Natuurlijk moet er meer gebouwd worden, maar ‘bouwen, bouwen, bouwen’ is niet het hele verhaalzegt Barend Wind. Wind is als universitair docent sociale planologie en onderzoeker verbonden aan de universiteit van Groningen en houdt zich bezig met volkshuisvesting en de woningmarkt.


Vertel, waarom is bouwen, bouwen, bouwen niet genoeg?

‘Hartstikke goed, dat de PvdA een miljoen huizen wil bouwen, maar dat is niet iets waar de PvdA zich op kan onderscheiden. Bijna alle partijen willen dat nu. Echt PvdA is dat die huizen ook betaalbaar moeten zijn en staan in leefbare gemengde wijken. Wat mij betreft richt de PvdA zich allereerst op de probleemwijken in de grote steden, en dan heb ik het niet alleen over de Randstad, maar net zo goed over Leeuwarden, Emmen en Heerlen. Er moeten echt extra fondsen worden vrijgemaakt om deze buurten duurzamer en leefbaarder te maken, en waar kan ook te verdichten om zo een deel van onze woonopgave te halen. Door te investeren in deze wijken sla je meerdere vliegen in een klap.’

Is dat voldoende?  

‘Daarnaast wordt het echt tijd voor bouwen in de regio. We zijn op dit moment wel heel erg gefocust op de grote steden. Maar als ons openbaar vervoer op orde is, zouden we best veel woningen kunnen toevoegen in de regio gemeenten. Het bouwen van woningen geeft regio’s echt een impuls om economisch vitaal te blijven.’

En het binnenstedelijk bouwen dan?

‘Natuurlijk is de wens om binnenstedelijk te bouwen terecht. Dat is alleen wel lastiger en duurder. En de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat ik betwijfel of we die honderdduizend woningen per jaar gaan halen als we ons alleen daarop richten, zoals GroenLinks bijvoorbeeld doet.’

Naast de bouw- is er de verduurzamingsopgave, hoe kijk jij daar tegenaan?

‘Als het gaat om het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad en het bouwen van nieuwe woningen kan ik mij heel goed voorstellen, dat je zegt: “Het bijbouwen van nieuwe woningen krijgt prioriteit boven verduurzaming.” Momenteel staan echt heel veel mensen buitenspel. De woningnood is te hoog om te zeggen: “We investeren eerst in de bestaande voorraad, voordat we nieuwe woningen bouwen.” Anders wordt het als we deze opgaven met elkaar kunnen verbinden. Als we oude stadswijken verduurzamen, maar ook direct nieuwe woningen toevoegen, ontstaat er een win-win situatie.’

Naast bouwen, bouwen, bouwen is iedereen opeens ook voor meer centrale regie en de terugkeer van het ministerie van VROM?

‘Ik ben daar ook voor, maar dat behoeft wel nuancering. In de laatste periode dat het ministerie van VROM bestond, beschikte het nauwelijks over doorzettingsmacht en financiële middelen om echt te kunnen sturen. Een zwak ministerie van VROM is natuurlijk beter dan geen ministerie, maar laten we gaan voor een ministerie dat ook echt een rol van betekenis kan spelen. Een ministerie, dat in de positie verkeert om duidelijke kaders te stellen, maar ook geld heeft. Alleen op die manier kan de Rijksoverheid direct gemeenten en regio’s ondersteunen bij het uitvoeren van ruimtelijke plannen.’

Dat klinkt wel een beetje top-down. Moet het niet dichterbij de burgers georganiseerd worden?

‘Ik snap mensen die zeggen dat beleid zo dicht mogelijk bij burgers vorm moet krijgen. Maar als het gaat om de woonagenda zal er op alle niveaus geschakeld moeten worden. Er spelen in deze sector enorme financiële belangen. Ontwikkelaars hebben grondposities door heel Nederland en kunnen die gebruiken om kleinere gemeenten tegen elkaar uit te spelen. Als gemeente X 30% sociale huur eist en gemeente Y niet, kiest een ontwikkelaar voor het hoogste rendement en dus voor gemeente Y.

Hier is echt een rol weggelegd voor een orgaan, dat in ieder geval hoger is dan de gemeente om een gelijk speelveld af te dwingen. Ik kan me goed voorstellen dat de Rijksoverheid hoofdkaders stelt met plekken, waar er ongeveer gebouwd moet worden en wat voor productie er moet worden gerealiseerd, maar dat dit verder wordt ingevuld door bijvoorbeeld een provincie of woningmarktregio.’

Wat kunnen gedeputeerden verder doen?

‘Voor gedeputeerden zie ik vooral een rol weggelegd bij het afstemmen van bouwclaims tussen gemeenten. Zij moeten ervoor zorgen, dat gemeenten niet tegen elkaar uitgespeeld worden. De vraag is verder of de provincie niet ook in wijkvernieuwing mee zou moeten doen. Op dit moment staat de provincie hierbij heel erg op afstand, maar als je een activistisch provinciebestuurder bent, zou je wat mij betreft samen met gemeenten het lot van de zwakke wijken wel degelijk op je kunnen nemen.’

Welke rol zie je voor wethouders wonen weggelegd?

‘Als ik wethouder was, dan zou ik net als Roeland van der Schaaf (inmiddels voormalig wethouder, red.) in Groningen een verhuurdersheffing invoeren, corporaties steunen met hun bouwplannen door grondposities te verwerven en corporaties voorrang te geven om daar betaalbare woningen op te bouwen. Ik zou, zoals Amsterdam een helder kader formuleren met betrekking tot sociale huur, middenhuur en koop, en daarmee ontwikkelaars dwingen ook sociale huur te bouwen. En net als Zaandam zou ik inzetten op betaalbare koop. Door voorbeelden uit die steden samen te vatten, heb je eigenlijk al een heel mooi gemeentelijk programma.’

En tot slot, waar zou je als PvdA op landelijk op inzetten?

‘Als PvdA-onderhandelaar zou ik allereerst gaan voor een goed toegerust ministerie van VROM en het reguleren van de private sector. Verder gaan we er wat mij betreft voor zorgen dat corporaties weer kunnen bouwen en schaffen we de verhuurdersheffing en vennootschapsbelasting voor corporaties af. Tenslotte zou ik een visie schrijven, waarin we de provincies de ruimte geven om woonbeleid anticyclisch in te steken. Daarin richten we ons op de zwakke groepen en gaan we bouwen op momenten en plekken waar de markt het laat liggen.’


Afbeelding: Hans van Rhoon | ANP