Door de vergrijzing neemt ook het aantal ouderen met dementie steeds verder toe. Er zijn veel beginnend dementerende ouderen die het liefst zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen, maar daarvoor wel tijdig ondersteuning en begeleiding nodig hebben. Wat kunnen gemeenten doen om deze ouderen en hun mantelzorgers te helpen? We spraken er over met enkele wethouders en met Alzheimer Nederland.


Een derde van de gemeenten heeft dementiebeleid, twee derde dus niet

Portret Julie MeerveldJulie Meerveld

Manager Belangenbehartiging en Regionale Hulp bij Alzheimer Nederland


Hoe groot is het probleem eigenlijk?

‘In Nederland zijn er op dit moment ongeveer 290.000 mensen met dementie. Dat aantal zal de komende twintig jaar door de vergrijzing verdubbelen. Het komt er op neer dat ongeveer een op de vijf mensen in zijn of haar leven dementie krijgt.’

Vanaf welke leeftijd is dat doorgaans?

‘Er zijn nu zo’n 14.000 mensen jonger dan 65 jaar die dementie hebben. De rest is ouder.’

Een enorme opgave dus door die verdubbeling. Zijn gemeenten daar goed mee bezig?

‘Dat is heel verschillend. Als je het goed wilt aanpakken, moet je drie dingen doen: zorgen dat er woonvormen voor mensen met dementie gepland worden, voldoende activiteiten organiseren voor mensen met dementie en werken aan een dementievriendelijke samenleving.’

Wat is een dementievriendelijke samenleving?

‘Dat de bakker, de buurman, de chauffeur, de pedicure en de meneer of mevrouw achter de kassa in de winkel weet hoe om te gaan met iemand met dementie. En dat ze het dus ook weten te herkennen.’

Waarom is dat belangrijk?

‘We willen als samenleving dat mensen zo lang mogelijk door kunnen gaan met de activiteiten die ze altijd al deden: voetballen, bridgen, de volkstuin en al die andere zaken die het leven mooi maken. Dat moet je dus faciliteren.’

Hoeveel gemeenten zijn hier goed mee bezig?

‘Ongeveer een derde van de gemeenten is wel op de een of andere manier bezig met dementiebeleid. Maar we zien ook dat er grote verschillen zijn en dat het aantal gemeenten die bezig zijn met het bouwen of verbouwen van woonvormen, die geschikt zijn voor mensen met dementie heel laag is.’

Waarom is dat zo erg?

‘Meer dan 200.000 mensen met dementie wonen thuis. Drie kwart van hen geeft aan dat hun huis eigenlijk niet geschikt is om er lang te blijven wonen. Veel mensen zouden best willen verhuizen naar een meer geschikte plek, maar die is er regelmatig niet. In de woonzorgvisies en prestatieafspraken voor wonen ontbreekt dementie vaak, terwijl het dus om vele tienduizenden mensen gaat. Met passende woonvormen voor mensen met dementie en hun eventuele partner bevordert de gemeente ook nog eens de doorstroming in de woningmarkt.’

Welke gemeente doet het heel goed?

‘Rotterdam heeft recent een convenant getekend, waarin ze beloven in hun beleid en communicatie in te zetten op de dementievriendelijke samenleving. Inwoners, maatschappelijk middenveld en ondernemers worden daarin gestimuleerd. In Bathmen gaan buurtbewoners zelf aan de slag met activiteiten. In Roermond organiseert de gemeente trainingen voor clubs en verenigingen en activiteiten, onder andere met Alzheimer Nederland. Dat zijn goede stappen.’

Wat zou je gemeenten adviseren die een slag willen maken in hun dementiebeleid?

‘Het belangrijkste is, dat gemeenten überhaupt aan de slag gaan met die drie punten. Er moet budget beschikbaar gesteld worden voor lotgenotencontact, Odensehuizen, ontmoetingscentra en ondersteuning van mantelzorg. Pas bijvoorbeeld ook het subsidiebeleid voor clubs en maatschappelijk middenkader aan en eis dat er dementievriendelijke regels zijn.’

Zijn er ook zaken die gemeenten juist níet zouden moeten doen?

‘Wat je vooral niet moet doen is mensen pas laat attenderen op bijvoorbeeld ontmoetingscentra, omdat je daar denkt geld mee uit te sparen. En ook moet je geen scherpe maxima instellen voor activiteiten vanwege budgettaire beperkingen, want dan worden mensen juist gedwongen snel naar een verpleeghuis te gaan. Maak dan afspraken met zorgkantoren bijvoorbeeld. Ik snap dat het budgettair moeilijk kan lijken, maar als iemand vroegtijdig naar een verpleeghuis wordt verwezen is dat nog veel duurder.’


Uiteindelijk willen we een dementievriendelijke gemeente worden

Portret Dorus LuyckxDorus Luyckx

Wethouder in Enkhuizen


Hebben jullie beleid voor dementerende ouderen?

‘Een jaar of zes geleden is Enkhuizen begonnen met specifiek inzetten op beleid voor dementerende ouderen. Toen kwam het besef dat het een groeiende groep was, met hele specifieke problemen waar we iets mee wilden en moesten doen. We werken nu samen met de woningcorporatie, die ook een welzijnstak heeft. Met name ouderen met beginnende dementie kunnen bij elkaar komen in het Enigmahuis. Dat is echt een ontmoetingsplek en daar kunnen zo’n 12 tot 15 mensen terecht.’

Wat doen jullie nog meer?

‘Ja. We organiseren ook eens per maand een Alzheimercafé in de Herfstzon in het dorpscentrum. Vaak komen de partners mee. Je kunt er ervaringen uitwisselen met lotgenoten onder begeleiding van iemand die meer weet van dit soort problematiek. Een kopje koffie, uitwisseling, soms een wandelingetje. Het klinkt allemaal heel basaal, maar het is wel nuttig.’

Is dit een initiatief van de gemeente, of is het een partnerschap met andere partijen?

‘Dit is opgezet in samenwerking met Alzheimer Nederland. We maken natuurlijk graag gebruik van hun expertise. Daarnaast rollen we nu ook beleid uit om een dementievriendelijke gemeente te worden.’

Wat houdt dat in?

‘We proberen in ons beleid rekening te houden met alles, waar ouderen met dementie of mensen die voor hen zorgen te maken krijgen. Zo kunnen mensen samen met een beleidsmedewerker bepaalde aanvraagformulieren invullen, zijn huisbezoeken mogelijk als dat nodig is en hebben we een stappenplan opgesteld, zodat mensen weten waar ze op welk moment terecht kunnen met hun vraag of opmerking.’

In het Enigmahuis kunnen zo’n 15 mensen terecht, is dat voldoende?

‘Nee, zeker niet. We hebben nu te maken met ongeveer 320 mensen in onze gemeente, die op enigerlei wijze met dementie te maken krijgen. Tot 2050 zal dat oplopen tot 780. En dat op een kleine 19.000 inwoners.’

Dus er moet meer gebeuren, komt dat er ook aan?

‘Enkhuizen is een heel sociale gemeente, er gebeurt al veel en dat zal ongetwijfeld meer worden. Vrijwilligersorganisatie Helpende Handen biedt ook ondersteuning en we werken samen met de zorginstellingen.

Maar als gemeente is het toch wel lastig om er voldoende middelen voor te vinden. De zorg zit natuurlijk al behoorlijk in de knijp, denk maar aan de problemen met de jeugdzorg. Ik denk daarom dat het goed is om richting het Rijk aan te geven dat we op basis van voorspellingen meer middelen nodig hebben om de mensen die er last van gaan krijgen te helpen.’


We doen al heel veel, maar in de toekomst is nog meer nodig

Portret Wilma de Boer-LeijsmaWilma de Boer-Leijsma

Wethouder in Eemnes


Hoe groot is de problematiek met dementie in Eemnes?

‘Ook wij zien een toename in het aantal mensen met dementie. Een aantal jaar geleden hebben we daarom een huis geopend met drie woongroepen van acht bewoners. Zij hebben per groep een gezamenlijke huiskamer. Het is dus kleinschalig en bewoners worden begeleid door Amaris. Dankzij deze woonvorm kunnen mensen hun partners dicht bij huis blijven zien.’

Is dat genoeg, die maximum 24 plekken?

‘Op dit moment wel. Er komen ook mensen uit omliggende woonplaatsen naartoe. En we doen nog meer.’

Vertel?

‘We hebben ook het ‘Huis van Eemnes’. Dat is ons cultureel centrum, waar ook de sporthal en de bibliotheek in zitten. Daar bieden we elke dinsdag ruimte voor ontmoeting. Niet alleen voor mensen met een beginnend geheugenprobleem, maar bijvoorbeeld ook voor mensen met een fysieke beperking. We vinden het fijn, dat mensen niet apart komen te zitten, maar onderdeel blijven uitmaken van de samenleving. Versa begeleidt dit en organiseert allerlei activiteiten. Een paar weken geleden heb ik in de bibliotheek de Dementheek geopend. Dat is een grote kast met materialen waar je als familielid of vrijwilliger inspiratie uit kunt putten.’

Doen jullie dat allemaal alleen of in samenwerking met andere gemeenten?

‘We werken veel samen met Blaricum, Laren en vaak ook Huizen. Zo hebben we het Alzheimer café. Dat wordt georganiseerd voor de vier gemeenten in de regio en is gericht op mantelzorgers en specifieke hulpvragen. In Huizen zit ook nog het Geheugenhuis. Dat is vergelijkbaar met een Odensehuis.’

Voor een kleine gemeente gebeurt er dus relatief veel?

‘Ja, we zijn een kleine gemeente met ruim 9.000 inwoners, maar we houden er rekening mee dat het aantal dementeren gaat verdubbelen in de komende jaren. Daarom hebben we nauw contact met Alzheimer Nederland en bereiden we ons met hen voor op een grotere zorgvraag in de toekomst. Daarbij richten we ons vooral op preventieve zorg in plaats van curatief. Dat moet wat ons betreft inclusief zijn, dus dat bijvoorbeeld jongeren en ouderen bij elkaar wonen en elkaar kunnen helpen.’

Jullie hebben ook het predicaat ‘dementievriendelijke gemeente’ gekregen toch?

‘Ja, onze ambtenaren worden getraind, evenals vrijwilligers waar nodig en mogelijk. Denk daarbij bijvoorbeeld aan maaltijdbezorgers. Als zij zien, dat het slechter gaat met mensen, weten ze dat ze dat bij de contactpersoon van Versa, bij de gemeenteambtenaar of bij mij kunnen melden.’


Meer weten over wat je als gemeente kan doen om een dementievriendelijke gemeente te worden? Voorbeelden van passende woonvormen vind je hier, voorbeelden van activiteiten hier en hoe je als gemeente mensen kan trainen lees je hier


Afbeelding: Hans van Rhoon | ANP