Met het op 7 april door de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) uitgebrachte rapport Een eerlijke kans op een gezond leven staan de toegenomen gezondheidsverschillen eindelijk weer op de politieke agenda. En dat niet alleen: in plaats van de grijsgedraaide plaat van ‘eigen verantwoordelijkheid’ kijkt de raad naar de dieperliggende oorzaken van deze kloof.


Tijdens de eerste coronagolf hadden mensen uit de laagste inkomensgroep twee keer zoveel kans om aan covid-19 te sterven als mensen met de hoogste inkomens, volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). ‘Het probleem wordt erger, want het verschil groeit!’ zegt Nico Bernts van het netwerk Zorg van de PvdA over de toenemende kloof in gezondheid tussen verschillende groepen in de samenleving.

Doormiddel van projecten en voorlichting proberen overheden, zorgverzekeraars en andere organisaties al jaren om deze kloof te verkleinen. Alleen werkt deze benadering niet volgens Bernts. ‘De boodschap klopt natuurlijk. Roken is ongezond, je kan beter matig zijn met alcohol en gezond eten is belangrijk. Maar als het al effect heeft, is dat vooral bij hoger opgeleiden. Als jij met stress van al je schulden thuiszit in een woonwijk met veel fijnstof, dan verdwijnt de boodschap in het niet. Wanneer je alles hetzelfde laat en mensen individueel aanspreekt op hun leefstijl, zoals we de afgelopen jaren gedaan hebben, dan verandert er helemaal niets.’

Bernts: ‘Als je mensen individueel aanspreekt op hun leefstijl, verandert er helemaal niets’ 

Daphne Ketelaars van Expertisecentrum Gezondheidsverschillen Pharos ziet dat ook. ‘De verschillen zijn de afgelopen jaren zeker niet kleiner zijn geworden. Wat wij zien is dat de activiteiten en programma’s om gezondheid te verbeteren vooral mensen met een hoge opleiding bereiken. De mensen, die hier vaak het meest van kunnen profiteren, worden het minst bereikt.’  

Het aanbod is vaak niet eenvoudig toegankelijk, betaalbaar, op maat of in samenspraak met hen ontwikkeld, legt Ketelaars uit. ‘Voor mensen met een lage opleiding is het van belang om ook naar hun leefomstandigheden te kijken. Er is in gezondheidsbeleid onvoldoende aandacht voor deze achterliggende oorzaken, zoals leefomgeving, chronische stress en armoede.’

Ketelaars is programmamanager van GezondIn, het programma dat 150 gemeenten ondersteunt bij het ontwikkelen van een lokale aanpak voor het terugdringen van gezondheidsverschillen. ‘Gemeenten spelen hier een belangrijke rol in. We willen gemeenten oproepen om gebruik te maken van de kennis en voorbeelden van andere gemeenten. Er liggen veel kansen om lokaal gezondheidsverschillen te verkleinen. Maak hier als lokaal bestuur een speerpunt van.’

Lokaal Preventieakkoord

Raadslid in Eindhoven en verpleegkundige Wil van Haalen heeft recent het concept positieve gezondheid op de agenda van de raad gezet. ‘Preventie doet ertoe! Dat weet ik vanuit mijn eigen ervaring. Met positieve gezondheid gaat het niet alleen om fysieke gezondheid. Ook het hebben van werk, contact met lotgenoten, een prettige woonomgeving zijn elementen die kunnen bijdragen aan een betere gezondheid.’  

Dit jaar wordt er dan ook werk gemaakt van een Lokaal Preventieakkoord, zegt Van Haalen. ‘Met een preventieve aanpak is veel te winnen. In Eindhoven zijn we met verschillende betrokkenen, zowel publiek als privaat, bezig om tot een integraal preventief gezondheidsbeleid te komen. Als PvdA-fractie pleiten we naast speeltuinen voor kinderen ook voor generatieloze beweegtuinen. Daarmee verleid je mensen tot bewegen op een laagdrempelige manier. Want niet iedereen heeft geld voor de sportschool. Buurthuizen spelen een belangrijke rol in het samenbrengen van mensen. Hoe mooi zou het zijn als een gepensioneerde lerares, die misschien thuis wel eenzaam is, een paar uur in de week kinderen kan helpen met bijles?’

Beleid voor tientallen jaren

De leefomgeving veranderen is volgens Bernts nodig. ‘Het uitgaan van eigen verantwoordelijkheid, maar ondertussen geen suikertaks invoeren, lolly’s op ooghoogte van kinderen, de gevolgen van stress en armoede. Dat kan niet meer! De vorige kabinetten Rutte hadden een veel te optimistisch beeld van de zelfredzaamheid van mensen. Overheden hebben decennialang gezegd: “Dit is een gezonde leefstijl, zo moet je het doen. Het is je eigen verantwoordelijkheid, iedereen doet het goed behalve jij.” Dat werkt niet.’  

Wat overheden zich ook moeten realiseren volgens Bernts is dat het een complex probleem is. ‘Het is niet met één project of nog meer voorlichting opgelost. Stop met projectjes en werkgroepen rondom dit onderwerp. Maak beleid voor tientallen jaren, dat kan je natuurlijk wel veranderen als dat nodig is, maar zet als gemeente bijvoorbeeld in op groenere en schonere woonwijken, mogelijkheden om te bewegen in de buurt. En zorg dat in een ruime straal rondom scholen geen snackbar kan komen. Misschien kan je als lokale overheid helpen om moestuintjes op schoolpleinen te maken. Elke gemeente heeft daar weer haar eigen uitdagingen in. Inventariseer wat er nodig is in jouw gemeente.’

Ketelaars: ‘Gemeenten kennen de lokale context en kunnen ingrijpen op de achterliggende oorzaken’

De meeste winst is te behalen door expliciet de beleidspijlen te richten op mensen die zich in een sociaaleconomisch kwetsbare positie bevinden, zegt Ketelaars van Pharos. ‘Een goed gecoördineerde en meerjarige aanpak vanuit alle betrokken domeinen zal bijdragen aan het verminderen van gezondheidsverschillen. Landelijk en lokaal. De landelijke overheid moet dit dus ondersteunen in maatregelen en gelden. Gemeenten kennen de lokale context en kunnen ingrijpen op de achterliggende oorzaken. Bijvoorbeeld door een schuldenaanpak te ontwikkelen die rekening houdt met de impact van armoede op gezondheid.’

Uiteindelijk moet er iets aan gedaan worden, want anders wordt de kloof steeds groter en dat heeft impact op de hele samenleving, denkt Bernts. ’Als er een groep mensen is, die het gevoel heeft dat ze er niet toe doen. Dan kan dat onze democratie ondermijnen. Het beleid wordt nu al vaker gemaakt door hoger opgeleiden. Als deze verschillen steeds groter worden dan krijgen we een soort apartheidssamenleving.’

Achterstanden verkleinen

Een van de maatregelen om dat te voorkomen is volgens wethouder Leo Jongen van Kerkrade investeren in de financiële situatie van deze groep. ‘Ik ben van mening dat de overheid flink moet investeren om die achterstanden te verkleinen. Met een eerlijk salaris of een reële uitkering kunnen mensen op een gezonde wijze leven. Het behoud van sociale werkplaatsen is in dit verband zeker van belang.’

De lokale overheid kan door beleid ook bijdragen om die achterstanden te verkleinen, denkt Jongen. ‘In onze gemeente is gestart met het project “VIE leven in beweging”. Een project waarbij de gemeente om een trendbreuk te realiseren langdurig jaarlijks een substantieel bedrag vrijmaakt voor investeringen in vitaliteit en gezondheid. Het is een complex probleem dat je niet meteen kunt oplossen en verdient een benadering vanuit diverse beleidsvelden. Kijken naar de oorzaak achter de oorzaak.’

Maar alleen lokaal kan je het verschil niet maken, benadrukt Jongen. ‘Uiteraard is hierbij van belang dat de landelijke overheid een rechtvaardiger beleid, fatsoenlijke betaling van werk alsmede een eerlijke verdeling van rijkdom gaat omarmen. Een grootschalige aanpak van wijken kunnen de gemeenten niet alleen, daar heb je partners voor nodig, zoals de landelijke en provinciale overheden.’

Ketelaars: Grote ongelijkheid bestrijd je door mensen ongelijk te behandelen 

Ketelaars vindt het belangrijk dat gezondheidsverschillen blijvend aandacht krijgen. ‘Daarom pleiten we ook voor een plek in het regeerakkoord voor de aanpak van gezondheidsverschillen. En ondersteunen we de motie van SP-leider Lilian Marijnissen. Zij wil dat de maatregelen rond de aanpak van de coronacrisis zo in worden gericht, dat ze bijdragen aan het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. De brede steun, mede van de PvdA, is al een stap in de goede richting.’

Covid-19 heeft de verschillen vergroot en meer in beeld gebracht, ziet Ketelaars. ‘Daarom is dit hét moment om als gemeente vooruit te kijken: hoe kun je verdere gezondheidsachterstanden bij kwetsbare groepen voorkomen? Al bij het begin van de coronacrisis zijn we met gemeenten hierover in gesprek gegaan. Met deze gemeenten concluderen we dat de verschillen inderdaad zijn toegenomen en dat dit van gemeenten en landelijke overheid grote inzet vraagt.’

Hiervoor zijn door Pharos denkrichtingen ontwikkeld, zegt Ketelaars. ‘Bijvoorbeeld: geef voorrang aan kwetsbare groepen, vergroot bestaanszekerheid en versterk de sociale basisinfrastructuur. Grote ongelijkheid bestrijd je door mensen ongelijk te behandelen.’

Enorm probleem

‘Naast de klimaatcrisis is dit ons grootste probleem,’ denkt Bernts. Een probleem met veel oorzaken en geen concrete oplossingen. ‘Continuïteit is het belangrijkste. Maak als gemeente beleid voor jaren en leer van elkaar.’

Wethouder Jongen onderstreept dat. ‘Ik hoop dat we over tien jaar kunnen constateren dat de verschillen tussen arm en rijk, gezond en ongezond, wel of niet kunnen meedoen, geminimaliseerd zijn. Een ieder verdient een eerlijke kans en daar moeten we voor strijden!’

 

Afbeelding: Richard Brocken | ANP