kalkWe hebben weer een boeiende week achter de rug. Maandag zat iedereen gekluisterd aan de buis om de lang verwachte radicale plannen voor veranderingen van Mark Rutte te horen. Over zichzelf en over de bestuurscultuur. Maar zoals van te voren ook wel te verwachten was: radicaal heeft voor een liberaal een andere betekenis dan voor de sociaal-democraat.

Het was een bittere teleurstelling. En ook het debat over het advies van Tjeenk Willink spetterde niet echt van de buis. Veel woorden en soms hele ingewikkelde zinnen, zoals in de motie die door D66 werd ingediend. Als dat de invulling is van een andere bestuurscultuur, dan wordt het in ieder geval een cultuur die voor veel mensen het petje te boven zal gaan.

Maar gelukkig waren er deze week ook weer wat lichtpuntjes te ontdekken. Joris Thijssen zette in zijn maidenspeech bijvoorbeeld een duidelijke stip, waar de PvdA staat in het klimaat- en energiedebat. En dat deed hij in navolging van Habtamu de Hoop op een overtuigende en zeer persoonlijke wijze. Onze nieuwe Kamerleden zijn politici, waar we trots op mogen zijn. Dat schept vertrouwen: net als eerdere lichtingen zal ook deze lichting voor de toekomst van het land van betekenis zijn.

Want dat wij van de PvdA voor het land van betekenis zijn, moge nu toch wel duidelijk zijn. In het begin van de coronacrisis was een PvdA’er nodig om orde op zaken te stellen, zodat de mensen in de zorg hun werk met voldoende bescherming konden doen en er voldoende beademingsapparatuur aanwezig was om zieke mensen van lucht te kunnen voorzien. Als een diesel (excuus voor de niet zo duurzame beeldspraak) voerde Van Rijn zijn opdracht uit voor het kabinet en hielp hij Rutte en De Jonge door de eerste fase van de crisis heen.

Ook de volledig uit de hand gelopen verkenning van D66 en VVD moest door een hele ervaren PvdA’er uit het slop worden getrokken. Tjeenk Willink voerde gesprekken, zorgde voor rust in de tent, lekte geen informatie, hield zijn aantekeningen voor zichzelf en deed op zijn geheel eigen wijze verslag van zijn bevindingen. Met gezag, kennis van zaken en met een bepaalde mate van onderkoeling. Tjeenk Willink oogde veel lof, van links tot rechts. En trots zagen we elke keer weer, bij elk optreden, de toevoeging PvdA bij zijn naam staan.

Nu we weer verder gaan met de formatie is Mariëtte Hamer tot informateur benoemd. Een oude bekende, en ja weer van de PvdA. Alom wordt zij geroemd om haar kwaliteit om mensen met tegengestelde belangen bij elkaar te krijgen, om te verbinden en om bruggen te slaan. Zij heeft de SER weer aanzien gegeven en het weer tot een instituut van importantie gemaakt.

En ook als Mariëtte het om wat voor reden dan ook niet was geworden, stond er een PvdA’er klaar. Onze eigen Kim Putters. En dat is toch iets bijzonders. Alle kwaliteiten, die nu nodig zijn om uit deze vertrouwenscrisis te kunnen komen en een basis te leggen voor een nieuwe regering, vinden we bij onze mensen. Onze PvdA’ers. En dan dient de vraag zich aan: hoe zorgen we ervoor dat er ook over tien tot twintig jaar mensen zijn met dezelfde kwaliteiten, een vergelijkbare staat van dienst en aanzien? Met andere woorden: hoe zorgen we ervoor dat onze nieuwe mensen de Tjeenk Willinks en Mariëtte Hamers van de toekomst worden? Juist, door de PvdA te blijven. Want waar zouden we zijn zonder de PvdA?


Afbeelding: Dirk Hol | ANP