kalkklein.jpgHet regent onderzoeken. Over het sociaal domein wel te verstaan. Volgens de Algemene Rekenkamer kan het wel wat minder. Al die informatie in Kamerbrieven, rapporten, voortgangsrapportages en inspecties leidt tot heel veel tegenstrijdige en daardoor onbruikbare informatie. Kamerleden, waarschuwt de Rekenkamer, kunnen door de bomen het bos niet meer zien.

Lokaal is dat niet veel anders. Het gemiddelde raadslid zucht en bezwijkt regelmatig onder de brei van gegevens die over hem of haar wordt uitgestrooid. Cijfers van de verschillende vergelijkingssites, klanttevredenheidsonderzoeken, rapportages over de uitvoering, uitkomsten van burgerpanels, verslagen van adviesraden en als klap op de vuurpijl elk jaar de cijfers van de jaarrekening. Alsof dat nog niet genoeg is, is er ook lokaal van samenhang vaak geen sprake en zijn veel gegevens ronduit tegenstrijdig. Dat maakt het raadswerk er natuurlijk niet eenvoudiger op.  

De meeste onderzoeken zijn kwantitatief. Hoeveel mensen krijgen een traplift? Wat is het gemiddelde rapportcijfer voor die huishoudelijke hulp? En hoeveel bezwaarschriften zijn er ingediend? Zelden komen daar onvoldoendes uit. Wat op zich al weer verbazingwekkend is en waar het gemiddelde raadslid zich tot wat ongemakkelijk bij voelt. Immers, de geluiden die je her en der oppikt geven vaak een ander beeld.

Maar om daar grip op te krijgen is een lastige klus. Dat vinden veel lokale rekenkamers inmiddels ook. Daarom zijn zij maar eens op onderzoek uitgegaan. De benchmark wordt ingezet of men doet in een enkel geval beperkt kwalitatief onderzoek. Beiden leiden alleen vaak tot meer vragen dan antwoorden. En je raadt het al: om die extra vragen te beantwoorden, is een vervolgonderzoek nodig.

Gelukkig ligt er sinds deze week een kwalitatief onderzoek dat wel zoden aan de dijk zet. In De verhuizing van de verzorgingsstaat worden 66 keukentafelgesprekken onder de loep genomen. En eigenlijk zegt het onderzoek wat we eigenlijk allemaal ook wel wisten. Namelijk dat de verwachtingen over zelfredzaamheid, eigen kracht en de kracht van je netwerk een beetje overtrokken waren.

Of in de woorden van hoogleraar Jan Willem Duyvendak: achteraf kan je stellen dat het beleid van zelfredzaamheid een beetje naïef was. En ja, natuurlijk was het naïef om te veronderstellen dat je moest terugvallen op een netwerk dat eerst niets deed, dat je familie en kinderen altijd in de buurt wonen en voor je willen zorgen, en dat je altijd en onbeperkt een beroep op je familie en netwerk kan en wil doen. En zij op hun beurt natuurlijk ook op jou. Ja, dat kan je inderdaad behoorlijk naïef noemen.

De onderzoekers vinden daarom dat de professional en de ambtenaar open en onbevangen het keukentafelgesprek aan moet gaan. Weg met het afvinklijstje! Dat vind ik dan weer naïef. Want een professional moet kunnen rapporteren waarom er wel of geen zorg is verleend. En om al die rapportages mogelijk te maken zijn die vinkjes nodig.

Daarnaast moest de professional de bezuinigingen realiseren. Dat staat haaks op het open en onbevangen een gesprek aan de keukentafel aangaan. Het is naïef om te veronderstellen dat er ook maar iets zal veranderen, zolang bijna elke gemeente kampt met forse tekorten op het sociaal domein. Ook als alle gesprekken aan de keukentafel open en onbevangen worden gevoerd, wordt het tekort aan voldoende geld voor goede zorg niet opgelost. Bij de verhuizing is dit niet goed in- en uitgepakt.

 

Afbeelding: Guus Pauka | Hollandse Hoogte