Ze is nog nauwelijks een week partijvoorzitter, maar tijd om in te werken is er eigenlijk niet. Ga maar na: over minder dan een half jaar gemeenteraadsverkiezingen, de concrete invulling van serieuze linkse samenwerking, uitblijvend landelijk herstel en een vergrijzend ledenbestand (en electoraat). De taak van de PvdA-partijvoorzitter is wel eens eenvoudiger geweest. Toch is Esther-Mirjam Sent vol goede moed.


Hoe voelt het om partijvoorzitter te zijn?

‘Ik vind het ontzettend eervol, ik ben strijdbaar en ik heb er zin in!’

Wat zijn je belangrijkste doelen voor de komende jaren?

‘De belangrijkste doelen heb ik beschreven in mijn plan voor de partij. Toen ik voorzitter was van de verkiezingsprogrammacommissie heb ik gezien hoeveel energie er in de partij zit en hoeveel mogelijkheden er zijn als we samenwerken met organisaties en mensen van buiten de PvdA.

Dat is de kern van mijn inzet als voorzitter: een bruisende ideeënpartij waarin we de krachten bundelen. Dat kan bijvoorbeeld met een permanente verkiezingsprogrammacommissie, met dilemmadialogen waarin we moeilijke discussies niet uit de weg gaan, met betere scouting en met combi-lidmaatschappen. Daar wil ik mijn energie op richten. Daarbij wil ik vooral de afdelingen stimuleren om te doen waartoe ze op aarde zijn en de leden meenemen, gedachtenvorming stimuleren, zodat we net zo’n klinkende overwinning behalen als de sociaal-democraten in Duitsland onlangs.’

Hoe denk je dat te gaan bereiken?

‘Ik denk dat er veel kansen liggen. Als we ons verhaal met trots te vertellen, als we de krachten bundelen en onze successen vieren, dan kan het. Neem de aankomende gemeenteraadsverkiezingen: we hebben met Aboutaleb de beste burgemeester van de wereld in ons midden, we hebben geweldige wethouders die banen creëren, die betaalbare woningen neerzetten, die beter onderwijs weten te stimuleren. Daar moeten we met een aansprekend verhaal op voortborduren. Dat hebben we in het landelijk verkiezingsprogramma natuurlijk al deels gedaan.’

Over dat verhaal: bestaanszekerheid zou geen goed thema meer zijn voor de PvdA, zo was te lezen in de media. Hoe kijk je daar tegenaan?

‘Er is een advies in een powerpoint waarin staat dat bestaanszekerheid wel degelijk een kernwaarde van de PvdA is, maar dat “zeker zijn” een boodschap is die wellicht niet de meest krachtige vertaling is van onze waarden. Dat verhaal over bestaanszekerheid is in de media een beetje een karikatuur geworden.’

Je had het over krachten bundelen met andere organisaties. Hoe kijk je aan tegen een eventuele fusie met andere linkse partijen?

‘Voor mij gaat het erom hoe we onze idealen het beste kunnen bereiken. Een fusie is een middel, dat kán een goede manier zijn, maar er zijn veel andere varianten. Aan een fusie zitten voor- en nadelen. Een voordeel is dat je een groter blok op links vormt. Nadelen zijn dat je je herkenbaarheid kunt verliezen, dat andere linkse partijen zich tegen een nieuwe fusiepartij afzetten en dat je culturen bij elkaar brengt die wellicht niet goed bij elkaar passen. Zoiets moet dus zorgvuldig begeleid worden, dat maakt het lastig om die vraag nu te beantwoorden. Er ligt een motie van het congres waarin de partij wordt opgeroepen om brede linkse samenwerking te onderzoeken. Die pak ik graag op. Een verkenning van de óptie van fuseren komt er dus.’

Sommige partijvoorzitters houden zich politiek op de vlakte en bemoeien zich vooral met het partij-apparaat, andere nemen juist een wat politiekere rol op zich. Hoe zie je dat voor jezelf?

De partijvoorzitter is in de eerste plaats de hoeder van de idealen en de begeleider van processen om ervoor te zorgen dat leden kunnen meedoen en meepraten. Ik zie mijzelf niet als het tiende Kamerlid, maar als de vertegenwoordiger van onze 41.000 leden.’

Hans Spekman zei ooit voor de 100.000 leden te gaan, dat is niet gelukt. Wat is jouw streven?

‘Ik zie wel mogelijkheden. Bijvoorbeeld in het combi-lidmaatschap. Dus dat je bijvoorbeeld als lid van Natuurmonumenten of de vakbond korting krijgt als je ook lid van de PvdA wordt. Ik zie ook wel heil in tijdelijke lidmaatschappen om jongeren die een platform nodig hebben te kunnen ondersteunen. Ik zou dus graag wat meer flexibiliteit willen hebben in het lidmaatschap.’

Is het belangrijk om méér leden binnen te halen?

‘We zijn de grootste ledenpartij. Daar moeten we trots op zijn, maar we hoeven ons ook niet blind te staren op een getal. Ik voel een inspanningsverplichting om leden te werven, maar ik vind ook dat we meer krachten met andere partijen moeten bundelen, daar is niet altijd een lidmaatschap voor nodig. Een tweede uitdaging die ik zie is het verjongen van de partij, om juist onder die groep meer leden te krijgen en er zo voor te zorgen dat er in alle afdelingen een gezonde balans van kennis, talent en ervaring is.’

Hoe wil je jongeren bereiken?

‘Het gaat vooral om de boodschap, dat is de eerste stap. In ons verkiezingsprogramma staan veel punten waar ook jongeren zich zorgen over maken: het gebrek aan betaalbare woningen, de onzekere positie van veel werkenden, de kansenongelijkheid in het onderwijs.’

Is de PvdA daarin voldoende onderscheidend?

‘De trigger is denk dat we laten zien dat we hun zorgen begrijpen én dat we ze ook echt daarin willen helpen. Dat we geloofwaardig daarin zijn. En dat we hen ook een platform bieden. We zijn als partij nu soms wat hoogdrempelig en jongeren voelen zich politiek soms weinig gehoord. Jongeren zijn vaak cynisch over de politiek, daar moeten we hoop en energie tegenover zetten.’

Dat klinkt een beetje als de hope en change van Obama?

‘Ik ben een optimist. In 2019 hadden we een goede uitslag met Frans Timmermans, omdat we een herkenbare campagne voerden. We hebben goede wethouders, veel leden, we moeten daar trots op zijn en onze successen vieren en dan denk ik inderdaad: yes we can.’

In de formatie staat de PvdA nu buitenspel. Is dat erg?

‘Dat is eigenlijk een vraag die meer voor Lilianne is als politiek leider. Ik denk dat het jammer is dat het in de formatie niet over ideeën ging, maar vooral over wie met wie. Op de inhoud hadden we graag meegedaan, dat is ons echter niet gegeven. Vanuit de oppositie kunnen we wel een ontzettend krachtig weerwoord bieden, want het vorige kabinet heeft op vele punten gefaald: de woningmarkt, de tweedeling op de arbeidsmarkt, onderwijs met ongelijke kansen, klimaatuitdagingen, de lijst is lang. Maar vooralsnog zie ik alleen maar gepraat over de miljarden die overal naartoe gaan, zonder aanpak van de structurele problemen.’

Wat wordt de inzet voor de gemeenteraadsverkiezingen en hoe kun je lijsttrekkers en afdelingen daarbij gaan helpen?

‘De inzet wordt vooral aandacht voor de grote uitdagingen op het terrein van wonen. Daarbij vieren we trots de successen die onze fracties en wethouders hebben behaald. Wíj hebben de geloofwaardige plannen om het probleem het hoofd te bieden en daar hebben we ook de goede mensen voor.

Ik wil campagnehubs hebben, zodat afdelingen elkaar kunnen ondersteunen met materiaal en vrijwilligers. Als we onze vrijwilligers de wijk in kunnen krijgen, de straat in, met een trots verhaal, dan halen we een goed resultaat. Het partijbureau moet daarbij vooral dienstbaar zijn naar de afdelingen. In het verleden kwam er nog wel eens een oekaze van het partijbureau: “Volgende maand gaat het over zorg”, terwijl een afdeling dan net een bijeenkomst over onderwijs had georganiseerd. Dat is niet handig. Het moet een goede samenwerking zijn, want samen staan we sterk.’


Afbeelding: Remko de Waal | ANP