Amsterdam, Den Haag, Groningen en Haarlem: in verschillende gemeenten wordt al geëxperimenteerd met (vormen van) de basisbaan. Dankzij het meest recente rapport van de WRR stond de basisbaan de afgelopen weken volop in de schijnwerpers. Als het aan de WRR is in de toekomst niet de bijstand het sluitstuk van de sociale zekerheid, maar zijn de basisbanen dat.

Ook in Rotterdam speelt het idee van de basisbaan al langere tijd. In februari 2018 pleitte de PvdA voor duizend basisbanen: volwaardige banen met een fatsoenlijk salaris, waarmee mensen die nu ongewild langs de kant staan aan de slag kunnen. Eind januari van dit jaar kreeg dit idee een vervolg, toen PvdA-raadslid Duygu Yildirim samen met het CDA een initiatiefvoorstel presenteerde voor de ‘wijkbasisbaan’. Het doel van hun initiatief is niet alleen om mensen aan het werk te helpen, maar ook om banen te creëren met maatschappelijke waarde en een impuls te geven aan de wijk, zegt Yildirim. ‘Het hart van wijken komt tot leven op een plek, waar mensen elkaar ontmoeten, en mensen krijgen weer de waardering van een erkende, betaalde baan die zij verdienen.’

Yildirim: De basisbaan is veel meer dan een arbeidscontract

Erkenning, nuttig werk en van toegevoegde waarde voor de buurt. Het is duidelijk dat de wijkbasisbaan in Rotterdam veel meer is dan een arbeidscontract. De sociale functie van werk staat centraal, niet alleen voor de werknemers, maar voor de hele buurt. ‘De radar voor de type banen moet uit de wijken zelf komen. Denk aan wijkconciërges, klassenhulpen, buurthuismedewerkers, sport- of zorggerelateerde banen,’ legt Yildirim. Deze publieke banen kunnen samen met partners in de stad worden gecreëerd.

Radicaal andere opstelling van overheid

De aanbeveling van de WRR werd ook door Gijs van Dijk, Tweede Kamerlid voor de PvdA, positief ontvangen. Hij hoopt dat het rapport in de Kamer tot bredere consensus over de basisbaan leidt. Juist in een tijd waarin de arbeidsmarkt voor veel onzekerheid zorgt en sociale voorzieningen onder druk staan, is dit een goed plan.:‘De opstelling van de overheid ten opzichte van mensen met een uitkering moet radicaal veranderen. Dat betekent dus géén tegenprestatie voor een uitkering of de overheid als strenge meester, maar zekerheid als recht. Het is onze plicht om mensen perspectief te bieden of degene die langdurig aan de kant staan te begeleiden. De basisbaan kan een stukje van deze puzzel zijn.’

Van Dijk: De zorg en het onderwijs leunen nu zwaar op vrijwilligers

Dat de basisbaan een kwaliteitsbaan is, is dan een logisch vervolg. Volgens Van Dijk liggen dit soort banen voor het oprapen, met name in de (semi-)publieke sector. ‘Bijvoorbeeld in de (ouderen)zorg en het onderwijs zijn er grote tekorten en leunen we zwaar op de inzet van vrijwilligers. Hier zou de basisbaan een grote meerwaarde hebben, niet alleen voor de medewerker, maar ook voor de maatschappij.’ Juist vanwege de grote tekorten in deze sectoren is Van Dijk niet bang dat de basisbaan zal leiden tot verdringing van (vrijwilligers)werk.

Naast een zeker inkomen onderstreept de WRR inderdaad dat basisbanen bijdragen aan welvaart in brede zin. Het succes van basisbanen moet dan ook gewogen worden aan de hand van andere doelen, zoals welbevinden, gezondheidswinst en zelfrespect. Henk Verreck, raadslid in Heerlen, herkent zich in deze analyse. In zijn gemeente draait sinds oktober een pilot met 25 basisbanen. ‘De basisbaan gaat om meer dan alleen salaris. De toegevoegde waarde zit ook in de sociale contacten met collega’s, het werken in een team of van betekenis zijn voor de buurt. Werk biedt zo eigenwaarde en trots. Je kunt weer meedoen in de maatschappij. Die toegevoegde waarde werkt overigens twee kanten op, zoals bij een conciërge die onmisbaar wordt op een basisschool.’ 

Tijdelijke basis of permanente baan

De basisbanen in Heerlen zijn bedoeld voor mensen die een maatschappelijke bijdrage willen en kunnen leveren, maar door uiteenlopende redenen vanuit andere trajecten als Baanbrekend Werk of Werk voor Heerlen (nog) niet kunnen uitstromen naar regulier betaald werk. Er is daarbij bewust gekozen voor een tijdelijke voorziening: het basisbaantraject duurt maximaal twee jaar – tegen minstens minimuminkomen - daarna is doorstroom de intentie.

Tegelijk stelt de WRR dat basisbanen niet per se gericht dienen te zijn op de doorstroom naar regulier werk, ‘al mag en kan dit soms gebeuren’. Om continuïteit te garanderen moet worden ingezet op zekerheid en langjarige commitment, dat op de huidige arbeidsmarkt juist vaak ontbreekt. Basisbanen verschillen daarmee van Melkertbanen, die juist tijdelijk van aard waren en fungeerden als opstap. De toelichting van de gemeente Heerlen stelt dat de keuze voor tijdelijke basisbanen een groter aantal mensen in staat stelt werkervaring op te doen. Ook wil zij voorkomen dat maatschappelijke taken niet structureel worden uitgevoerd via een basisbaan. Het is volgens de gemeente niet mogelijk om een oordeel te vellen welke van die maatschappelijke taken het wél en welke het niet ‘verdienen’ om uitgevoerd te worden via een basisbaan.

Verreck: In Heerlen is doorstroom de intentie

Verreck legt uit dat maatwerk rondom de basisbaan daarom essentieel is, óók na het tweejarige traject. ‘Als we de basisbaan zien als opstap naar een regulier contract, dan moeten we er daarna ook voor zorgen dat deze mensen gericht en structureel aan het werk blijven. Zo voorkomen we dat mensen terugvallen naar de bijstand. Als gemeente kunnen we daarvoor ondersteuning bieden aan werkgever en werknemer, bijvoorbeeld via jobcoaching of loonkostensubsidie.’ Ook in Rotterdam moet maatwerk bijdragen aan het succes van de basisbaan. Net als bij een ‘reguliere’ baan geldt dat voortgang vooral persoonsgebonden is en afhankelijk van het type functie. Begeleiding, training en coaching moet komen van zowel de gemeente als van de organisatie waar iemand werkzaam is.

Het ontbrekende puzzelstukje

Op dit moment ligt het initiatief van de basisbaan nog volledig bij de gemeente. Over de rol van de Tweede Kamer zegt Van Dijk dat zij de ontwikkeling van basisbanen in gemeenten verder zou kunnen stimuleren, bijvoorbeeld via een fonds of regelgeving. Yildirim wijst ook op het belang van een goede dialoog tussen lokale en landelijke politiek. ‘Inmiddels liggen er twee belangrijke rapporten over de Nederlandse arbeidsmarkt, van de WRR en commissie Borstlap. Het is zaak dat de landelijke politiek de rapporten goed tot zich neemt en kijkt hoe lokale initiatieven, zoals de wijkbasisbaan uit Rotterdam, gesteund kunnen worden met financiering of wetgeving. Gemeenten moeten vooral zelf aangeven tegen welke belemmeringen zij aanlopen. Het is juist een goed idee om de banen bottom-up, vanuit wijken en gemeenten, te laten ontstaan voor een goede match.’

Afbeelding: Phil Nijhuis | Hollandse Hoogte