kalkklein.jpg2020 is al aangekondigd als het jaar van het goede gesprek. En dat zet toch wel aan het denken. Want wat betekent zo’n goed gesprek? Niet onbelangrijk: houdt dat in dat er vorig jaar vooral slechte gesprekken gevoerd? En zo ja, waarom eigenlijk?

Maar terug naar het goede gesprek. Minister de Jonge gooide deze week de knuppel in het hoenderhok. We kennen hem inmiddels als man met velen gezichten: de kekke schoentjes, vlotte babbel en de glunderende blik als hij Rutte mag vervangen, maar ook de man die de problemen door blijft schuiven en met incidentele middelen structurele problemen in de jeugdzorg wil bestrijden. En omdat Hugo zich warmloopt voor het partijleiderschap, is hij nu dus ook de man van het goede gesprek.

Alhoewel: voor een goed gesprek kwamen er toch een aantal zaken langs waar je je over kan verwonderen. Meest in het oog springend was natuurlijk de opmerking over de aantallen asielzoekers die we wel of niet zouden kunnen opvangen. Hoekstra had het nakijken en de foto straalde leiderschap uit. Hugo de Jonge als een man die je kan vertrouwen, missie geslaagd.

Maar was het ook een goed gesprek? Misschien is het de ambitie die De Jonge in de weg zit, maar het lijkt alsof hij vergeten is dat je voor een goed gesprek ook echt moet luisteren. Het gaat niet alleen om het vertellen, maar ook om het horen. Horen wat andere partijen te melden hebben en waar ze zich zorgen over maken bijvoorbeeld.

Wat dat betreft kan De Jonge nog wel wat leren. Zeker als het gaat om de gesprekken met gemeenten over de tekorten in het sociaal domein. Zo geven alle gemeenten aan dat ze te maken hebben met een stijging van de uitgaven in de Wmo door de invoering van het abonnementstarief. Daardoor kloppen mensen die een goed inkomen hebben, nu ook aan bij de gemeente voor onder andere huishoudelijke hulp. De reden? Met slechts € 19,00 per maand eigen bijdrage – voor iedereen, ongeacht inkomen en zorgvraag – is het veel goedkoper geworden dan de huishoudelijke hulp zelf regelen.

Op zich had De Jonge een nobele reden voor de invoer van het abonnementstarief, namelijk het voorkomen van de stapeling van eigen bijdragen voor mensen die meerdere vormen van zorg nodig hebben en dat niet kunnen betalen. Alleen blijkt het effect pervers. In beleidstermen: de ongewenste neveneffecten zijn groot. Gelukkig kan je fouten weer herstellen, maar dan moet je wel luisteren en horen wat er gezegd wordt.

En dat doet Hugo nu weer net niet. Nee, hij legt de bal bij de gemeenten. Zij moeten maar het goede gesprek aangaan met deze mensen met een hoog inkomen of vermogen en vaststellen of zij ook daadwerkelijk recht hebben op hulp via de gemeenten. Daarmee laat De Jonge tweemaal zien dat hij niet echt geluisterd heeft de laatste jaren.

Eén: het goede gesprek is er allang. In elke gemeente wordt een keukentafelgesprek, intake, kennismaking of welke term je er ook op plakt gevoerd. En twee: iedereen die hulp nodig heeft, hoort dit te krijgen. Dat is en blijft het uitgangspunt, en kunnen, mogen of willen gemeenten hun inwoners niet onthouden. De vraag is alleen of het rechtvaardig is dat de kosten voor iedereen, ongeacht inkomen en vermogen, gelijk moeten zijn. En of je de kosten, als je dat als Rijksoverheid vindt, moet afwentelen op de gemeenten, die toch al met enorme tekorten in het sociaal domein kampen.

Jammer genoeg houdt Hugo zich doof en laat hij het goede gesprek aan anderen. Een beetje symbolisch voor deze regering is het wel. Die slaagt er wel op meer onderwerpen in om niet tot een goed gesprek te komen.

 

Afbeelding: Laurens van Putten | Hollandse Hoogte