Cees-Jan Pen is als lector ‘de ondernemende regio’ verbonden aan de Fontys Hogescholen en onafhankelijk lid van de SER in Noord-Brabant. En dat niet alleen: hij heeft een buitengewone interesse in de bedrijventerreinen. 


Je breekt een lans voor bedrijventerreinen. Waarom?

‘Maar liefst 30% van de banen in Nederland bevindt zich op bedrijventerreinen. Die zijn vaak niet op orde: ze zien er niet uit en er wordt niet in geïnvesteerd. Daarbij is de samenwerking op en met bedrijventerreinen vaak ver te zoeken en maakt men veel te weinig verbinding met de rest van de stad. Daar valt echt veel meer meer uit te halen.’

Maar waarom zou je je daar als overheid, los van het faciliteren van dit soort terreinen, actief mee bemoeien?

‘Simpel. Er liggen grote kansen, zowel op het gebied van werk als met het stimuleren van de circulaire economie. In veel op bedrijventerreinen gevestigde bedrijven draait het nog puur om vakmanschap, hoewel je er tegelijk ook de opkomst van de nieuwe economie ziet.

Als je het hebt over de dreigende tweedeling zijn dit de plekken waar je moet zijn. Door als overheid belangstelling te tonen voor en te investeren toon je vertrouwen en commitment met dit type bedrijven en de mensen die er werken. Je voorkomt ook de verloedering, die zich nu op veel plekken aandient en die later vaak weer tot hoge saneringskosten leidt.’

Is meer aandacht en investeren voldoende?  

‘Nee, je moet ook zorgen voor een link met de rest van de stad. Nu zijn bedrijventerreinen vaak geïsoleerde gebieden. Ik werkte in de tijd van de Vogelaaraanpak in Zaanstad. Dat ligt naast de toenmalige aandachtswijk Poelenburg het enorme bedrijventerrein Achtersluispolder. Maar denk maar niet, dat de twee programmaleiders met elkaar spraken. Echt zonde: als je alle problemen apart van elkaar blijft benaderen laat je kansen onbenut.’

Wat zou je nog meer als gedeputeerde aan doen?

‘Hoewel het in eerste instantie natuurlijk aan de lokale politiek is, zijn dat toch de binnensteden. Wat is een stad zonder kloppend hart? Dat zijn de economische aanjagers en daar gebeurt het. Vergeet niet dat binnensteden grote werkgevers zijn: met name van het type banen dat je hard nodig hebt om iedereen aan het werk te houden. Alleen is daar wel actie nodig, want veel binnensteden lopen leeg.’

Waar zie je mogelijkheden?

‘Er is uitgerekend dat 20 tot 25% van de woningbouwopgave in de binnensteden kan worden gebouwd. Dat alleen al zou voor een enorme economische impuls zorgen. In de zogenoemde kwetsbare wijken is volgens dezelfde berekening ruimte voor maar liefst 700.000 woningen en ook hier levert dit een enorme winst op. Je hoort vaak dat het bouwen in bestaand gebied ingewikkeld en duur is. Maar het bouwen in nieuw gebied is dat ook, terwijl je dan wel problemen in bestaand gebied laat liggen.’

Klinkt leuk, maar is dat meer iets voor een wethouder wonen?

‘Ja, zij hebben wel de leiding. Maar de provincie zou hier een aanjagende rol kunnen vervullen en met substantieel geld over de brug moeten komen. Met “een tonnetje kennisgeld” kom je er niet.’

Naast de wooncrisis zal de energietransitie de komende tijd de ruimtelijke agenda bepalen. Zie je daar ook kansen?

‘Door de energietransitie en de omslag naar een circulaire economie zal er de komende jaren enorm veel werk vrijkomen. Niet alleen bij het installeren van zonnepanelen of isoleren van woningen, maar ook het anders omgaan met bijvoorbeeld grondstoffen, dat weer zal leiden tot allerlei verbouwingen.

Het is dan wel belangrijk dat mensen nu worden opgeleid voor het werk van morgen. Niet voor niets hebben we daar bij Fontys een prioriteit van gemaakt. Breng per regio in kaart aan welk type arbeidskrachten de komende jaren behoefte zal zijn en zorg ervoor dat het opleidingsaanbod hierbij aansluit.’

En wat kan je vanuit de overheid nog meer doen?

‘Stel op korte termijn eisen op het gebied van duurzaamheid, te beginnen bij het verlenen van coronanoodsteun aan bedrijven. Niet alleen omdat duurzaamheid zo belangrijk is, maar ook uit welbegrepen eigen belang: de ontwikkelingen gaan zo hard, dat bedrijven die nu geen omslag maken de boot zullen missen en over tien à vijftien jaar simpelweg niet meer bestaan.’

Wat zie je als de belangrijkste uitdaging?

‘De uitdaging is om de verschillende opgaven aan elkaar te koppelen. Je moet de problematiek van de leeglopende binnensteden met de impulsgebieden en de woningbouwopgave verbinden. En die op hun beurt weer aan de duurzaamheidsagenda en de slechte staat en onderbenutting van onze bedrijventerreinen koppelen. Het geld en de energie, die dan vrijkomen, kunnen leiden tot een ongekende dynamiek. Het realiseren zal in verkokerd Nederland niet meevallen, maar nodig is het wel.’


Afbeelding: Flip Franssen | ANP