In theorie is bijna iedereen tegen discriminatie. Toch blijkt dat in de praktijk vaak anders te liggen. Onder het mom van ‘dat moet je kunnen zeggen’ komen sommige mensen met de meest discriminerende uitspraken of omdat ‘het altijd al zo gaat’ worden minderheden uitgesloten. Discriminatie is een maatschappelijk probleem, maar desondanks heeft twee derde van de gemeenten het antidiscriminatiebeleid niet op orde, blijkt uit de Monitor Lokaal Antidiscriminatiebeleid


‘Gemeenten verzaken hun zorgplicht en dat is schandalig,’ vindt Rabin Baldewsingh, Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. ‘Voor het derde opeenvolgende jaar neemt het aantal meldingen over discriminatie toe. Bovendien is het al jarenlang wettelijk verplicht om een lokaal antidiscriminatiebeleid te hebben. Dus ik schrik er wel van, dat het grootste deel van de gemeenten het beleid nog steeds niet op orde heeft.’

Raadslid in Zoetermeer Susanne Bout schrikt niet van het aantal gemeenten dat geen beleid heeft. ‘Ik vind het zorgwekkend, maar ben niet verbaasd over deze cijfers. Bij ons is het antidiscriminatiebeleid binnen de fractie verdeeld: discriminatie op grond van een beperking valt onder mijn collega die de Wmo in de portefeuille heeft. Ik doe antidiscriminatie op het gebied van LHBTI en mijn collega met veiligheid in de portefeuille let op achtergrond, religie en huidskleur. Het antidiscriminatiebeleid valt ook onder verschillende wethouders en dat maakt het overzicht houden wel lastiger.’

Bout: Het antidiscriminatiebeleid valt onder verschillende wethouders 

Sandra Nobel, raadslid in de gemeente Dronten bevestigt die versplintering. ‘Ik durf ook niet te zeggen hoe actief ons antidiscriminatiebeleid is. Dat vind ik zorgelijk, want in alle gelederen, leeftijdsgroepen en gemeenten speelt dit probleem. Mensen hebben het vaak niet eens door als ze discrimineren. Het gaat onbewust, daarom is het zo goed om er scherp op te zijn.’

Nobel ziet genoeg kansen. ‘De raad staat helemaal niet negatief tegenover antidiscriminatiebeleid. Ik vind het heel belangrijk dat artikel 1 van de grondwet (gelijke behandeling en discriminatieverbod, red.) wordt gewijzigd. Bij ons in de raadszaal hangt de tekst van het artikel op een grote ovalen lamp. Daar heb ik dus bij wijze van statement seksuele voorkeur en handicap aan toegevoegd. De reacties in de raad waren heel positief.’

Alleen woorden niet genoeg

Toch is alleen tegen discriminatie zijn niet voldoende. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een meldpunt discriminatie te faciliteren en hebben een taak in het voorkomen en aanpakken ervan. Dat gemeenten aangeven geen middelen hebben om deze aanpak te faciliteren of dat discriminatie in hun gemeente niet voorkomt, verwijst Baldewsingh naar het rijk der fabelen. ‘Gemeenten krijgen gewoon geld om het aan te pakken. Dat gaat om miljoenen.’

In grote gemeenten is er vaak wel beleid, zegt Baldewsingh. ‘Het zijn de kleine gemeenten die achterblijven. Niemand voelt zich daar voor het onderwerp verantwoordelijk en dus komt er geen beleid. Dan kan je wel zeggen: “We horen ook niks.” Maar als je je nergens kan melden en de discussie ook niet gevoerd wordt, dan betekent dat natuurlijk niet dat niemand gediscrimineerd wordt. Je negeert gewoon mensen die serieus genomen moeten worden, een luisterend oor nodig hebben en geholpen moeten worden. Dat vind ik echt in- en intriest.’

Baldewsingh: Het gebrek aan beleid raakt burgers direct

Het kabinet maakt zich net als Baldewsingh zorgen. Minister Bruins-Slot kwam eind vorig jaar al met een brief naar de gemeenten over lokaal antidiscriminatiebeleid. ‘Het is een mooie handreiking en ik steun de minister hierin, maar het is niet voldoende. Het gebrek aan beleid raakt burgers direct en de gemeenten, die nu nog geen beleid hebben, lopen achter de feiten aan. Dit moet onmiddellijk worden opgepakt, want de wil ontbreekt nu vaak en dat is onacceptabel.’

Baldewsingh vindt dat ook de VNG gemeenten moet aansporen om harder hun best te doen: ‘De wettelijke taken zijn jaren geleden al vastgesteld. In 2017 had 33% van de gemeenten antidiscriminatiebeleid en nu - bijna zes jaar - later is daar maar 2% bijgekomen. Veel te weinig.’

Zeker geen klein probleem

Bout stuit soms op een muur van onbegrip. ‘Iedereen is tegen discriminatie, maar toch merk ik ook wel onwil binnen onze gemeenteraad. Een voorstel van de PvdA om mensen anoniem te laten solliciteren, is er bijvoorbeeld niet doorgekomen. Terwijl het natuurlijk begint bij zelf het goede voorbeeld geven. Als een gemeente het serieus neemt en niet kijkt naar leeftijd en achtergrond, is dat een krachtig signaal.’

Nobel gelooft ook niet dat discriminatie weinig voorkomt. ‘Juist op onderwerpen waar je er niet meteen mee bezig bent, komt het voor. Bijvoorbeeld bij bouwbesluiten. Elk gebouw moet toegankelijk zijn voor iedereen. En dat is ook zo als alles goed gaat. Maar wat gebeurt er bij brand? Dan gaan de liften als eerste op slot. Over hoe je dan met de rolstoel naar buiten komt, is vaak niet nagedacht.’

Ander voorbeeld, maar minstens even illustratief. ‘Bij de nieuwbouw van een school, heb ik echt moeten vechten voor aanvullende voorziening voor mensen met een beperking, zoals een in hoogte verstelbaar aanrecht. Andere raadsleden zagen het probleem niet zo: “Er zijn toch maar weinig mensen met een beperking?” Ja, dat is precies de essentie van het probleem.’

Nobel: Discriminatie komt ook voort uit onwetendheid

Nobel wil maar zeggen: de verhalen over mensen die bewust minderheden discrimineren kennen we wel en de aanpak staat op de radar. ‘Maar die onbewuste discriminatie komt dus ook voor en komt voort uit onwetendheid. Juist om het onderwerp bespreekbaar te maken, is het belangrijk om hier beleid op te maken. Pas als we weten welke problemen mensen tegenkomen, kan je ze helpen oplossen.’

Voorlopig staat het onderwerp dus op het netvlies van Nobel. ‘Discriminatie heeft zo’n verregaande invloed op een mensenleven en de samenleving in zijn geheel. Je moet dus bij het bedenken van beleid altijd rekening houden met iedereen. Wanneer je dat scherp hebt, kan je die onbewuste discriminatie wegnemen.‘

Niet altijd uit onwil

Dat er geen prioriteit aan wordt gegeven, is niet altijd uit onwil, denkt Bout. ‘Net als mijn collega, die zich met andere vormen van discriminatie bezighoudt, vind ik het heel belangrijk, maar ik ben er niet iedere dag mee bezig. Als raadslid zit je heel dicht op de actualiteit. In Zoetermeer staat een ziekenhuis op omvallen, dus dat krijgt nu prioriteit. Onze energie en tijd gaat vaak naar dit soort acute problemen. Dat heeft prioriteit.’

Bout: Discriminatie is een sluipend probleem

Bij discriminatie is het vaak veel sluipender, legt Bout uit. ‘De gevolgen zijn minder direct en ook minder zichtbaar. Dat is in mijn ogen geen excuus, maar wel een verklaring. Soms word je ingehaald door de werkelijkheid en komt het in het nieuws, maar vaak is dat niet het geval.’

En ook als er wel aandacht voor een bepaald gedeelte van het probleem is, valt het niet mee om de juiste manier te vinden. ‘In Zoetermeer heeft de bibliotheek een LHBTI-café opgezet,’ zegt Bout. ‘Heel mooi, maar uiteindelijk niet populair genoeg. Dat café is dus een stille dood gestorven. En helaas was dat niet het enige initiatief.’ De zoektocht naar waar mensen wel behoefte aan hebben, gaat daarom verder. ‘Ik heb regelmatig contact met COC-Haaglanden.’

Doorgaan tot het niet meer nodig is

Bout hoopt dat in de toekomst antidiscriminatiebeleid niet meer nodig is. ‘Dat het logisch is dat iedereen meedoet en dat je oog hebt voor andere perspectieven.’ Maar daar zijn we dus nog lang niet. ‘Zolang ik verhalen hoor van jongeren die geen stage kunnen vinden vanwege hun achternaam of koppels van hetzelfde geslacht die niet hand in hand over straat kunnen lopen, is er nog werk aan de winkel.’

Op de korte termijn betekent dat werk van antidiscriminatiebeleid in de eigen gemeente. Bout: ‘Mensen moeten weten waar ze terecht kunnen én mensen moeten er vooral ook van op aan kunnen dat er wat met een melding gebeurt. Dat is voor iedereen belangrijk, niet alleen voor mensen die gediscrimineerd worden. Uiteindelijk is het een probleem van de samenleving. Van ons allemaal.’


Afbeelding: Kim van Dam | ANP