Portret JacquelineHet blijven rare jongens, die CDA’ers. Die gedachte schiet weleens door je hoofd als je weer een statement van CDA-voorman Wopke Hoekstra leest. En nee, dat is geen leedvermaak: als de wet van Murphy eenmaal toeslaat dan is dat zo.

Maar we verwonderen ons wel over deze eens zo machtige partij. De partij die zich het rentmeesterschap heeft toegeëigend. Als rentmeester ben je belast met het beheer van bezit en schepping. Altijd op tijdelijke basis, na jou komt een volgende generatie. Dat beheer doe je goed, liefst met een verbetering en dat geef je door aan je kinderen en kleinkinderen.

Zo zou Wopke dat toch ook willen doen met het CDA zelf. Een partijleider die de partij op een duurzame manier beheert, sterker maakt en doorgeeft aan de volgende generatie christendemocraten. Alleen lijkt precies dat Wopke nog niet te lukken. Natuurlijk, er was een ongelukkige strijd om het leiderschap, waar de bestuurder Hoekstra zich wijselijk van afzijdig hield.

Maar het spreekwoord luidt niet voor niets ‘waar twee honden vechten om een been, gaat er de derde mee heen’. En zo geschiedde. Wopke werd partijleider. Of miljonair en voorzitter van de commissie fondsenwerving van het CDA meneer Van der Wind deze koerswijziging heeft gekocht met een donatie van ruim een miljoen euro is alleen maar gissen, maar fris ruikt het niet.

Dat vindt Pieter Omtzigt, inmiddels oud-CDA’er, ook. Het is altijd even oppassen met mensen die een heldenstatus krijgen. Natuurlijk heeft Omtzigt zich samen met Renske Leijten van zijn beste kant laten zien als volksvertegenwoordiger. Maar tegelijkertijd was hij de man die vond dat de aanpak van frauderende Bulgaren niet hard genoeg kon zijn en introduceerde hij een nepgetuige in de MH17-kwestie. En ook bij een van de meer recentere rellen speelde hij een bedenkelijke rol als boodschappenjongen voor partijgenoot Sywert van Lienden.

Het doet allemaal niets af aan zijn goede werk bij de toeslagenaffaire, maar zet de verering en idealisering wel in een ander perspectief. Dat moet ook Wopke gedacht hebben. Of hij nu aan het schaatsen is, eigenhandig de verhoging van het minimumloon uit het verkiezingsprogramma haalt of aan het onderhandelen is, altijd is daar de schaduw van Pieter. En gaat het over de vele voorkeurstemmen die naar de nummer twee zijn gegaan en die als een molensteen om de nek van de CDA-leider hangen.

Een man, die overspannen thuis zit als gevolg van zijn heroïsche strijd, daar kun je niet omheen en die kan je nu al helemaal niet hard aanpakken. Nadat het sensibiliseren was mislukt, is er dus medische hulp geboden. Uit zorg en uit mededogen. Niet uit wrok of rancune. Het was voor Omzigt de bekende druppel: hij zegde zijn lidmaatschap op van zijn eens zo geliefde CDA.

En Wopke? Die gaat verder met waar hij goed in is. Mensen van zich vervreemden. Nadat hij zijn partij in opperste staat van verwarring heeft gebracht, gijzelt hij nu de onderhandelingen alsof hij nog steeds de machtige partij van weleer vertegenwoordigt. Zijn afkeer van GroenLinks en de PvdA lijkt even groot als die van de PVV en het FvD.

Natuurlijk trapte Wopke daarbij op onze linkse ziel en deed hij ons pijn door ons gelijk te stellen aan Baudet en Wilders, maar ik denk niet dat hij het zo heeft bedoeld. Het kwam er alleen wat ongelukkig uit. Want Wopke bedoelde gewoon dat hij als echte CDA’er en man van het midden geen hekel heeft aan rechts of links. Typisch een geval van de wet van Murphy, net als dat er steeds maar weer berichten over sjoemelende CDA’ers in Limburg verschijnen. In het kader van goed rentmeesterschap zou je dan kunnen denken ‘ons past bescheidenheid’. Maar daar denkt Hoekstra duidelijk anders over. Het blijven rare jongens, die CDA’ers.  


Afbeelding: Lex van Lieshout | ANP