In wijken met veel sociale huurwoningen gaat de leefbaarheid hard achteruit. Marnix Norder, voorzitter van Aedes (koepel van woningcorporaties) luidt de noodklok. In deze wijken wonen te veel kwetsbare mensen met lage inkomens, psychische of fysieke problemen bij elkaar. Ook de komst van meer mensen met een verstandelijke beperking naar deze wijken zorgt dat sommige straten wel erg veel te verduren krijgen. Hoe zien de lokale PvdA-bestuurders dat en hoe werken zij aan het verbeteren van de leefbaarheid in deze wijken? 

Mede door de treitervlogger kreeg Vogelaarwijk Poelenburg in Zaandam nationale bekendheid als probleemwijk. ‘Poelenburg is een wijk met zo’n 70% sociale huur. Die wijk heeft het flink te verduren gehad; er kwamen veel kwetsbare bewoners, statushouders die de taal niet spreken, mensen in een uitkering, in armoede. En wie het wél goed had, trok de wijk uit,’ schetst wethouder Songül Mutluer.

Mutluer: Onorthodoxe ingrepen zijn nodig

De toenemende problematiek was aanleiding voor een actieplan van de gemeente Zaanstad. ‘Een van de belangrijke pijlers onder dat plan is de Zaanse variant op de Rotterdamwet; we geven bij het toewijzen van woningen in Poelenburg voorrang aan mensen die een startkwalificatie of een baan hebben. Dat is onorthodox, maar nodig. Poelenburg werd de afvalput van de regio. We moesten aan de noodrem trekken om de vicieuze cirkel te doorbreken. Ook op het sociale vlak hebben we geïnvesteerd in de wijk. Sociale wijkteams ondersteunen gezinnen in armoede. We helpen mensen van een uitkering naar werk. We organiseren taalcursussen en bieden de kinderen een verlengde schooldag aan. En we werken aan het verbeteren van de veiligheid en het bestrijden van ondermijnende criminaliteit. Dat geldt voor heel Zaanstad, maar zeker voor Poelenburg.’

Den Haag aan zet

Om nieuwe probleemwijken te voorkomen, wil Mutluer meer gedifferentieerd bouwen. ‘We maken analyses per wijk. Wat voor woningen staan er, wat zijn de bewoners de komende jaren? In Poelenburg zetten we in op meer middeldure woningen om de balans terug te brengen. In andere wijken moet juist meer sociale woningbouw komen. Dat betekent dat we het gesprek aan gaan met de ontwikkelaars. Bij ontwikkeling stellen we vooraf heldere kaders. De woningcorporaties zijn een goede partner hierin. We willen in Zaanstad elk jaar duizend woningen bouwen, de corporaties hebben aangegeven dat zij willen zorgen dat driehonderd daarvan sociale huurwoningen zijn. Daar hebben we ook hulp van Den Haag bij nodig. De investeringsruimte bij de corporaties is met alle heffingen en belastingen wel weg.’

Als je binnenstedelijk wil bouwen, loop je tegen allerlei knelpunten aan zoals mobiliteit en infrastructuur, gaat Mutluer verder. ‘Daar komt nog eens bij dat we hier zo´n achtduizend woningen met funderingsproblematiek door palenrot hebben, daar moet de komende jaren wat gebeuren. En we hebben Den Haag nodig om de prijsstijgingen in de bestaande huurwoningen in de vrije sector aan banden te leggen. Wat mij betreft is wonen hét item voor Den Haag deze periode!’

Wiedemeijer: Dat de WOZ-waarde in de verhuurdersheffing wordt meegenomen, maakt het niet makkelijker

In de strijd tegen concentratie van sociale huurwoningen heeft de gemeente Haarlem het Fonds Ongedeelde Stad ingesteld. ‘Sociale huur concentreert zich in de goedkope buurten. Als sociale woningbouw in een duurdere wijk financieel niet uit kan, kan een bijdrage uit het fonds uitkomst bieden,’ legt raadslid Maarten Wiedemeijer uit.

‘Ook hebben we een enorme stap gezet in de armoedebestrijding. Eerder kwam je in aanmerking voor armoedebestrijding met een inkomen van maximaal 110% van het minimumloon. Dat gaat de komende jaren oplopen tot 130%,’ zegt Wiedemeijer. ‘We investeren in schuldhulpverlening en helpen mensen die langdurig werkloos zijn om weer aan de slag te gaan. Al deze maatregelen verbeteren de leefbaarheid in de wijken. Daarnaast hebben we ook op de harde kant ingezet; we hadden wijken met enorm veel woninginbraak. Dat is teruggebracht door forse handhaving door de politie.’

De komende jaren moet in Haarlem flink gebouwd worden. ‘De wachttijd voor een sociale huurwoning in Haarlem is de opgelopen naar negen jaar. We hebben afgesproken dat van alle nieuwbouw 40%  sociale huur moet zijn, in duurdere buurten zelfs 50%.’ Daarbij helpt de verhuurdersheffing, die door corporaties aan het Rijk moet worden betaald voor de verhuur van sociale huurwoningen, niet mee. ‘De verhuurdersheffing wordt berekend over de WOZ-waarde van een sociale huurwoning. Een sociale huurwoning in een duurdere wijk is daarmee voor een woningcorporatie veel duurder geworden. Het zou eerlijker zijn om de heffing te berekenen over de huuropbrengsten.’

Zorg voor goede verdeling

Gerda van den Berg, directeur van woningcorporatie de Sleutels in Leiden, herkent de noodkreet van Norder. ‘Absoluut! Ik herken beide trends. We zien dat mensen met een laag inkomen, een lage opleiding en bijzondere problemen instromen in het goedkoopste deel van de sociale huursector. Vaak is dat geconcentreerd in een paar straten,’ vertelt Van den Berg. ‘Daarnaast zijn we te ver doorgeschoten met de extra-muralisering in de zorg. Het is heel optimistisch gedacht dat mensen zich wel redden in een wijk, met een buurvrouw die een oogje in het zeil houdt. Maar als je kiespijn hebt, ga je toch ook naar een tandarts en niet naar de buurman? Deze mensen hebben zorg nodig, dat hebben we onderschat.’

De oplossing ligt volgens Van den Berg in het werken aan gemengde wijken. ‘We hebben het helemaal niet over grote groepen mensen, onze samenleving kan dit best behappen. Maar het zou goed zijn om het beter te verspreiden over de stad. Als in een wijk met veel koopwoningen een plekje vrij komt, omdat er bijvoorbeeld een school sluit, kijk dan of je daar een paar woningen kan bouwen voor mensen die weinig te makken hebben. Zo’n buurt met draagkracht kan dat best hebben. Daar zou de gemeente een rol mogen pakken; zorg voor een goede verdeling over de stad. De corporaties staan klaar om mee te doen!’

Torunoglu: 'Vanuit de witte wijk is het makkelijk praten'

‘De afgelopen jaren waren heftig voor de wijken met veel sociale huur; passend toewijzen, toestroom van statushouders, vermaatschappelijking van de zorg. Bewoners van die wijken krijgen echt veel op hun bord. Ik snap wel dat die mensen boos zijn op de politiek. Zij zijn asociaal omdat ze geen statushouders meer in hun buurt willen? Vanuit de witte wijk is het makkelijk praten,’ stelt wethouder Yasin Torunoglu van Eindhoven.

Eindhoven heeft met Woensel-West, Doornakkers en Bennekel drie Vogelaarwijken in huis. Torunoglu werkt hard aan het verbeteren van de leefbaarheid in deze wijken. Met resultaat. ‘In Woensel-West hebben we geïnvesteerd in onderwijs; een zwakke school is daar uitgegroeid tot een van de beste scholen van Nederland. De woningcorporatie geeft huurders die vrijwilligerswerk doen huurkorting. We investeren in het wegwerken van taalachterstand, verbeteren van integratie en armoedebestrijding. Het gaat daar echt veel beter, maar het is wel een kwestie van lange adem. Ook in Bennekel zie ik vooruitgang. Doornakkers is een hardnekkiger verhaal. We wilden er meer koopwoningen toevoegen zodat de wijk evenwichtiger werd, maar de crisis gooide roet in het eten. Dat is echt lastig.’

Torunoglu pleit voor een wijkgerichte aanpak. ‘Elke wijk heeft zijn eigen functie in de stad. Goedkope huurwoningen zorgen voor doorloop; ze zijn een plek voor mensen die een tegenvaller hebben gehad, of mensen die uit de put de stap naar boven zetten. Maar de mensen die wel in de wijk blijven, zoeken stabiliteit en sociale cohesie. Door variatie in de woningen aan te brengen, krijg je gemengde wijken en een eerlijke verdeling van de uitdagingen. Dat is superbelangrijk. We hebben hier ook op triple A-locatie sociale woningbouw; vlak naast het station. Je kunt dan kiezen voor de hoge grondopbrengst, maar ik investeer liever in sociale woningbouw. Daarnaast moet je in de wijken blijven werken aan leefbaarheid. Buurtbewoners activeren, weer ouderwets opbouwwerk doen. Niet groots en meeslepend, maar klein en fijn. Mensen zoeken hun weg in een complexe en vaak supermulticulturele samenleving. Die moeten we houvast bieden.’

 

Afbeelding: David Rozing | Hollandse Hoogte