Beïnvloed door het WEF, hooggeplaatste pedofielen, reptielen en klimaat-/woke-gedachtengoed. Partijen aan de radicaal-rechter zijde leggen de meest wonderlijke theorieën op tafel in het publieke discours. Berucht zijn inmiddels de uitspraken van FvD-Tweede Kamerlid Gideon van Meijeren die opriep tot een volksopstand. Maar ook andere partijen in het parlement schuwen niet om extreme taal te bezigen. Hoe gaat dat er lokaal aan toe? En wat doe je daar nou tegen als raadslid?


‘F*ck woke’ stond er groot op het t-shirt van de raadsleden van BVNL. En in diezelfde week kwamen FvD’ers met een t-shirt binnen met daarop de tekst ‘I love Zwarte Piet’. Raadslid Pim Bliek in Edam-Volendam voelt op dat soort momenten z’n handen jeuken: ‘Ik heb dan echt zin om iets spitsvondigs daarop te zeggen. Maar ik heb geen zin om me te verlagen tot dat niveau. Het is geen wedstrijdje ver-plassen en je wint het niet. Ik ben ervan overtuigd dat het niet helpt om in hun vijandige frame te stappen. Daarom houd ik me liever bezig met serieuze zaken en discussieer ik op inhoud.’

Bliek: ‘Ze gaan vanzelf op hun bek’

Bliek heeft tot nu toe een keer ingegrepen. Toen FvD tijdens een inleidend woord voor een motie het had over de ‘klimaathoax’. ‘Op dat moment ben ik met mijn betoog begonnen dat wij vertrouwen in de wetenschap en dat dat van belang is om onze standpunten in de politiek op te baseren. Maar verder hebben we besproken met de fractie en het bestuur dat we het gewoon lekker bij onszelf houden: onze eigen positieve boodschap uitdragen en oefenen op je geduld om er niet op te reageren.’

Als tip geeft hij dan ook mee: ‘Houd het vrolijk en vertel het sociaal-democratische verhaal om de wereld te verbeteren. Ze gaan vanzelf op hun bek, wij hoeven niet de hele tijd met ons vingertje omhoog.’

Advies van CLB

Yara Hümmels van de PvdA in Enschede zit er hetzelfde in, hoewel ook haar fractie (net als andere fracties) worstelt met de juiste aanpak: ‘Ik heb het CLB al gevraagd om advies te geven. Vanuit de griffie krijgt de raad externe trainers met wie we onder andere de vraag bespreken hoe je omgaat met partijen die een ontwrichtende werking hebben en de democratische rechtsgang torpederen.’

Dat valt bijvoorbeeld op in de zogeheten actualiteitenraad die Enschede heeft, waarin vragen over de actualiteit gesteld mogen worden: ‘Wekelijks stellen ze suggestieve vragen over zaken die in de krant stonden. Vaak beginnen ze met “het kan toch niet zo zijn dat…” Ze zijn gewoon bezig met oproer kraaien.’ 

Hümmels: De wethouders geven nu ook tegengas 

In Enschede waren er ook t-shirts van FvD: ‘Een shirt met daarop de tekst “politiek correct”, met aan de achterkant een roos met een zwaard erop. Het was niet precies de roos uit het logo van de PvdA, maar toch heb ik ze erop aangesproken dat ik het niet oké vond.’ En toen een fractiegenoot in de vorige periode online aangevallen werd door een zogeheten trollenleger, heeft Hümmels daarover een opmerking gemaakt in het presidium: ‘Gelukkig werd mijn fractiegenoot niet bij naam genoemd, maar het was toch ook wel heel spannend.’ Een collega uit de LHBTQI+-gemeenschap heeft de raadszaal onlangs verlaten toen er weer een heel betoog kwam dat zeer negatief was. ‘En ik merk dat een paar wethouders sinds kort ook tegengas geven, dat ze benoemen dat ze niet ingaan op feitenvrije argumentatie.’

In de Haarlemmermeer staat Kim Denie er niet heel veel anders in. Daar zijn FvD, BVNL en Forza, een lokale rechtse partij, vertegenwoordigd: ‘Alle crises zijn niet waar volgens deze partijen. We hebben een beperkte spreektijd, en complotpraatjes reageer ik niet op, tenzij ze mensen beledigen of bedreigen.’

Onlangs had FvD tijdens de begrotingsraad een motie ingediend over subsidies die niet ingezet mochten worden om ‘transgenderisme’ te promoten, zegt Denie. ‘Toen heb ik gevraagd of ze voor vrijheid van meningsuiting waren, en of ze wisten dat culturele uitdrukking en dus ook genderexpressie daarbij hoorde. Maar over het algemeen wil ik het gewoon hebben over het punt van de vergadering. Of ik zeg iets als: “Voorzitter, ik vind hier heel veel van, maar ik reageer hier niet op”. Het trekt namelijk de kracht weg van je eigen boodschap.’

Eén woordvoerder

Volgens Hümmels zou het goed zijn als verschillende partijen elkaar zouden opzoeken, zodat ze één woordvoerder hebben die de radicalere raadsleden kan aanspreken. ‘Dan maak je je punt, maar vergroot je niet de zendtijd voor zo’n partij. Ook kan het goed zijn om mensen die dit soort uitlatingen doet, concrete vragen te stellen. Bijvoorbeeld of ze aantallen kunnen noemen of vragen namens wie ze spreken. Ga niet in op de inhoud, want dat win je toch niet. Laten we vooral geen energie steken in die paar raadsleden, maar laten we gewoon doorgaan met de gemeente besturen.’

Hümmels neemt ook als voorbeeld dat voorzitters van de raad en commissies een veilige debatcultuur kunnen creëren, door scherper in te grijpen: ‘Ik zag een filmpje uit de Tweede Kamer van Paul van Meenen die Gidi Markuszower van de PVV aansprak, omdat hij het had over “enge ministers”. Dat vond ik heel erg goed.’

Van Eck: In Hoogeveen valt het tot nu toe mee 

Stan van Eck merkt op dat FvD in Hoogeveen z’n ware aard nog moet laten zien. ‘We hebben al wel heel wat discussies erover gehad, wat we moeten doen op het moment dat het zover is.’ Maar op dit moment heeft Van Eck nog niet hoeven ageren tegen extreme uitspraken. ‘Wij worstelen er ook wel een beetje mee omdat het natuurlijk wel een legale partij is, die legitiem gekozen is. Die heeft net zoveel recht als wij om hun mening te verkondigen. En om ze nou te veroordelen op wat hun landelijke partij doet, is ook niet goed. Ik wil namelijk ook niet beoordeeld worden op wat de PvdA in Den Haag doet.’

Tot nu toe is er een voorval geweest waarin FvD een opmerking maakte over het ‘overgenomen worden door globalisten’. ‘Daar is het bij gebleven. Ik heb toen maar een keer diep gezucht, want ertegenin gaan was het niet waard. Ik denk dat ik pas echt zou ingrijpen als ze leugens verspreiden die de samenleving uit elkaar trekken.’

Neerkijken

Allemaal merken ze dat de PVV, FvD, BVNL en soms lokale equivalenten van die partijen zich buiten het debat plaatsen. ‘Het lijkt alsof ze op ons “gewone” raadsleden neerkijken. Ze zijn geen onderdeel van de raad en willen dat ook niet zijn,’ zegt Van Eck. ‘Ze komen ook tien seconden voor het begin van de raadsvergadering binnen en zijn erna weer snel weg. Soms denk ik: moet ik nou aardig met hen omgaan? Met andere partijen hebben we die ontmoetingen wel. Maar ach, dat ik het niet met hen heb, vind ik eigenlijk ook niet zo erg.’

In het dagelijkse gesprek met mensen, hebben ze veelal minder last van complotdenkers: ‘Nou ja, ik ben weleens de tyfushoer van het WEF genoemd,’ zegt Denie. ‘Of ik was lid van een kinderverkrachtende pedofielenpartij. Maar dat doet me eigenlijk niet zoveel. Het zijn toch vaak kwetsbare burgers die dit uitspreken, en ik ben dan eigenlijk heel benieuwd waar die onvrede vandaan komt. Ik geloof in het goede van de mens en ze doen vaak zo omdat ze niet gehoord worden.’

Denie: Het komt ergens vandaan 

Als politicoloog in opleiding ziet Denie dit populisme ook niet als nieuw fenomeen: ‘De uitingsvorm is nu wel anders en door sociale media hebben mensen meer informatie die hun overtuigingen kunnen voeden. Ergens stelt dit me wel gerust dat dit van alle tijden is.’

Bliek – die iedereen aanraadt het boek Framing van Hans de Bruijn te (her)lezen – is het met Denie eens, maar ziet ook een belangrijk verschil met vroeger: ‘In coronatijd waren online media vaak de enige communicatiemiddelen en nieuwsbronnen. Mensen komen in een fabeltjesfuik terecht en dat versterkt de complottheorieën. Die technologische ontwikkeling is wel echt anders ten opzichte van eerder populisme.’


Afbeelding: Peter Hilz | ANP