Niet alles kan overal luidt de titel van het eindrapport van de commissie Remkes. Volgens het rapport leveren de kabinetsplannen om de stikstofuitstoot terug te dringen onvoldoende resultaat op. Afgelopen donderdag bleek al dat het kabinet deze periode zo weinig mogelijk wil doen. Dus wat nu?

Al sinds de jaren zestig hebben we een stikstofprobleem

portret_rabbinge.jpgRudy Rabbinge

Lid Adviescollege Stikstofproblematiek, oud-senator & emeritus hoogleraar aan de WUR

Hoe lang speelt de stikstofproblematiek al?

‘Sinds de jaren zestig. Er kwamen toen subsidies voor niet-grondgebonden intensieve veehouderij. Voedsel werd uit Amerika gehaald en hier aan varkens gevoerd. Vlees werd geëxporteerd en de mest bleef achter. We waarschuwden toen al dat er stikstofoverschotten zouden komen. Dat werd ontkend, gebagatelliseerd en gerelativeerd.

Pas in 1984 nam men maatregelen. Daarna stagneerde de uitstoot even, maar het zette al snel weer door. Begin jaren negentig werd het mineralenbeleid (MINAS) geïntroduceerd dat wel weer hielp. Maar door verzet vanuit boeren kwamen er vrijstellingen, waardoor ook dat beleid niet meer effectief was.

Vervolgens kreeg je dieren- en fosfaatrechten, en de PAS (programmatische aanpak stikstof). Daarbij werd er met vergunningen geanticipeerd op toekomstige reducties. Het Europese Hof gaf aan dat dat onvoldoende was. Je moest kunnen garanderen, dat er geen verdere belasting van het milieu zou zijn. En vorig jaar kwam de PAS-uitspraak van de Raad van State, waarna allerlei ontwikkelingen, zoals in de bouw, stil werden gelegd. Maar daar werd dus al tijdenlang voor gewaarschuwd.’

Toen moest het kabinet wel iets doen?

‘Ja, de commissie-Remkes werd toen samengesteld. Al snel kwamen we met een tussenadvies, waar de 100 kilometer per uur-maatregel uit kwam, zodat er in ieder geval weer gebouwd kon worden.’

Wat zijn de belangrijkste punten uit het eindadvies?

‘Er zijn vijf typen maatregelen te nemen in de landbouw: ten eerste een afrekenbare StoffenBalans om de mineralen op een bedrijf in balans te brengen. MINAS in een vernieuwde vorm: zowel op bedrijfsniveau als op hectareniveau, inclusief doelvoorschriften die geëffectueerd moeten worden op lokaal en regionaal niveau.

Ten tweede moet er activerend ruimtelijk beleid komen. Niet alleen om de stikstofuitstoot mee te halveren, maar ook om andere stoffen aan te kunnen pakken. Het derde is dat er moet worden gemeten.

Het vierde is dat er mestbeleid moet komen, dat niet gebaseerd is op drijfmest, maar moet worden uitgefaseerd. Urine en vaste mest moeten in stallen direct worden gescheiden. Van de urine kun je mineralenkorrels maken. De vaste mest kun je uitrijden als droge mest, want dat heeft geen uitstoot. Andere regelgeving, die er nu op dit gebied is, kan dan de deur uit, waardoor de administratieve lasten voor boeren minder worden.

Het vijfde en laatste punt is, dat we bij Naturagebieden boeren gericht kunnen verzoeken om te verplaatsen.’

Met maatwerk?

‘Het maatwerk komt tot stand op het gebiedsniveau, dus je hoeft dan niet meer te kijken naar individuele bedrijven. Maar je gaat werken met individuele contracten en boeren, die het milieu belasten krijgen een heffing. Het is een regulerende heffing, niet bedoeld om de staatskas te vullen. De opbrengst wordt ingezet als bonus voor boeren die hun emissies weten te reduceren.’

Wat gebeurt er als het kabinet te weinig doet?

‘Dat levert hommeles op. Dan wordt er niet voldaan aan de uitspraken van de Raad van State. Milieugroepen maken zich al op om de rechter uitspraken te laten doen. En de bouw gaat dan wederom op slot, terwijl hun bijdrage aan de totale emissies niet zo groot zijn.’

Kunnen provincies en gemeenten nu zelf al iets doen?

‘Provincies als Groningen, Friesland en Drenthe kunnen nu al veel doen. Zij kunnen de doelstellingen van halvering van emissie zeker halen voor 2030. Daar zijn vooral melkveehouderijen en die kunnen hun bedrijfsvoering relatief makkelijk aanpassen door urine en vaste mest te scheiden.’

In bijvoorbeeld Brabant ligt dat anders?

‘Ja, er worden nu 400 bedrijven uitgekocht, maar dat levert een geringe bijdrage. Lokale overheden kunnen nu al strenger en beter met vergunningverlening omgaan, en dan met doelvoorschriften en niet met middelvoorschriften.

‘Ik zie het niet gebeuren dat dit kabinet nog vergaande maatregelen neemt’

portret de kortMartijn de Kort

Statenlid in Noord-Brabant

Brabant heeft veel stikstofuitstoot en zal dus het meeste moeten doen. Hoe kijk jij naar het advies?

‘Ik vind het een uitstekend advies en kan me goed vinden in de aanbevelingen en conclusies. Het is belangrijk dat de commissie aangeeft dat de kabinetsplannen gewoon te vrijblijvend zijn en de doelen niet gehaald worden.’

Verwacht je geen grote druk op Brabant?

‘Op het gebied van de landbouw is het zeer ingrijpend. Daar moeten we echt gebiedsgericht gaan werken. Maar we hebben hier natuurlijk een nieuw, rechts college, dat wordt dus ingewikkeld. Want als dit doorgevoerd zou worden, betekent het dat je veel veehouderijen op zal moeten kopen en de landbouw anders in moet richten. Als PvdA pleiten we daar al jaren voor en Remkes benadrukt dat nu.’

Wat verwácht je dat er gaat gebeuren?

‘Landelijk zal er gerekt gaan worden. Ik zie het niet gebeuren dat dit kabinet nog vergaande maatregelen neemt en dus ook niet dat ze dit advies zomaar overnemen. In Brabant zal dat uitstel toegejuicht worden door de coalitie.’

Wat roept de grootste weerstand op?

‘Het verplicht opkopen van boerenbedrijven. Vrijwillig opkopen, daar kunnen ze nog wel mee leven. Maar gebiedsgericht opkopen, afhankelijk van depositie, dat is een heel ander verhaal. VVD, CDA en FvD zijn daar faliekant op tegen.’

Wat is de belangrijkste les van het rapport?

‘De belangrijkste les van het rapport is wellicht, dat de overheid iedere keer niet het echte probleem probeert op te lossen, maar alleen het juridische probleem. Nu zijn we hopelijk toe aan het oplossen van het echte probleem. Stevige maatregelen en een compleet nieuwe inrichting van de landbouw zijn onvermijdelijk.’

Toch nog wel wat vragen

portret pijpelink 1Anita Pijpelink

Gedeputeerde natuur in Zeeland

Hoe kijk jij naar het rapport?

‘Bij het eerste rapport van Remkes was ik al positief verrast over de duidelijke stellingname. Ik ben blij dat die lijn is vastgehouden en vind het moedig en hartstikke nodig dat ze dat hebben gedaan. Het is ook goed dat er een realistisch tijdspad aan vast hangt. Het is haalbaar: niet alles moet volgend jaar geregeld zijn.’

Wat betekent dit concreet voor Zeeland?

‘Het hele stikstofdossier is wat mij betreft ook een dossier van ruimtelijke ordening en fysieke planning. Niet alles kan meer, en ook niet overal. In Zeeland hebben weinig intensieve veehouderij. Wij willen een transitie maken naar kringlooplandbouw. Alleen daar zijn wel meststoffen voor nodig en daar hebben we in Zeeland juist een tekort van.’

Dus jullie hebben geen stikstofprobleem?

‘Jawel. Ook bij ons zijn er natuurgebieden met teveel stikstof, maar dat komt met name uit het buitenland en van de scheepvaart. Ik had gehoopt dat het rapport daar wat meer over zou zeggen, want bij ons is dat goed voor 60% van de overschrijdingen.’

Kan je daar met een gebiedsgerichte aanpak iets mee doen?

‘We zijn er wel mee bezig en zeggen tegen alle sectoren dat ze iets moeten doen, maar de invloed is gering. We praten met de haven van Antwerpen, maar kunnen natuurlijk niets verplichten. Overigens zijn ze er daar ook met stikstof bezig. Het enige verschil is dat ze daar niet de uitspraak van de Raad van State hebben liggen.’

Hoe verlopen de bestuurlijke discussies in Nederland?

‘Het vergezicht mist nog steeds. Er zijn allerlei kleine puzzelstukjes, maar die liggen nog allemaal los in de doos. Ik vind dat het Rijk echt het voortouw moet nemen. Hoe ziet de landbouw er over twintig jaar uit?’

Wat denk je dat het kabinet met het advies gaat doen?

‘Ik denk dat ze het over de verkiezingen heen tillen. Schouten kan zeggen dat Remkes gelijk heeft, omdat ze toch aan het eind van de kabinetsperiode zit en het niet uit hoeft te voeren.’

En wat zou je willen als reactie?

‘Omarm het principe, spreek commitment uit en maak duidelijk, dat het tijd en middelen gaat kosten. Dat zou nou echt een goede eerste stap zijn.’

‘Ik kan me er voor een groot deel in herkennen’

portret_kerris.jpgPeter Kerris

Gedeputeerde wonen in Gelderland

Wat vind je van het advies?

‘Ik kan me er voor een groot deel in herkennen. Het is goed dat Remkes verder wil gaan dan het kabinet. Zelfs met de huidige stikstofmaatregelen van het kabinet zien we dat de Veluwe in 2030 nog steeds overbelast is. Er is gewoon meer nodig, zeker als je kijkt naar wat er nog moet gebeuren in de landbouwtransitie en woningbouw.’

Wat kun je daar aan doen?

‘Het ruilen van stikstofruimte van agrarische bedrijven met dierenrechten om woningbouw mogelijk te maken, het zogenaamde extern salderen, staat nog vast. In andere sectoren kan dit al wel. Dat wordt wild west. Dus we willen met het kabinet in gesprek over een aanvullende aanpak van dit soort problemen, evenals over de aanpak van natuurherstel.’

Wat vind je van de vijf maatregelen die Rabbinge noemt?

‘Landbouw is in Gelderland een belangrijke economische sector. We willen de maatregelen dus echt in partnerschap met de sector vormgeven. Van bovenaf opleggen werkt minder goed dan gezamenlijk naar oplossingen zoeken. Als je kijkt naar de Veluwe is specifiek meten, wat er aan de hand is, echt belangrijk, maar kijk dan ook wat de effecten zijn van verder weg liggende bedrijven. Al met al zien we voldoende aanknopingspunten in het rapport om nu mee aan de slag te kunnen.’

 

Afbeelding: Sem van der Wel | Hollandse Hoogte