Het heeft wat jaren geduurd en helemaal gelukt is het niet, maar toch mag het gedeeltelijk afschaffen van de geborgde zetels in de waterschappen - alleen al vanwege het grote verzet in beide Kamers - bijzonder genoemd worden. Hoe historisch is het? En wat moet er nu gebeuren?


Half historische stap

Portret Ruud KooleRuud Koole

Eerste Kamerlid


Is het gedeeltelijk afschaffen van de geborgde zetels inderdaad historisch?

‘Je moet oppassen met het etiket historisch, maar belangrijk is het zeker. De geborgde zetels zijn lang onderdeel van de waterschappen geweest. Dat je daar nu een principieel andere stap in zet en af wil van zetels die gereserveerd zijn voor bepaalde groepen belanghebbenden, is echt een keerpunt.’

Ik proef toch wat voorzichtigheid.

‘Ja. Tegelijkertijd gaat het nu alleen om de geborgden van de bedrijven en de vaste zetel in het Dagelijks Bestuur. Dat is belangrijk, maar wel een eerste stap. De richting is toch wel dat we toe moeten naar een volledig algemeen bestuur met algemene verkiezingen. Die is met deze wijziging wel ingezet, maar we zijn er nog niet. Echt historisch was het geweest als de geborgde zetels helemaal waren afgeschaft, zoals ook de commissie Boelhouwer had geadviseerd. Ik zou het daarom eerder half historisch willen noemen.’

Waarom is het zo belangrijk dat de geborgde zetels ophouden te bestaan?

‘De context waarin waterschappen opereren is de afgelopen decennia echt anders geworden. Door klimaatverandering zijn de onderwerpen van het waterschap veel relevanter geworden voor grote groepen mensen. Eigenlijk voor iedereen. Waar je vroeger misschien nog kon zeggen dat het verhogen of verlagen van het grondwaterpeil alleen consequenties had voor de landbouw, raakt dat nu aan iedereen. Niet verhogen, omdat de boer met de trekker over zijn land wil rijden, betekent wellicht dat de fundering van je huis gaat rotten of dat de CO2-uitstoot in veenweidegebieden hoog blijft. Het is dus echt actueler en politieker geworden.’

Ja? Iedereen is toch voor het verhogen van dijken? Blijft het ook bij maatregelen rond klimaatadaptatie niet vooral om technische aangelegenheden gaan, die je beter aan professionals dan politici kan overlaten?

‘Voor een dijkverhoging kan je dat misschien nog wel zeggen, maar bij andere maatregelen om bijvoorbeeld klimaatverandering op te vangen en zo mogelijk te bestrijden is er wel degelijk sprake van een belangenafweging. Denk aan ruimte om het water op te vangen en het verbreden van de rivieren.'

Politiek hing het er wel om in de Tweede en Eerste Kamer. Voorstanders van de geborgden zijn bang dat de deskundigheid uit de waterschappen verdwijnt. Wat vind je daar van?

‘Dat is een beetje een gelegenheidsargument. Niemand zegt dat je geen deskundigen moet inschakelen. Bij de waterschappen zelf werken heel veel bekwame ambtenaren, die goed uitvoering kunnen geven aan beleid, en ook van buiten kan je genoeg expertise binnenhalen.

Maar dat staat wel los van het bestuur. Het is ook maar de vraag wat voorstanders van de geborgde zetels onder deskundigen verstaan. Zijn dat dan de boeren? Als er al sprake van deskundigheid is, is het wel een behoorlijke eenzijdige. Waarom zouden zij een betere afweging in het algemeen belang kunnen maken? Er zijn genoeg mensen die verstand hebben van klimaatverandering, bodemgesteldheid of wat dan ook. Zet die, net als boeren, op een kandidatenlijst, en laat de kiezer via algemene verkiezingen een keuze maken.’

Over iets meer dan drie maanden zijn de verkiezingen. Gaat de wetswijziging voor die tijd in of moeten we vier jaar wachten?

‘Aan de vertragingstactieken van de tegenstanders heeft het in ieder geval niet gelegen, maar het lijkt er wel op dat dat gaat lukken, ja. Vooral vanuit het CDA en de SGP was het verzet groot. Die vinden dat de volgende verkiezingen te snel komen. Daar wilden ze een hoofdelijke stemming over, waardoor de stemming in de senaat werd uitgesteld. En die was al later, omdat er eerst nog om een advies van de Raad van State was gevraagd. De staatssecretaris twijfelde vervolgens, omdat hij vond dat het op 1 december in het Staatsblad moest staan om partijen voldoende tijd te geven.’

En toen?

‘Hebben we daar als linkse partijen korte metten meegemaakt. Je kan het best een paar weken later in het Staatsblad publiceren, omdat het debat al geweest is. Partijen in de waterschappen zullen dat gevolgd hebben en weten wat de uitkomst is, dus ze kunnen zich nu al voorbereiden. Ik begreep dat de Tweede Kamer afgelopen donderdag een motie heeft aangenomen, waarin ze het kabinet verzoeken om de wetswijziging voor 18 december in het Staatsblad te zetten, zodat de wijziging nog voor de verkiezingen ingaat.’

Maar dan zijn we er nog niet. Moeten we naast het geheel afschaffen van de geborgde zetels ook kijken naar het monistische stelsel? Hoort bij een volwassen bestuurslaag niet wat meer dualisme? 

‘Mwah. Dat vind ik eerlijk gezegd niet heel belangrijk. Je kan je afvragen hoe dualistisch de gemeente is geworden sinds de wijziging in 2002. In de praktijk zie je toch dat stemmingen via coalitielijnen verlopen en is het onderscheid tussen oppositie en coalitie groter dan tussen college en raad.’

Een andere veel gehoorde opvatting is dat je de waterschappen beter kan onderbrengen in een andere bestuurslaag, zoals de provincies.    

‘Daar ben ik het niet mee eens. Het waterschap mag dan steeds belangrijker worden voor de samenleving als geheel, een normale bestuurslaag is het niet. Het is een functioneel bestuur met een eigen belastinggebied. Dat betekent dat je het verhogen van de dijken niet hoeft af te wegen tegen bijvoorbeeld meer geld voor onderwijs. Ik vind dat een groot goed. Wanneer je het onderbrengt in de provincie, gaat dat functionele verloren en dat lijkt me onverstandig.’

Los van de discussie waar je het onderbrengt en hoe je het vormgeeft schieten de waterschappen op een andere manier democratisch tekort. De opkomst is laag en mensen weten vaak nauwelijks wat de waterschappen allemaal doen. Wat moet daar aan gebeuren?

‘Het is niet de enige bestuurslaag met dat probleem. Kijk naar Europa, dat is zo belangrijk en toch ligt de opkomst ver onder de 50%. Een gedeelte ligt hem in de procedures. De combinatie van Statenverkiezingen en die van de waterschappen heeft voor een hogere opkomst gezorgd.

Daarnaast is het niet heel gek dat mensen niet komen opdagen als hun belang niet helder is. En juist daar zien we de laatste jaren een kentering in. Een verrotte fundering doordat het grondwaterpeil te laag is of een overstroomde kelder doordat het water niet kan worden afgevoerd: het blijven technische onderwerpen, maar het raakt je wel direct als burger. Nu is het aan de politiek om daarin de verschillende belangenafwegingen duidelijk te maken. Dat gaat een stuk makkelijker zonder de ondemocratische geborgde zetels, dus alleen al daarom is deze verandering een stap in de goede richting.’


Zelfs achter het verhogen van een dijk schuilt een politieke keuze

Portret Bea de BuisonjéBea de Buisonjé

Dagelijks bestuurder in Amstel, Gooi en Vecht


Is het nu aangenomen wetsvoorstel over de geborgde zetels inderdaad historisch?

‘Het is zeker een historische stap, waarmee we richting verdere democratisering van de waterschappen gaan. Daarbij is het goed om even naar de voorgeschiedenis te kijken. Tot eind vorige eeuw werd het waterschap geleid volgens het principe “belang, betaling, zeggenschap”. Grondeigenaren en de industrie bepaalden het waterbeheer en waren verantwoordelijk voor de veiligheid. Rond de eeuwwisseling werd de waterkwaliteit echter steeds belangrijker. Dat is natuurlijk van belang voor iedereen. De burger ging ook meebetalen, dus het aloude adagium van “wie betaalt, bepaalt” ging niet meer op, zolang burgers geen inspraak kregen.’

Maar de gevestigde belangen bleven dominant.

‘Het verzet tegen het geheel afstand doen van de bestaande structuren was groot. Daarom is destijds gekozen voor het hybride systeem met aan de ene kant de geborgde zetels van boeren, natuur en bedrijven, en aan de andere kant de democratisch gekozen burgers.’

Waarom zie je nu wel een kentering?

‘De realiteit is dat de tijd is veranderd. Klimaatverandering en de rol die we daarbij spelen vragen om een nadere invulling van de taken van het waterschap. We kunnen het niet langer af met technische oplossingen en moeten belangrijke keuzes maken. Vanuit sociaal-democratisch oogpunt richten we ons op de inwoners. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen op een gelijke manier beschermd wordt? En dat iedereen gebruik kan maken van ons water en ervan kan genieten?’

Alleen de geborgden voor de bedrijven verdwijnen, zou het met alle opgaven niet beter geweest zijn als die van landbouw verdwijnen?

‘In principe willen we natuurlijk dat ze allemaal verdwijnen. De geborgde zetels zijn in feite lobbygroepen. Die horen niet op een vaste plek in het bestuur te zitten. Ze moeten gewoon zorgen dat ze gekozen worden. Dat gebeurt nu ook al, want de BBB, CDA en ChristenUnie zitten bij ons in het bestuur en de VVD kan heus wel de belangen van de bedrijven vertegenwoordigen.’

Wat betekent het voor jouw waterschap concreet?

‘Dat de geborgde zetels niet meer automatisch in het Dagelijks Bestuur komen, betekent dat de gekozen partijen ook moeten zorgen, dat ze de mensen in het buitengebied vertegenwoordigen. Wij hebben al een eerste stap gezet door op de lijst een stadsboer te hebben staan. Maar die verantwoordelijkheid moeten andere partijen ook nemen, want in ons waterschap moeten de boeren zich natuurlijk ook in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd voelen. Een groot deel van ons gebied wordt immers door hun beheerd.’

Zijn we er met deze wet of moeten we het zien als een goede eerste stap?

‘Zoals gezegd, zeker een goede eerste stap, hoewel het voor ons waterschap minder bepalend is.’

Hoe bedoel je?

‘In veel andere waterschappen is de boerenlobby veel sterker. Daar worden dan alle geborgde zetels ingenomen door boeren, dus niet alleen van de agrariërs, maar ook die van bedrijven, ongebouwd en natuurterreinen. Op die manier vormen ze een fractie en zijn ze automatisch de grootste. Met de verplichte geborgde in het Dagelijks Bestuur hadden ze een enorme vinger in de pap en stond je gelijk met 2-0 achter. Met deze wetswijziging is die achterstand nog niet helemaal ingelopen, maar de gelijkmaker hangt in de lucht.’

Bij een democratische bestuurslaag horen ook politieke keuzes. Hoe gaan jullie die naar voren brengen in de campagne?

‘Dat zelfs achter het verhogen van een dijk politieke keuzes schuilgaan. Leg je die goedkoop aan of houd je rekening met de omgeving? Beperk je je tot de bescherming tegen water van buiten? Faciliteer je landbouw of kies je voor de leefbaarheid? We willen de consequenties van die keuzes naar voren brengen.’

Wat is het PvdA-verhaal daarbij?

‘Dat veiligheid extra belangrijk is voor de mensen voor wie we het doen. Juist de mensen die het het minst breed hebben, zijn niet in staat om te verhuizen als de zeespiegel straks gaat stijgen. Maar ook in het hier en nu zijn ze de klos. Als het om hitteproblematiek gaat, moet je je realiseren dat vaak de armste wijken het meest versteend zijn. Qua groen in de buurt, maar ook in de tuinen zelf. Tegels zijn de goedkoopste oplossing, dus daar wordt vaak voor gekozen.

Daarnaast willen we ervoor zorgen dat de waterkwaliteit zo goed is, dat je erin kan zwemmen. Niet alleen leuk voor ons, maar ook belangrijk voor biodiversiteit. En als PvdA willen we tot slot dat het waterschap haar steentje bijdraagt aan de energietransitie. Dat kan door warmte te winnen uit water en rioolzuiveringen.’


Afbeelding: Bart Maat | ANP

Bijschrift afbeelding: initiatiefnemers van de wet, Laura Bromet (GroenLinks) en Tjeerd de Groot (D66), worden gefeliciteerd nadat het wetsvoorstel door de Eerste Kamer is aangenomen.