Door de aanhoudend hoge prijzen komen mogelijk miljoenen huishoudens in de financiële problemen. Gemeenten zijn verplicht hierin hulp te bieden, maar kijken buiten die verplichting om ook naar de mogelijkheden om deze problematiek te voorkomen.


Historisch hoge inflatie, stijgende energieprijzen en € 2,50 voor een liter benzine: het dagelijks leven is in een paar maanden tijd fiks duurder geworden. Blijven de prijzen voorlopig zo hoog, dan kunnen tussen de 670.000 en 1,2 miljoen huishoudens moeite krijgen de noodzakelijke rekeningen te betalen, blijkt uit berekeningen van het Centraal Planbureau. Het Nibud is pessimistischer en vreest dat 2,5 miljoen huishoudens financieel in de knel komen.

Tuijn: Een armoedecrisis bovenop de al bestaande crises 

‘Als dit de daadwerkelijke aantallen worden, dan kunnen we aan de huidige tien crises in Nederland ook een armoedecrisis toevoegen’, zegt René Tuijn. De Zaanse PvdA-wethouder van schuldhulp en duurzaamheid berekent door om hoeveel mensen het zou gaan in zijn gemeente: zo’n 13.000 in het donkerste CPB-scenario. ‘Dat zijn veel mensen die door een paar ambtenaren geholpen zouden moeten worden.’

Het kabinet trok eerder de knip om de stijgende energierekening te compenseren; dat ging om gemiddeld zo’n € 400,- per huishouden. Armere gezinnen konden aanspraak maken op het dubbele - het is echter nog de vraag of alle rechthebbenden dat bedrag gaan krijgen. Extra compensatie zit nog niet in de pijpleiding. ‘Voorlopig is dit het’, zei minister van Financiën Sigrid Kaag in maart over de toelagen.

En dus leeft de angst dat fors meer mensen in de financiële problemen komen. Wat kunnen gemeenten doen om een sociale ramp te voorkomen? En welke rol moet het Rijk spelen?

Meldingsplicht

De angst voor betalingsproblematiek leeft ook in Zaanstad, zegt wethouder Tuijn. ‘Dan baseer ik me vooral op verhalen van inwoners uit de gemeente. Het is nog niet zo dat meer mensen zich al melden of dat wij meer meldingen van betalingsachterstanden binnen krijgen.’

Sinds begin vorig jaar zijn alle vastelastenpartners (zorgverzekeraars, woningverhuurders, energieleveranciers en waterbedrijven) verplicht om signalen van betalingsachterstanden door te geven aan gemeenten. Gemeenten moeten de betreffende bewoner vervolgens een hulpaanbod doen. In de helft van de gevallen gebeurt dit telefonisch, in 20 % per brief en in 11 % wordt dit hulpaanbod bij een huisbezoek gedaan, blijkt uit onderzoek van kennisnetwerk Divosa - de vereniging van leidinggevenden in het sociaal domein.

Larissa van Es: ‘Bij een uitgebreid gesprek is de kans groter dat iemand hulp accepteert’  

‘Bij een uitgebreid gesprek is de kans groter dat iemand hulp accepteert dan wanneer er alleen een brief wordt gestuurd’, zegt onderzoeker bij Divosa Larissa van Es. Daarbij tekent ze aan dat gemeenten vaker kiezen om mensen met een hogere betalingsachterstand thuis te bezoeken. ‘Het is op dit moment lastig te zeggen of het huisbezoek of de hoge betalingsachterstand voor inwoners de doorslaggevende factor is om hulp te accepteren.’

Ruim 90 % van de gemeenten zet huisbezoeken uit, vertelt Van Es. De mate waarin dit middel wordt ingezet, varieert per gemeente en is goeddeels afhankelijk van de beschikbare capaciteit. ‘In sommige gemeenten wordt voornamelijk gekozen voor het versturen van brieven om te voldoen aan de wettelijke plicht het hulpaanbod te doen. Zonder voldoende middelen is het de vraag of de bedoeling van de wet echt bereikt kan worden.’

‘Brief schrikt af’

Ook in de gemeente Arnhem zijn er vooralsnog niet veel meer meldingen binnengekomen, zegt Mark Lauriks, PvdA-wethouder voor bestaanszekerheid in de Gelderse gemeente. Via de mail voegt hij later toe dat dit mogelijk ‘valse zekerheid’ biedt: die meldingen lijken er wel echt aan te komen. ‘Er kwamen de laatste tijd al meer vragen binnen bij budgetcoaches en bij de schuldhulpverlening. De signalen dat meer mensen het lastig krijgen, die zijn er.’

Lauriks: ‘Zo’n formele envelop met overheidssticker kan behoorlijk afschrikken’

Sinds januari kwamen er in de gemeente zo’n 450 meldingen van vastelastenpartners binnen, Lauriks is positief over het systeem. Op basis van de hoogte van de achterstanden wordt bepaald of er een huisbezoek nodig is, of dat de melding kan worden afgedaan met een telefoontje of een flyer in de bus. Lauriks: ‘Een brief sturen we niet meer: zo’n formele envelop met overheidssticker kan behoorlijk afschrikken.’ Bij bijna één op de vijf meldingen, 18 %, is inmiddels hulp geaccepteerd.

In Zaanstad zijn de ervaringen met huisbezoek eveneens goed, zegt Tuijn. ‘Dan ben je meteen met iemand in gesprek, dat is effectief gebleken. We zijn aan het kijken hoe we dat verder kunnen uitbreiden - het is vrij arbeidsintensief en duur.’

De wethouder wil niet vooruitlopen op een eventuele enorme toestroom van mensen met betalingsproblemen. ‘Dan zullen er andere prioriteiten moeten worden gesteld, maar daarover moeten we dan eerst met de coalitiepartners in gesprek.’

Energielasten

Beide wethouders bemerken dat de energielasten zeker in de laagste inkomensgroepen een probleem vormen. Ook bij Divosa is opgevallen dat er dit jaar meer signalen van achterstanden afkomstig zijn van energieleveranciers. Onderzoeker Van Es: ‘Het lijkt er nog niet op dat de cijfers enorm zijn gestegen, maar de verhouding is wat anders komen te liggen.’

Zowel Arnhem, als Zaanstad wil daarom inzetten op duurzaamheid in de strijd tegen energiearmoede. Lauriks: ‘Op korte termijn willen we inkomensondersteuning verzorgen, op lange termijn willen we werk maken van isolatie en besparing. Bijvoorbeeld door lagere inkomensgroepen gratis isolatiemateriaal aan te bieden en te werken met energiecoaches.’

Ook wethouder Tuijn, in zijn gemeente verantwoordelijkheid voor de duurzaamheidsportefeuille, wil die lagere inkomensgroepen ondersteunen. ‘Ik zie de parallel armoede en energiearmoede. Dat gaat over slecht geïsoleerde huurwoningen, over mensen die de middelen niet hebben hun koopwoning te isoleren. Daar ontbreekt kennis en daar ontbreekt geld. Daar ligt een mooie kans voor de gemeente.’

Bestaanszekerheid

Het Rijk heeft ook een rol te spelen, zeggen beide wethouders. Zo zou Lauriks graag zien dat het makkelijker wordt informatie te delen. ‘Ik vind het rampzalig dat die regels steeds wijzigen. Dan hebben we lokaal een goed werkend systeem opgetuigd, maar dan komen er weer nieuwe regels bij. Ik hoop dat het Rijk wil meedenken over een manier om die info vrijelijker te delen, zodat we een completer beeld kunnen schetsen.’

Beiden zien daarnaast graag hulp aan de inkomenskant, in het bieden van bestaanszekerheid. ‘Het lijkt mij nodig dat enkele compensatieregelingen nog eens verlengd worden’, zegt Tuijn. ‘Daarin verwacht ik ondersteuning van het Rijk, want de gemeentebudgetten zitten aan alle kanten al krap.’ 

‘Het bestaansminimum moet omhoog’, stelt Lauriks. ‘Hier in Arnhem wonen zo’n 15.000 mensen die te kampen hebben met stress over hun inkomen. In zo’n rijk land als het onze zou de overheid die mensen grotere bestaanszekerheid moeten bieden.’


Bijschrift afbeelding: Ook op de weekmarkt schieten de prijzen van de boodschappen omhoog

Afbeelding: Emiel Muijderman | ANP