Het besluit van Raad van State om de stikstofvrijstelling in de bouw van tafel te vegen is een nieuwe klap voor de realisatie van broodnodige woningen. Gepaard met de recente prijsstijgingen in bouwmaterialen, de op de loer liggende recessie en de uit de pan rijzende inflatie, lijken verdere vertragingen onvermijdelijk.


De woningcrisis raast ondertussen ongestoord door. Studenten samengehokt in illegaal volle woningen of onveilige complexen, starters en statushouders die na jaren huis hoppen nog steeds niets vast kunnen vinden, economische minima die uit hun geboorteplaatsen worden geduwd: het vinden van een huis was nog nooit zo lastig.

Dit roept dan ook de vraag op hoe het nu verder moet. Een steeds vaker gehoorde oplossing is het investeren in flexwoningen. Dat zijn al lang niet meer alleen de grauwe containerwoningen van weleer. De stijlvolle en duurzame flexprojecten zijn in opkomst. Omdat deze ook nog eens vaak samengesteld aangeleverd worden, is de uitstoot op locatie ook significant lager. Met onder meer de uitspraak van de Raad van State in het achterhoofd zetten steeds meer gemeenten daarom in op flexbouw, en ook het kabinet kondigde aan tot 2024 37.500 flexwoningen neer te willen zetten.

Rösener Manz: Een voor de hand liggende optie 

De PvdA in het Drentse Westerveld riep vorige maand het gemeentebestuur nog op om met haast minimaal vijftig flexwoningen te realiseren. Hier zouden starters, statushouders en mensen met een kwetsbare situatie op korte gehuisvest kunnen worden, vertelt raadslid Ramona Rösener Manz. ‘Wij hebben net als iedereen in Nederland een woningtekort hier. Dus als je een beetje een snelle optie wilt, liggen flexwoningen voor de hand. Daarbij horen we hele goede verhalen.’

Maar ook flex brengt niet meteen verlichting, benadrukt Rösener Manz. ‘Het is gewoon een lastig probleem, dus wij zijn blij met de tien flexwoningen die er in ieder geval zullen komen. Maar wanneer de eerste mensen erin kunnen trekken, weten we nog niet precies. En genoeg is het ook niet: wij hopen er in ieder geval nog eens veertig bij te kunnen zetten.’

NIMBY

Net als bij reguliere woningbouw ligt er tussen wens en vervulling een grote afstand. Zo zijn omwonenden niet altijd onverdeeld enthousiast. Zij vrezen voor druk op de wijk en dalende huizenprijzen. Deze angsten hoor je bijvoorbeeld terug in Soest, waar de gemeente een groot aantal flexwoningen wil bouwen om Oekraïense vluchtelingen te huisvesten. Hier verblijven er in Soest momenteel zo’n 130 van, verdeeld over zowel gemeentelijke opvang als bij particulieren.

Aanvankelijk kondigde de gemeente aan zo’n 150 tot 200 woningen te willen realiseren, maar na kritiek en een stedenbouwkundige verkenning gaat dit aantal waarschijnlijk toch omlaag. Gaat, want momenteel ligt het project stil. Daar waar de flexwoningen zouden moeten komen, woont vooralsnog alleen een enkele das. Die das is meteen ook het probleem, aangezien deze diersoort bedreigd wordt en er een ecologisch onderzoek nodig is. Wethouder Osman Suna wacht de dans in spanning af en licht zijn keuze voor de “snellere” flexwoningen toe: ‘Het belangrijkste is dat bestemmingsplanprocedures bij ons erg lang duren, waardoor het jaren kost voordat je de woningbouw kunt realiseren.’

Suna: Bestemmingsplannen duren te lang 

En die tijd is er niet, zegt Suna. ‘Als gemeente moet je echt voorzien in de opvang van mensen die vluchten voor oorlog en hier een heil zoeken. Tegelijkertijd moet je ook in je eigen gemeente voor mensen, die jarenlang wachten op een sociale huurwoning, een plek bieden. En dan zijn er nog de senioren. Betaalbare woningen voor deze groep regelen, is de komende jaren het hardst nodig: een kwart van de Nederlanders is straks boven de 65 in 2040.’ Al met al genoeg redenen om ook voor snelle woningbouw te kiezen. Natuurlijk begrijpt Suna de weerstand en neemt hij de inhoudelijke kritiek mee. Maar NIMBY is ook hier niet ver weg. ‘Niet hier, maar daar. Dat blijft gewoon altijd wel de boventoon voeren, ook bij dit plan.’

Luxe troef

Ook in Den Bosch wordt flink ingezet op moderne flexcomplexen. Op tien locaties staan of moeten woningen worden gerealiseerd. Pieter Paul Slikker, wethouder wonen, benadrukt het belang van inzetten op hoogwaardige flexbouw. ‘De belangrijkste boodschap die ik zou willen meegeven: flexwonen is een nuttige bijdrage als je kiest voor hoogwaardige kwaliteit en woonzekerheid creëert met die woningen.’

Slikker: Mits goed uitgevoerd een van de oplossingen 

Flexwonen kan een rotconcept zijn als je slechte huizen bouwt met woononzekerheid, zegt Slikker. Het stigma dat je nu ziet, was er niet altijd. ‘Niemand kende het concept. Je voegde kwalitatief hoogwaardige woningen toe aan je woningbestand. Mensen wilden daar dolgraag wonen.’ Inmiddels klinkt er meer kritiek. ‘”Het zijn maar noodwoninkjes”. Maar dat verschilt dus nogal in de praktijk. En natuurlijk is flexwonen niet dé oplossing voor de wooncrisis. Het is wel één van de oplossingen en draagt bij aan het realiseren van meer betaalbare woningen.’

Versnelling valt in de praktijk tegen

Toch zijn er ook een hoop kanttekeningen aan te wijzen. Het Planbureau voor de Leefomgeving publiceerde eerder dit jaar een kritisch rapport, waarin zij onder andere wijzen op praktische en financiële bezwaren, die er vaak toe leiden dat flexprojecten uiteindelijk niet van de grond komen. Auteur van het rapport, Jolien Groot, licht de kanttekeningen toe: ‘We kwamen er wel vrij snel achter, dat het toch niet vanzelf gaat. Bij het inzetten op flexwonen is versnelling de hoofdzaak. Je wilt snel wat meer woningen realiseren, maar in de praktijk valt dat toch nog niet mee.’

Groot: Het is niet zo makkelijk als het lijkt 

Je kan grofweg drie pijlers onderscheiden, zegt Groot. ‘Allereerst zijn er financiële onzekerheden. Daarnaast vormt de locatie vaak een groot obstakel. Het begint bij het vinden van een locatie waar je een hoge dichtheid kan realiseren. Zodra zo’n locatie gevonden is, zie je vaak al snel dat omwonenden in verzet komen.’

Net als reguliere woningbouw komt het neer op lokaal maatwerk. ‘Je snijdt jezelf in je eigen vlees als je te goedkoop en te snel iets neerzet. Natuurlijk kunnen de omstandigheden verschillen, dus het is lastig om iets algemeens te zeggen.’ Toegankelijke huisvesting voor minima en menswaardige opvang voor vluchtelingen zullen moeten worden afgewogen tegen lokale vraagstukken over leefbaarheid, duurzaamheid en sociale cohesie. ‘Denk als gemeente dus goed na over het vervolgplan en lees ons rapport natuurlijk.’


Afbeelding: Marcel van den Bergh | Hollandse Hoogte