Na ons bezoek aan de Achterhoek moesten we even bekomen van alle indrukken. Geïnspireerd zeker, maar ook de vraag wat nu bleef hangen.  Wat kunnen we als politiek hiervan leren? Wat betekenen deze observaties voor onze partij? En speelt dit alleen in de Achterhoek of ook in andere delen van het land?

Op de eerste twee vragen geven we hieronder een eerste – voorlopig – antwoord. Op de laatste komen we na onze bezoeken aan Groningen en Tilburg nog terug. 


De politiek is onzichtbaarder dan we denken en bovenal gekmakend wispelturig

Politici zijn snel geneigd te denken dat alles begint en eindigt met het vaststellen van beleid. Maar veel van de succesvolle initiatieven, die we in de Achterhoek bezochten komen helemaal niet voort uit ‘politiek beleid’. Ze zijn bedacht en opgezet door betrokken mensen, die iets willen betekenen voor hun omgeving.

Meestal komt de politiek daarbij vroeg of laat wel in beeld, omdat er geld of een gebouw nodig is. Maar helemaal van harte gaat dat meestal niet: het is eerder een te nemen hobbel dan een steun in de rug.

Een belangrijke reden om niet afhankelijk te willen zijn van de politiek is de wispelturigheid ervan en het gebrek aan continuïteit. Politieke prioriteiten veranderen vaak iedere vier jaar, waardoor politiek voor veel mensen iets wordt als het weer. Soms schijnt de zon, soms regent het, maar je kunt maar beter een paraplu meenemen. 


Nog altijd veel kracht in de gemeenschap, maar wel kwetsbaar

Het nog altijd sterk aanwezige gemeenschapsgevoel zou volgens de opstellers van de Atlas van Afgehaakt Nederland wel eens de reden kunnen zijn dat het in burgerschapszones als de Achterhoek relatief goed gaat. Natuurlijk is het niet mogelijk om in twee dagen een totaalbeeld van de kracht van de gemeenschap te krijgen, maar we durven wel te stellen dat er bij de bezochte initiatieven meer dan voldoende kracht en energie zat. Niet alleen als het gaat om het bedenken van plannen, maar ook als het gaat om de uitvoering. Als mensen al zijn afgehaakt, dan in ieder geval niet op elkaar.

Maar het is wel kwetsbaar. De initiatieven zelf leunen op enkele – vaak pensioengerechtigde – vrijwilligers. Wat gebeurt er als er geen opvolger gevonden wordt? En ook in brede zin is de balans precair: voorzieningen verdwijnen, jongeren trekken weg en de buurtbus is afhankelijk van vrijwilligers.

En dan heb je nog de buurtschappen, dorpen en wijken waar minder slagkracht is en de gemeenschap geen sleutelfiguren heeft die het buurthuis draaiende houden. Hebben die domweg pech? Of ligt daar toch een rol voor de lokale politiek?


Participatie door dwarsdoorsnede van de bevolking kan zeker, maar daar is politieke moed voor nodig

Participatie is te vaak een afvinklijstje in een project of een speeltje van de lokale elite. Als politiek dien je het algemeen belang, dus is het terecht dat je daar tegen in het geweer komt. Tegelijkertijd is onze samenleving mondiger dan ooit. Daar zit meer dan voldoende kracht in. Als je het maar serieus neemt: met realistische verwachtingen vooraf, een transparant en goed vormgegeven traject met inspraak van een dwarsdoorsnede van de samenleving én door je als het eenmaal in gang is gezet, er niet tegenaan te bemoeien.

Dat laatste is buitengewoon lastig en eigenlijk in tegenspraak met de aard van het politiek dier. Als politicus ben je actief, omdat je ergens iets van vindt. En word je ook geacht om er iets van te vinden. Maar soms zit de kunst er ook in om het los te laten en inwoners zelf te laten bepalen hoe hun marktplein eruit moet komen te zien.


Systeemwereld – onbedoeld – obstakel

Je leest vaak in rapporten over de systeemwereld die niet aansluit op de leefwereld. Bij initiatieven als de Stadkamer in Doetinchem en Mini-Manna in Ulft hebben we gezien hoe deze mismatch er concreet uitziet. De politiek maakt – vaak met de beste bedoelingen – beleid, dat er op is gericht mensen zo efficiënt mogelijk te helpen en willekeur tegen te gaan.

En natuurlijk is het belangrijk om iedereen gelijk te behandelen en te voorkomen dat de kosten de spuigaten uitlopen. Tegelijkertijd laat de leefwereld van mensen zich niet vangen in bureaucratische regeltjes. Waar maatwerk veelal een oplossing zou kunnen bieden lopen veel kwetsbare mensen en initiatieven stuk op harde beleidsregels en de onverbiddelijke rekenformules van Excel. 

Als iemand met niet aangeboren hersenletsel iedere maand moet solliciteren om een uitkering te krijgen, terwijl hij of zij weet dat betaald werk niet meer gaat lukken, doet dat meer kwaad dan goed. Net als het heel ontmoedigend is als je als revaliderend verslaafde te horen krijgt wat je allemaal verkeerd doet. Probeer de hokjes van Wmo, jeugdwet, participatiewet en wat al niet meer voor even te vergeten. Wat is er voor nodig om Frits, Anja of Ahmed er bovenop te helpen?


Als je hoofd vol zit, ben je niet bezig met het leed van de wereld

De kloof tussen de systeem- en de leefwereld dichten, zal niet over één nacht ijs gaan. Maar dat ervaringsdeskundigen een belangrijke plek moeten krijgen, lijkt helder. Voor iemand die in een mooie doorzonwoning woont en nog nooit op straat geleefd heeft, is het lastig om je te verplaatsen in de leefwereld van mensen zonder dak boven hun hoofd. En als je iedere week zonder naar de prijs te kijken boodschappen inslaat, kan je onmogelijk ervaren welke stress er bij het leven met € 50 in de week komt kijken.


De kloof met randstad is vooral de kloof met Den Haag

En dan de veelbesproken kloof tussen regio en de Randstad: wordt die in de Achterhoek daadwerkelijk zo gevoeld?  Als het gaat om de verhoudingen binnen bestuurlijk Nederland zeker. Voor bestuurders uit de regio is het vaak achteraan aansluiten: ‘Belt u niet ons, wij bellen u, en neemt u ondertussen vooral niet al te veel eigen initiatief.’

Dit gevoel wordt ook door andere mensen die we onderweg spreken herkent, bestuurlijk Den Haag is inderdaad ver weg, maar keert zich verder niet tegen de mensen in de randstad. ‘De randstad is een andere wereld, prima, zolang ze zich maar niet al teveel bemoeien met de onze.’ 


Bijschrift afbeelding: Dankzij vrijwilligers en de restwarmte van de aardappelfabriek bleef het zwembad in Steenderen open

Afbeelding: Koen Verheijden | ANP