als richtinggevend ervaren.

Allemaal weinig verrassend. De modellen zijn bijvoorbeeld gebaseerd op resultaten uit het verleden en die zijn nog nooit een garantie voor de toekomst geweest. Toch is het goed dat het nu door onafhankelijke onderzoekers is opgeschreven. Zoals het onderzoekers betaamd spreken ze geen oordeel uit, maar wie door de regels door leest, ziet dat ze het allemaal niet zo handig vinden.

Ook dat mag geen verrassing heten. Gemeenten kregen er een halve wereld aan taken bij, maar werden tegelijkertijd geconfronteerd met forse bezuinigingen en een Tweede Kamer die bij elke beleidswijziging van een gemeente aanleiding zag om moord en brand te schreeuwen. Grote vraag is wat de Tweede Kamer dan had verwacht. Want natuurlijk hebben de gemeenten hun beleid aangepast op het beschikbare budget. Wat hadden ze anders moeten doen? Het geld voor de verkeersveiligheid gebruiken voor de zorg of de ruimtelijke ordening op slot zetten? Het kan in theorie, maar erg realistisch lijkt me dat niet.

De onderzoekers bieden ook een uitweg. Ze willen dat de verdeelmodellen gebaseerd worden op de gemeentelijke realisatiecijfers van 2017. En dat vind ik dan weer een beetje een gekke oplossing. Misschien begrijp ik het verkeerd, maar is dat niet in tegenspraak met de constatering dat het budget leidend is?

Het laatste woord is er dus nog niet over gezegd. De kern van de zaak blijft de eerlijke verdeling van het geld. Een kwestie die niet alleen de ter grondslag aan onze idealen ligt, maar ook buitengewoon actueel is. Zo stijgen de opbrengsten van de ozb weer door de stijgende woz-waarde. Mooi meegenomen voor de gemeenten, maar de woningcorporaties zijn minder blij. Door de stijging van de woz neemt de waarde van hun bezit immers toe. En dat wordt weer gezien als winst waar belasting over moet worden betaald.

Bovendien stijgt ook de verhuurdersheffing doordat die gekoppeld is aan de (steeds maar stijgende) waarde van de koopwoningen in de directe omgeving. Al met al gaan de corporaties op termijn zo’n € 1,1 miljard meer aan belasting (stijging verhuurdersheffing is hierbij nog niet meegenomen, red.) betalen. Zet dat af tegen de € 1,4 miljard die de afschaffing van de dividendbelasting jaarlijks kost en je ziet hoe dit kabinet over herverdeling denkt.

Afbeelding: Shutterstock