Op de eerste dag van de Wibautleergang staat er nogal wat op de agenda. Lilianne Ploumen blikt terug op de campagne en vooruit op wat komen gaat en met de Bossche lijsttrekker Pieter Paul Slikker brengen we het lokale politieke krachtenveld in kaart. Wat betekent dat eigenlijk? En vooral: hoe zorg je dat je daar als beginnend raadslid je plek in vindt?


Neem de tijd om je in je portefeuille te verdiepen 

ammarAmmar Selman

Raadslid in Nijmegen


Je zit nu acht jaar in de raad en bent helemaal op je plek. Hoe lang heeft het geduurd voordat je je draai had gevonden?

‘Het heeft toch wel anderhalf jaar geduurd tot ik het een beetje onder de knie kreeg. In de zin van dossierkennis en netwerken opbouwen. Weten waar je informatie kan halen. Goed op de hoogte zijn van wat er speelt en de voorgeschiedenis proberen te achterhalen.’

Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?

‘Voor de overdracht van die kennis heb ik erg veel hulp gehad van de oude fractie. Het heeft zeker wel geholpen dat ik al een half jaar meeliep met de fractie. Niet heel intensief, maar ik was wel regelmatig aanwezig bij commissie- en fractievergaderingen. Dus ik had enigszins achtergrondinformatie.’

Waarom is dat zo belangrijk?

‘Doordat de oude fractie voor een goede overdracht heeft gezorgd, weet je hoe besluiten tot stand zijn gekomen en hoe de fractie daarin heeft gestemd. En tegelijkertijd kan je als nieuwe fractie met een frisse blik daarnaar kijken. Is dat nog steeds de juiste koers? Of is er reden om het anders te doen?’ 

Had je verwacht dat het anderhalf jaar zou duren?

‘Nee, voordat ik de politiek in ging, was ik een andere manier van werken gewend. Dat je van a naar b gaat om c te bereiken. Maar in de politiek gaat dat niet altijd zo en moet je soms langs z om dingen voor elkaar te krijgen. Dat had ik me niet gerealiseerd.’

Dat klinkt vrij ontmoedigend…

‘Nou, dat was het niet. De motivatie om de stad mooier te maken, was natuurlijk de reden om de raad in te gaan. Nu ik weet hoe het schaakspel gespeeld wordt en dingen voor elkaar krijg, begint het genieten. Stap voor stap begin je je agenda voor elkaar te krijgen. Wat eerst alleen in je hoofd zat, zie je concreet gebeuren. Dat is heel mooi.’

Hoe kunnen onze nieuwe raadsleden dat voor elkaar krijgen?

‘Het hangt wel samen met hoe groot je fractie is en hoe ervaren je collega’s zijn, maar de belangrijkste tip is wel: neem je tijd. En bouw gewoon goed die dossierkennis op, zodat je een autoriteit wordt en gezag hebt over je portefeuille. Dan heb je het zelfvertrouwen om inhoudelijke veranderingen voor te stellen. Als je dat mist, ga je nat.’

Iedereen de boeken in?

‘Niet helemaal. Politiek is ook inspelen op de actualiteit en snel kunnen schakelen, maar dat betekent niet dat je je constant moet laten meeslepen door de waan van de dag. Als je inhoudelijk goed in een onderwerp zit, wordt dat schakelen veel makkelijker. Met dossierkennis bedoel ik dus meer dan alleen de beleidsstukken lezen en op de hoogte zijn van de voorgeschiedenis. Het gaat vooral om het bouwen van een netwerk. Vertrouw je alleen op het woord van de wethouder? Of leg je contacten in de samenleving, die je vertellen hoe beleid in de praktijk uitpakt?’

Is er in dat contact met je netwerk ook sprake van een wisselwerking? 

‘Zeker. Als ik iets zie of hoor, dan weet ik precies wie ik moet hebben bij een organisatie of bewonerscomité. En andersom weten ze me ook te vinden. Je moet niet bang zijn om je netwerk kritisch te laten meekijken. Dat is echt cruciaal. Daar wordt je bijdrage alleen maar beter van.’

De PvdA maakt nu vier jaar deel uit van de oppositie, terwijl jullie daarvoor onderdeel van de coalitie waren. Maakt dat het raadswerk moeilijker?

‘Niet per se. Je kan nog steeds best wel wat bereiken. Soms zelf meer dan als je in de coalitie zit, omdat je dan toch aan een akkoord bent gebonden. Om iets te bereiken denk ik dat twee dingen belangrijk zijn. Allereerst dat alles wat je doet in overeenstemming is met je waarden. Kansengelijkheid, solidariteit en armoede bestrijden. Daar hebben we heel stevig inhoudelijke oppositie opgevoerd.’

Zorgde dat niet voor scheve ogen bij het college van B&W?

‘Nee, we zijn er nooit met gestrekt been ingegaan. Niet oppositie voeren om de oppositie, maar constructief meedenken. Over bijvoorbeeld het parkeerbeleid. Daar werd in de coalitie verschillend over gedacht, dus toen hebben we als PvdA voor een meerderheid gezorgd. Daardoor was het college ook wel welwillend op andere onderwerpen en luisterde men ook naar onze inbreng.’


Een hondenbaan, waar je wel veel energie uithaalt 

eylemEylem Koseoglu

Raadslid in Zaanstad


Vertel, hoe ben je in de raad beland?

‘Ik was al een tijdje lid toen ik werd gebeld door de afdelingsvoorzitter. Of ik niet eens naar een bijeenkomst wilde komen. Nou, dat bleek best leuk. Dus ben ik actief geworden in de afdeling. Eerst vooral met de campagne en zo rond mijn dertigste vond ik mezelf wel klaar voor het raadslidmaatschap en heb ik me kandidaat gesteld. Dat is nu iets meer dan acht jaar geleden.’

Je wist dus ongeveer wel wat je te wachten stond?

‘Ja. Ik had een duidelijk beeld van hoe het raadswerk eruit zag. Wat ervan je wordt verwacht en wat er op je staat te wachten in de raadszaal. Mijn kandidatuur was in dat opzicht een hele bewuste keuze, dus ik kwam niet voor verrassingen te staan.’

Kat in het bakje dus?

‘Haha, nee dat ook weer niet. Het is best pittig hoor. Wees je ervan bewust dat je echt minimaal een jaar nodig hebt om je een dossier eigen te maken, het spel te leren kennen en een beetje te snappen welke instrument – moties, amendementen of initiatiefvoorstellen – je waarvoor moet inzetten. Wanneer is het verstandig om wel een motie in te dienen en wanneer juist niet?’

Het spel te leren kennen?

‘Ja. Daarmee bedoel ik dat het een tijdje duurt voordat je ziet met wie je goed kan schakelen en je weet wie je wanneer nodig hebt als je iets voor elkaar wil krijgen. Gewoon observeren is daarbij erg belangrijk. Kijk wat de raadsleden van andere partijen aan het hart gaat en speel daarop in. Vaak bereik je dingen in de politiek niet op de inhoud, maar omdat iemand je iets gunt en andersom. Het draait om relaties.’

Dat klinkt wel een beetje alsof je overuren draait.

‘Je kan je er inderdaad helemaal in verliezen en er een fulltimebaan van maken. Ik zeg wel eens: het raadslidmaatschap is een hondenbaan. Maar wel een waar je veel energie van krijgt. Inhoudelijk is het met de decentralisaties veel interessanter geworden. Het gaat niet alleen meer om het speeltuintje of de kapotte lantaarnpaal.’

Gelukkig doe je het niet alleen. Had je veel steun van je fractie?

‘In mijn eerste termijn zaten er best veel nieuwe mensen in de fractie. Dus dan ben je wel aan het aftasten en loop je tegen dezelfde problemen aan. Je wil als nieuw persoon ook een positie verwerven in de nieuwe fractie, maar als iedereen daarmee bezig krijg je een beetje een vreemde dynamiek. Uiteindelijk vonden we wel een weg, maar in het begin was het best lastig soms. Je zet je als team in voor de stad.’

Bestaat dat team alleen uit je fractie of zoek je het ook breder?

 ‘Breder. Als je me nu vraagt, waar ik trots op ben is het op de kaart zetten van het lerarentekort. Het tekort is overal groot, maar hier echt nijpend. Zo erg dat er een vierdaagse schoolweek werd ingevoerd. Wij hadden daarvoor al gewaarschuwd dat scholen geen vervanging konden regelen en dat die vierdaagse schoolweek eerder regel wordt dan uitzondering. Dus dat hebben we samen met de schoolbesturen opgepakt, terwijl de rest van de raad nog zoiets had van dat het wel los zou lopen.’

Echt?

‘Ja, andere fracties verweten ons verkiezingsretoriek en vonden dat je daar als raad helemaal niet overgaat. Wat formeel zo is, maar niet goed voelt. Daarom hebben we het niet losgelaten en hebben we het samen met de scholen geagendeerd. We hebben dat continue geagendeerd: eerst een initiatiefvoorstel ingediend en vervolgens een motie.’

Met succes?

‘Zeker. Het was wel een traject van anderhalf jaar. Maar toen bleek dat we niet overdreven hadden en de schoolbesturen ons in een brandbrief aan de raad noemde, kregen we wel politieke steun voor onze motie. Uiteindelijk wil iedereen goed onderwijs voor de Zaanse kinderen. Daarvoor hebben we in Zaanstad geld beschikbaar gesteld voor de zij-instromers en voorrangsregelingen voor woningen voor leraren, agenten en verplegers gestart. Dat we echt substantieel geld hebben vrijgemaakt is vrij uniek, omdat we hier heel erg moeten letten op de centjes.’

Geduld is dus belangrijk om je idealen te verwezenlijken.

‘Ja en je onderwerp claimen. Zorg met een inhoudelijk ijzersterk verhaal, dat ze niet om je heen kunnen.’


Afbeelding: Ammar Selman in gesprek met inwoners