Over het middenbestuur wordt wel eens smalend gedaan. Het zouden beroepstechneuten zijn die alles zo snel mogelijk willen depolitiseren en in vier jaar tijd geen gewone burger spreken. Ergens is dat wel begrijpelijk, maar terecht is het niet. Een beeld waar we snel van af moeten als het aan de auteurs van ons essay De mens terug in het middenbestuur.


Niet welke bestuurslaag beslist, maar wat we doen hoort voorop te staan 

Portret Anne KoningAnne Koning

Gedeputeerde in Zuid-Holland


Waarom is het middenbestuur belangrijk?

‘Er komen grote veranderingen rondom klimaat, energie, wonen en het landelijk gebied op ons af. Dat zijn zaken die niet alleen één gemeente, één waterschap of het Rijk aangaan, maar die dat soort grenzen overschrijden. De provincie werkt vaak op een wat abstracter niveau aan dat soort onderwerpen.’

Abstract, ja dat herken ik wel.

‘De impact is wel heel concreet. Dan hebben we het echt over het vinden van betaalbare woning of het nog kunnen betalen van je energierekening.’

Gaat een provincie daar echt over?

‘De provincie gaat over alles waar ze over wil gaan. We hebben zeker al taken in de ruimtelijke ordening en de Regionale Energiestrategieën (RES’en). Het lastige van je vraag is dat het heel erg impliceert dat problemen door maar één overheidslaag opgelost kunnen worden. Vaak is dat helemaal niet het geval.’

Wat moet dan wel de vraag zijn? 

‘De echte vraag is: waar kunnen we het beste windmolens plaatsen? Of kun je ook in een regiogemeente aan een sociale huurwoning komen? Je ziet meteen dat je die vragen als niet individueel kan beantwoorden. Het gaat immers niet alleen om de verdeling van geld, maar ook van ruimte. Daar heb je het middenbestuur voor nodig.’

Kunnen die bovenlokale zaken niet op Rijksniveau opgepakt worden?

‘Nee, dat denk ik niet. Hier in Zuid-Holland zijn de Drechtsteden en de Bollenstreek best verschillend. Het Rijk heeft geen concrete gebiedskennis, wij kennen het gebied en de spelers wel. Rijksambtenaren zijn hartstikke goed, maar ze zijn niet zo diepgeworteld in alle verschillende delen van Nederland. Dat vinden ze zelf overigens ook. Zij hebben gewoon een andere rol daarin.’

Zijn PvdA’ers voldoende geïnteresseerd in het middenbestuur?

‘Ik zou PvdA’ers willen meegeven dat politieke vraagstukken op alle niveaus er toe doen. Ik noem mezelf altijd meer een Wibaut dan een Drees. Je hebt een stroming binnen de partij die hart heeft voor fysiek-ruimtelijke vraagstukken. Dan ben je bij de provincie op je plek. Als je hart meer ligt bij thema’s als zorg en onderwijs, heb je misschien minder te zoeken in het middenbestuur.’

De PvdA heeft een sterke traditie in de ruimtelijke ordening.

‘Precies. Wij zijn de mensen van de ruimtelijke ordening. Als PvdA’ers zich daar niet tegenaan hadden bemoeid. Hoe had Nederland er dan uit gezien?’

Moet er een debat komen over de taken en rol van het middenbestuur?

‘Een kerntakendiscussie is niet nodig wat mij betreft. De vraagstukken waar mensen mee zitten en die bovenlokaal zijn, moeten we gewoon oplossen. Daarvoor moet de mens weer terug in het middenbestuur. Hun welzijn moet centraal zijn. Daarom hebben we in Zuid-Holland gezonde leefstijl en leefomgeving, en meer sport voor het eerst op de agenda gezet.’

Hoe zet je de mens centraal?

‘Door allereerst zelf goed te luisteren naar wat mensen voor vragen hebben. Vervolgens moeten we het aanvliegen vanuit de invalshoek: wat ervaren zij precies? En bereiken we de mensen die voor ons het belangrijkste zijn? Uiteindelijk betekent de mens centraal niet sturen op de omzet van bedrijven, maar op hoeveel mensen er een boterham mee kunnen verdienen. Of het geven van subsidies voor betaalbare woningen.’

Wat wil je meegeven richting de Statenverkiezingen?

‘Dat we goed kunnen laten zien dat de provincie verschil maakt. We zitten overal in Gedeputeerde Staten nu, dus benut dat en vertel wat je hebt gedaan en wat je de komende periode wil gaan doen. Inzetten op voldoende ruimte voor natuur, voor meer betaalbare woningen, voor goed werk, en voor schoon en voldoende water.’


Portret Jop FackeldeyJop Fackeldey

Gedeputeerde in Flevoland


Wat betekent voor jou ‘de mens centraal in het middenbestuur’?

‘Er wordt vaak naar waterschappen en provincies gekeken als hele technische bestuurslagen. Maar als je de vraag ‘wat betekent ons beleid nu voor mensen’ leidend maakt, dan zie je veel concreter wat de impact is. Dat is echt een eyeopener, die je ook nog eens helpt om in de gaten te houden wat je zelf als politicus aan het doen bent.’

Heb je daar een concreet voorbeeld van?

‘Neem het onderwerp wonen. Als je de mens centraal stelt, dan heeft dat impact op de vorming van een nieuwe woonwijk. Je kijkt dan hoe mensen ergens plezierig kunnen wonen. Daarvoor moet je met ze in gesprek gaan. Het gaat er niet alleen om dat er ergens een aantal woningen kunnen worden gebouwd, maar ook om wát voor woningen dat zijn. En wat er in de omgeving te zien en te doen is.

Het essay gaat dan ook niet om wat de provincie precies doet, maar om de vraag wat nu de sociaal-democratische waarden zijn, die je in het middenbestuur mee kan nemen. Het stuk wil inspiratie bieden aan iedereen die in het middenbestuur mee wil doen.’

Hoe probeer je zelf mensen te inspireren?

‘Ik haal energie uit mijn portefeuille. Onder meer bij werkbezoeken ga ik met veel mensen in gesprek over wat ze zouden willen en kunnen. Ook probeer ik te laten zien wat er gebeurt en geef ik voorbeelden van innovaties die werken. Wat gaat er goed, hoe kun je verduurzaming aanpakken, dat soort zaken. Daar blog en maak ik filmpjes over.’

Hoe laat je de rol van het middenbestuur daar dan in zien?

‘Dat ligt er aan wie je voor je hebt natuurlijk. Sommige zaken zijn te groot voor de gemeente en te klein voor het Rijk, daar zitten wij dan tussen. Dat snappen mensen wel als je het uitlegt.

Daarbij probeer ik ook te laten zien wat de mens centraal stellen in de praktijk betekent. Dat het niet alleen om economische ontwikkeling gaat, maar bovenal om het welzijn van mensen. Biodioversiteit, werk, natuur zijn allemaal thema’s die je puur vanuit wet- en regelgeving kunt benaderen door te vertellen wat er wel en niet mag. Maar je kunt ook laten zien wat iets betekent voor iemand en voor diens omgeving. Dat is een andere manier van naar de werkelijkheid kijken.’

Kan je daar een concreet voorbeeld van geven?

‘Zeker. We kijken nu standaard hoe een opgave niet alleen ruimtelijk passend gemaakt kan worden, maar ook hoe en of dit past bij het woongenot van mensen.’

Er zijn veel bovenlokale regelingen, waarbij provincies soms worden gepasseerd. Is dat problematisch?

‘Je ziet in toenemende mate dat het schaalniveau van gemeenten niet past. De oplossing wordt vaak gevonden in samenwerkingsverbanden. Daardoor is echt een wildgroei ontstaan. Als provincies zijn we wellicht onvoldoende in dat gat gesprongen.’

Hoe komt dat?

‘Onder meer doordat veel regioverbanden over verschillende provinciegrenzen gaan. Een gemeenschappelijke regeling kan qua uitvoering prima zonder provinciale betrokkenheid in zo’n verband worden belegd. Maar als je het over de beleidsvorming hebt, moet het wel daar democratisch belegd zijn. En dan is ons betrokkenheid wel echt een randvoorwaarde.’

Tot slot, wat hoop je dat het essay oplevert?

‘Dat de menselijke maat in de verschillende verkiezingsprogramma’s en akkoorden, en bij alle beschouwingen en besluiten een plaats krijgt. Verder hoop ik we ons als PvdA en provincie zelfbewuster gaan opstellen. Wij moeten de regie waar nodig en op een schaal die dichtbij mensen is terugpakken. Het is niet economie versus leefkwaliteit. Het is allebei.’


Portret Hetty JanssenHetty Janssen

Statenlid in Friesland


Is er binnen de bestaande systemen in het middenbestuur wel ruimte om de mens centraal te kúnnen stellen?

‘Ik denk niet dat er systemische aanpassingen nodig zijn. Het zit hem meer in onze eigen houding. Dus hoe we als politici naar beleids- en politieke kaders kijken en hoe we er over praten. Stellen we het belang van mensen wel centraal? En denken we daar wel aan als we keuzes maken?’

Gebeurt dat?

‘Te weinig denk ik. In het politieke debat en in het maken van beleid houdt het vaak op bij technische afwegingen. In de toekomst zullen we die afwegingen elke keer weer moeten toetsen aan wat het voor mensen betekent en op basis daarvan besluiten nemen.’

Deden jullie dat dan niet al? 

‘In ons achterhoofd misschien wel, zeker ook omdat we sociaal-democraten zijn, maar we hebben het in ieder geval niet zichtbaar genoeg gemaakt. Daardoor raken mensen het zicht op het middenbestuur kwijt. Zij denken: het gaat niet over ons. Maar dat doet het nu juist wel.’

Hoe kun je dat praktisch doen, de mens weer centraal stellen?

‘Door expliciet te maken dát mensen centraal staan. Dus continu de betekenis duiden van beleid voor mensen met een smalle beurs, die in oude wijken wonen, of die hun energierekening moeten kunnen betalen. Dat zijn we nu gewoon vergeten en kwijtgeraakt.

Een andere manier om het te doen is om je in gesprekken niet meer alleen te richten op het maatschappelijk middenveld, maar ook op de mensen er achter. We praten vaak met landbouw- en milieuorganisaties. Altijd organisaties. Praat nu ook eens met boeren, of met beheerders in het veld. Niet alleen op organisatieniveau.’

Heb je dan niet het gevaar dat je al snel N=1 krijgt?

‘N=1 is wel heel weinig, maak er N=10 van. Maar als je met het bestuur van de LTO praat, hoor je tegenwoordig ook niet meer de mening van dé boeren. Daarbij gaat het niet alleen om meningen, maar ook om te horen wat mensen meemaken. Dat krijg je alleen als je echt dieper in de samenleving mensen ontmoet.’

Wat vind je zelf het belangrijkste om te doen naar aanleiding van het essay?

‘Ik ben bezig met het schrijven van het verkiezingsprogramma voor 2023. Na twee jaar in de projectgroep, die het essay over het middenbestuur samenstelde, merk ik dat ik andere taal gebruik.’

Wat dan bijvoorbeeld?

‘Ik zie dat collega’s in de programmacommissie nog steeds een soort afstandelijke woorden gebruiken. Bijvoorbeeld over de klimaatproblematiek: “Om de 40% CO2-reductie te halen zijn de volgende maatregelen nodig.” Ik schrijf er nu achter wat dit betekent voor mensen en hoe we ze daarmee kunnen helpen. Bijvoorbeeld steun bieden met energiecoaches. Dus het heeft mij zeker beïnvloed.’

Wat zou je partijgenoten willen adviseren?

‘Ik zou leden van programmacommissies willen adviseren het essay te lezen en er eens een avond met elkaar over te praten. Alleen dan gaat het echt leven. Dan kun je ook goed bespreken hoe je het kunt gebruiken in het programma en in contacten met de kiezers. Voor (potentiële) Statenleden geldt natuurlijk hetzelfde.’

Het middenbestuur bestaat uit provincie en waterschappen. Zit er nog verschil in?

‘Voor waterschappen is het nog nijpender. De discussies daar zijn nog abstracter dan in de provincie. Bij ons in Friesland zijn de grenzen van de provincie en het waterschap hetzelfde. Ik zou onszelf willen aanraden om als provincie veel meer op te trekken met het waterschap. In andere provincies, waar meerdere waterschappen binnen de provinciegrenzen liggen, is dat wellicht iets lastiger, maar zeker niet onmogelijk. Zoek elkaar op, leg verbindingen tussen keuzes, die je als provincie maakt en welke gevolgen dat voor waterschappen heeft. En andersom. Het raakt mensen uiteindelijk direct.’


Afbeelding: Tobias Kleuver | ANP