Wie zijn slachtoffer geworden van de toeslagenaffaire? En hoe kunnen we hen het beste helpen? Lang waren dat vragen die bij gemeenten boven de markt hingen. Ze wilden de gedupeerden wel helpen, maar wisten niet wie het waren. De slachtoffers zelf meldden zich maar mondjesmaat aan en vanwege privacywetgeving kon of wilde de Belastingdienst geen gegevens leveren. Inmiddels is er meer duidelijkheid en komt de hulpverlening bij gemeenten op gang.


Wethouder Floor Roduner van de gemeente Haarlem vertelt dat hij iets meer dan een jaar geleden al de eerste gesprekken voerde met de staatssecretaris over de gedupeerden: ‘Toen was het beeld dat er in Haarlem heel veel mensen relatief zwaar getroffen waren.’

Maar de gegevens kwamen niet van de Belastingdienst. ‘Dus in eerste instantie zijn we zelf op zoek gegaan. We zijn in onze systemen gaan kijken, maar een probleem daarmee was wel: als je als fraudeur aangemerkt staat, dan kom je niet in de schuldsanering terecht. Daarnaast hebben we onze sociale wijkteams ingeschakeld. We hebben nog een speciaal telefoonnummer ingesteld, maar het bleek lastig om mensen te bereiken. We kregen maar een handjevol mensen boven tafel.’

Wanders: Als gemeente wisten we niet hoeveel inwoners slachtoffer zijn geworden 

Een beeld dat de Emmense wethouder Raymond Wanders herkent: ‘Wij hadden ook een telefoonnummer en e-mailadres ingesteld, maar geen van de slachtoffers stond op. Van de Belastingdienst kregen we niks; en hoe kan ik nou outreachend werken, als ik niet weet om wie het gaat? Bovendien gaat het om een groep mensen die het vertrouwen in de overheid al aardig is kwijtgeraakt en die zich misschien dan ook niet zo snel aanmeldt.’

Elke week meer

Ongeveer een maand geleden kwamen de eerste gegevens via de Belastingdienst eindelijk binnen. ‘Inmiddels is het duidelijk dat er 230 gezinnen zijn getroffen in Haarlem,’ zegt Roduner. ‘Maar het begon bij 150. Ik heb dus het gevoel dat er elke week iets bij komt.’

Wanders ziet diezelfde ontwikkeling: ‘We begonnen met 45 ouders, en inmiddels is dat opgelopen naar 160 gezinnen. Ik houd m’n hart vast, want mensen mogen zich tot 2024 aanmelden voor hulp. En ja, hoe verder je in de tijd gaat, hoe diffuser het beeld natuurlijk wordt. Want als er over twee jaar nog iets gebeurt met die mensen, in hoeverre valt het nog terug te redeneren naar de toeslagenaffaire?’

Op dit moment is de compensatie als vermogen vrijgelaten in het kader van de Participatiewet, maar de uitwerking van dat Catshuisbesluit komt nog, geeft Wanders aan. ‘Vaak ontstaan dan de complicaties is mijn ervaring. En dan is er ook nog de relatie met ons eigen beleid voor bijvoorbeeld bijzondere bijstand.’

Eindelijk erkenning

Haarlem en Emmen zijn inmiddels wel al begonnen met het helpen van hun inwoners. ‘Sommigen hebben zelf al hun problemen weten op te lossen, maar die vinden het nog steeds prettig om een luisterend oor te hebben. Dat begint met erkenning van hun probleem,’ zegt Roduner. ‘Deze mensen zijn in een systeem beland waarbij ze dachten dat het hun eigen schuld was dat ze als fraudeur waren aangemerkt. Dat drukt een enorm stempel op je, en dat heb je niet meteen van je afgeschud. Dat los je ook niet op met geld.’

In de gesprekken werden soms ook wel oude wonden opengereten, ondanks dat ze inmiddels de problemen zelf al hadden opgelost, constateert Roduner. ‘Sommige mensen hebben psychische hulp nodig, die verwijzen we door naar de huisarts of maatschappelijk werk. Maar soms is er meer kapot gegaan dan wij als gemeente kunnen repareren.’

Roduner: ‘Soms is er meer kapot gegaan dan wij als gemeente kunnen repareren’ 

Ook Wanders vertelt dat gedupeerden in Emmen het fijn vinden dat er vanuit de gemeente contact wordt opgenomen. ‘Veelal zegt men inderdaad dat ze zichzelf redden, maar we houden rekening met allerhande vragen die op ons afkomen naast schuldhulpverlening. Denk aan jeugdzorg, huisvestingsproblemen of doorverwijzen naar juridisch advies na bijvoorbeeld baanverlies.’

‘Als gemeente weten we niet altijd helemaal waar de grens ligt, maar we proberen ze zo goed mogelijk te helpen door te kijken wat er nodig is,’ geeft Wanders aan. ‘We proberen alles binnen het reguliere circuit en niet met bijzondere dienstverlening op te lossen. De staatssecretaris heeft tijdens een werkbezoek wel gezegd dat we “alles moeten doen wat nodig is”. Maar je weet van tevoren nooit of zo’n blanco cheque echt zo blanco is als-ie lijkt.’

Pauzeknop

Voorzitter Marco Florijn van de NVVK, de branchevereniging voor schuldhulp en financiële dienstverlening, stelt dat gedupeerden nog goeddeels in het duister tasten: ‘Hen benaderen, erop af en hen zo goed als het kan informeren en helpen is het belangrijkst. Landelijk wordt gewerkt aan overeenkomsten met schuldeisers. Er is ook een pauzeknop en regelingen voor compensatie, maar dat gaat langzaam, waardoor mensen nog steeds in onzekerheid leven.’

Het proces verloopt volgens Florijn ook traag doordat het een complex vraagstuk is: ‘De Belastingdienst is geen schuldenexpert, schuldregelen is complex, gemeenten weten niet wat er nu precies gaat gebeuren en de politiek zit er terecht bovenop. Wel merk ik dat de wil om dit snel op te lossen er zeker is. Demissionair staatssecretaris Van Huffelen en demissionair minister Koolmees sturen actief mee en vragen hulp. Ik vermoed dat het nog een aantal maanden gaat duren voordat alles opgelost is.’

Florijn: De kosten moet de gemeente verhalen op de Belastingdienst, niet op de slachtoffers 

Florijn vindt dat de overheid coulant moet zijn ten opzichte van de gedupeerden: ‘Dus geen verhaal halen op slachtoffers. Daar versta ik gemeenten ook onder. Tegelijkertijd is de gemeente natuurlijk niet aanstichter van de misère bij haar inwoners. De kosten moeten zij verhalen op de Belastingdienst. Dat moet een zorg tussen Rijk en gemeenten zijn, niet tussen slachtoffers en gemeenten.’

Toeslagencircus op de schop

De oorzaak van de ellende ligt volgens Florijn bij het ‘toeslagencircus’: ‘Dat is ons al jaren een doorn in het oog en we pleiten dan ook al heel lang voor afschaffing. We moeten dat gaan aanpassen, want anders komen er wellicht nog wel andere affaires aan.’

Wanders zegt ook dat het ‘stelsel mensen niet heel erg verder helpt’: ‘Als je in november moet aangeven wat je het volgende jaar voor inkomen krijgt en wat je nodig hebt qua toeslagen, dan heb je echt een vooruitziende blik nodig. En dan wordt er in april alweer afgerekend. Het is voor veel mensen echt hogere wiskunde.’

Wanders: ‘Het is voor veel mensen echt hogere wiskunde’ 

‘Als je nagaat dat zo’n dertig procent van de problematische schulden bij de overheid vandaan komt, dan moet je je afvragen of je het wel goed doet,’ vindt Wanders. ‘Wij moeten als gemeente naast de inwoner staan, ook al zijn we onderdeel van de overheid.’

Roduner vult aan. ‘Als gemeente sta je dichter bij de dagelijkse praktijk. Als het niet goed gaat, dan staat er meteen een bewoner aan je bureau. Ik hoop ook dat dat lokale meer in Den Haag landt, dat je niet alleen beleid maakt voor de zelfredzame, theoretisch opgeleide Nederlander, maar juist ook voor mensen die minder goed voor zichzelf kunnen opkomen.’

Lokaal loket

Florijn van de NVVK pleit voor een lokaal loket voor alle mensen die nu in onzekerheid zitten: ‘Hier moeten mensen met vragen heen kunnen gaan en hulp krijgen, zolang er nog geen landelijke regeling is. Landelijk moet met een aantal slimme mensen gewerkt worden om alle gedupeerden te helpen. Elke situatie is anders en onwijs complex, we hebben hier goede mensen voor in Nederland. Bijvoorbeeld Joke de Kock die als manager schuldhulpverlening bij de gemeente Tilburg haar expertise vol inzet en hard meedoet om samen met mij en anderen versnelling te krijgen in dit proces.’

Wanders wil nog verder gaan dan alleen een loket voor de gedupeerden van de toeslagenaffaire. Hij wil voor Emmen graag een geldloket opzetten: ‘Een soort eerste hulp bij geldzaken. Waar mensen op een laagdrempelige manier hulp kunnen vinden voor hun vragen rondom geld. Je zou er bijvoorbeeld een budgetteringscursus kunnen geven, of een buddy kunnen vragen die kan helpen met de toeslagen op orde brengen. We hebben in Emmen een aantal goede organisaties met wie we samen zo’n loket kunnen opzetten.’

 

Afbeelding: Wiebe Kiestra | ANP